Onderzoeksproject AG/FF/080 (Onderzoeksactie AG)
1. Naam van de Instelling
Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
2. Beschrijving van het project
Sedert ettelijke jaren beantwoordt de arbeidsmarkt niet meer aan het model van een voltijdse mannelijke arbeidskracht met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.
De diversiteit van arbeidsvormen is steeds maar toegenomen zodat de gebruikelijke begrippen ter definiëring van de arbeidsmarkt - werkgelegenheid, werkloosheid en inactiviteit - niet meer volstaan om situaties weer te geven die onderhevig zijn aan frequente overlappingen. Die grijze zones zijn steeds belangrijker geworden. Er bestaan nu werkende werklozen, jobstudenten, personen tewerkgesteld onder de meest diverse statuten en binnen erg uiteenlopende arbeidsvoorwaarden. Ook de voltijdse tewerkstellingsduur is zo uiteenlopend geworden dat een voltijds equivalent in de ene sector 35 uur betekent, terwijl de arbeidsduur in een andere activiteitensector 39 uur bedraagt, of een verschil van méér dan 10%. Een hele reeks nieuwe arbeidsvormen bestaan naast elkaar. Deeltijdarbeid zit nog steeds volop in de lift maar dan onder de meest diverse vormen. De uitzendsector heeft ook een grote vlucht genomen. Daarenboven manifesteren zich nog nieuwe arbeidsvormen met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, zoals de studentenarbeid bij voorbeeld. Met de vooruitgang inzake technologie wint ook telewerk aan betekenis.
Het is dan ook belangrijk die diversiteit beter weer te geven en nieuwe bronnen aan te wenden om dat doel te bereiken, vooral omdat één van de belangrijkste indicatoren op de arbeidsmarkt de werkgelegenheidsgraad is, waarvan bepaalde aspecten soms dienen genuanceerd te worden. De werkgelegenheidsgraad is een zeer belangrijke indicator geworden binnen de actieplannen, een indicator die genuanceerd hoort te zijn en die wordt aangevuld met andere, méér kwalitatieve indicatoren in de nationale actieplannen die worden gerealiseerd binnen de Europese Unie. Die kwalitatieve indicatoren hebben onder het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie een nieuwe impuls gekregen. Geleidelijk krijgt een hele reeks indicatoren vorm die tot doel hebben de arbeidskwaliteit beter te vatten.
Doel van het project
Het project is erop gericht een gegevensbank samen te stellen waarin alle informatie wordt opgeslagen aangaande de arbeidsvoorwaarden, arbeidsmodaliteiten en arbeidsvolume van de tewerkgestelde personen volgens hun individuele kenmerken. Het is ook de bedoeling daartoe de diverse bestaande of nog in ontwikkeling zijnde gegevensbronnen ( Kruispuntbank, sociale balans, Upedi, de arbeidskrachtenenquête, RVA, enz...) ten volle te benutten. Ook is het de bedoeling indicatoren samen te stellen die het mogelijk maken de diverse nieuwe arbeidsvormen te situeren en ze te toetsen met de statistieken van de gewesten en de overige Europese landen. Evenzeer is het de bedoeling indicatoren te ontwikkelen en te berekenen met betrekking tot de kwaliteit van de arbeid in het kader van wat binnen de processen van Lissabon, Nice, Stockholm en ook Laken werd afgesproken.
3. Opdracht van de wetenschappelijke ploeg
De wetenschappelijke ploeg moet een methodologie uitwerken in verband met een geharmoniseerde verwerking van de gegevens uit diverse bronnen. Deze methodologie moet aanvankelijk de nieuwe arbeidsvormen goed zien te vatten en te omschrijven binnen een coherent conceptueel kader.
De ploeg zal moet ook een gegevensbank ontwikkelen met gegevens die onontbeerlijk zijn voor het halen van de nagestreefde doelstellingen. Deze zal dienen voor de opslag van de informatie op gewestelijk, federaal en internationaal niveau.
Zij ontwikkelt ook een gegevensbank die reglementaire bepalingen bevat die het mogelijk maken de diverse reglementaire situaties in verband met nieuwe arbeidsvormen te onderscheiden. Bijzondere aandacht moet daarbij uitgaan naar de evolutie van de terzake geldende reglementeringen.
Zij zorgt voor de nodige instrumenten voor het ter beschikking stellen van analysegegevens, evaluatiegegevens en toetsingsgegevens ten behoeve van de gewesten, de federale overheid, de Europese Unie en de andere belangrijke landen.
Zij bezorgt een becijferde raming van de indicatoren inzake kwaliteit van de arbeid in het kader van de Europese Unie.
4. Eindproduct dat wordt verwacht van de wetenschappelijke ploeg
De eindproducten die van de wetenschappelijke ploeg worden verwacht zijn de volgende:
Een methodologie die het mogelijk maakt de nagestreefde doelstellingen te bereiken.
Een statistische gegevensbank over de vormen van de flexibiliteit en over de arbeidsvoorwaarden op de arbeidsmarkt.
Een gegevensbank aangaande de reglementering om de omgeving en de oorsprong van de nieuwe arbeidsvormen beter te kunnen onderkennen.
Het uitwerken van indicatoren voor het situeren van de toestand per gewest, op nationaal en Europees vlak, zodat die onderling vergelijkbaar zijn.
5. Valorisering van het resultaat
Het resultaat wordt volledig toegankelijk voor onderzoekers en de meeste inlichtingen zullen beschikbaar zijn op de website van het departement. De informatie moet ook als uitgangspunt dienen voor een debat binnen de Europese Unie, inzonderheid in verband met het nationaal actieplan en de richtsnoeren. Het onderzoek is immers bedoeld om nieuwe informatie en indicatoren te genereren over de nieuwe types van banen en over de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden. Bovendien worden de gegevens jaarlijks bijgewerkt, waardoor het mogelijk wordt de evolutie ervan te volgen.