Onderzoeksproject AG/KK/152 (Onderzoeksactie AG)
Een statistische aanpak van armoede stelt ons voor uitdagingen op het vlak van conceptvorming en indicatoren. In de eerste plaats dienen we de vraag te beantwoorden ‘wie kunnen we als arm beschouwen?’ Personen die niet over voldoende geld beschikken voor een menswaardig leven (monetaire armoede)? Zij die basisconsumptieprodukten en gebruiksgoederen moeten ontberen? (bestaansmiddelen-armoede) Of laten we de personen zelf inschatten of ze moeilijkheden ondervinden om het door hen zelfbepaalde welzijnsniveau te behalen (subjectieve armoede)? Inderdaad dekken deze drie verschillende definities niet dezelfde populatie.
Bovendien ontvouwt de armoedeproblematiek zich niet op elke plek op dezelfde manier. Stedelijke armoede is in het algemeen geconcentreerd in bepaalde buurten en daardoor gemakkelijker te meten. Plattelandsarmoede daarentegen is ruimtelijk meer verspreid; daardoor ervaren mensen specifieke problemen en spreekt men ook van verborgen armoede op het platteland. Weliswaar is de huisvestingskost in het algemeen lager op het platteland, maar de toegang tot diensten en werkgelegenheid is eveneens moeilijker en duurder (gebrekkig openbaar vervoer, nood aan een eigen auto,…)
Er bestaan zeer weinig gegevens die specifiek zijn aan de Belgische plattelandsgebieden. De bestaande gegevens zijn in het algemeen gebaseerd op de socio-economische enquête van 2001 die niet meer zal worden herhaald. Daarom heeft dit project tot doel om indicatoren over armoede te verschaffen die rekening houden met het landelijke of stedelijke karakter van de omgeving.
De studie zal in twee grote stappen verlopen. In een eerste fase concentreert het onderzoeksteam zich op een beter begrip van plattelandsarmoede, haar diversiteit en haar eigenheid ten opzichte van stedelijke armoede. Deze fase zal voornamelijk steunen op de analyse van de EU-SILC enquête en de socio-economische enquête van 2001.
In een tweede fase zal de onderzoeksploeg de eerder verworven inzichten in plattelandsarmoede gebruiken om indicatoren te construeren die toelaten armoede te meten op niveau van statistische sectoren, met aandacht voor het stedelijke of landelijke karakter van de gebieden. Deze indicatoren zullen worden ontwikkeld op basis van de statistieken van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KBSZ). Deze hebben het voordeel dat ze regelmatig worden geactualiseerd en een analyse van de ruimtelijke evolutie van armoede in België toelaten.
La pauvreté rurale et urbaine : rapport final = Stedelijke en plattelandsarmoede : eindrapport
Marissal, Pierre - May, Xavier - Mesa Lombillo, Dayana Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2013 (SP2547)
[Om te downloaden]
Stedelijke en plattelandsarmoede : synthese
Marissal, Pierre - May, Xavier - Mesa Lombillo, Dayana Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2013 (SP2551)
[Om te downloaden]
La pauvreté rurale et urbaine : synthèse
Marissal, Pierre - May, Xavier - Mesa Lombillo, Dayana Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2013 (SP2552)
[Om te downloaden]
Rural and urban poverty : synthesis
Marissal, Pierre - May, Xavier - Mesa Lombillo, Dayana Brussels : Federal Science Policy, 2013 (SP2553)
[Om te downloaden]