NL FR EN
www.belgium.be

De welvaartsevolutie van de bodembescherming in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland

Onderzoeksproject AP/16 (Onderzoeksactie AP)

Personen :

  • Mevr.  CANTILLON Bea - Universiteit Antwerpen (UA)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/5/2006-30/4/2007

Beschrijving :

De minimumuitkeringen in de Belgische sociale zekerheid zijn vandaag via de gezondheidsindex automatisch gekoppeld aan de evolutie van de prijzen. Deze manier van indexeren kon in het verleden echter geen koopkracht- en welvaartsvaste minima garanderen. Vanaf het midden van de 80’er jaren tot het einde van de 90’er jaren liepen vrijwel alle wettelijke minima in de Belgische sociale zekerheid een significante achterstand op bij de algemene welvaartsstijging. De trendbreuk kwam er eind jaren ’90. In de periode 2000-2005 werden bijna alle minimumuitkeringen voor werknemers en de bijstand verhoogd waardoor de bodem van onze welvaartsstaat in de periode 2000-2003 duidelijk opgehoogd werd.

Begin 2004 besliste de Belgische regering om vanaf 2007 deze uitkeringen elke twee jaar ook aan te passen aan de welvaartsevolutie. In dit onderzoek gaan we na in hoeverre de sociale minima in de referentielanden voor onze loonnorm – i.c. Duitsland, Frankrijk en Nederland – de welvaartsgroei volgen, en welke mechanismen hiervoor ingezet worden. Wat kan het beleid in deze landen ons leren inzake welvaartsvaste sociale uitkeringen? Welke regelingen zijn mogelijk, en wat zijn hun voor- en nadelen?

Het onderzoek valt uiteen in drie luiken:

We gaan eerst verder na in hoeverre het Belgische beleid koopkracht- en welvaartsvaste minima garandeert. De aandacht gaat uit naar de takken werkloosheid, invaliditeit, pensioenen en algemene bijstand. We zullen nagaan of de trend van begin jaren negentig zich na 2003 verder heeft gezet, of de minima zich hebben kunnen handhaven na de eenmalige verhogingen. We bekijken zowel de minima voor werknemers als voor zelfstandigen. De analyse heeft betrekking op evoluties in bruto en in netto termen. Voor dit laatste wordt er gebruik gemaakt van de techniek van standaardsimulaties.

Daarna vergelijken we deze evolutie met de koopkracht- en welvaartsontwikkelingen van dezelfde sociale minima in Duitsland, Frankrijk en Nederland. We werken hiervoor samen met informanten in de betrokken landen.

In een laatste luik onderzoeken we het recente beleid dat deze landen voeren ten aanzien van de sociale uitkeringen, en met name de mechanismen die ze hanteren om de minima op regelmatige tijdstippen aan te passen aan de koopkracht- of de welvaartsevolutie. De beschrijving zal gebeuren aan de hand van het Europees informatiesysteem voor sociale zekerheids- en bijstandsreglementeringen (MISSOC) en de studie van nationale beleids- en andere documenten. Bovendien zal het beleid tegenover de feitelijke evolutie van de minimumuitkeringen geplaatst worden. Wettelijke aanpassingsmechanismen hebben immers weinig voorspellende waarde met betrekking tot de feitelijke evolutie van de inkomensbescherming. Er lijken vele manieren te zijn om de aanpassingsmechanismen te omzeilen.

Documentatie :

De welvaartsevolutie van de bodembescherming in België en de ons omringende landen : eindrapport    Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2007 (SP1771)
[Om te downloaden

De welvaartsevolutie van de bodembescherming in België en de ons omringende landen : samenvatting    Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2007 (SP1790)
[Om te downloaden

L’évolution du taux de bien-être de la protection de base en Belgique et dans nos pays frontaliers : résumé    Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2007 (SP1791)
[Om te downloaden

The purchasing power evolution of minimum income protection in Belgium and in neighbouring countries : summary    Brussels : Federal Science Policy, 2007 (SP1792)
[Om te downloaden