Onderzoeksproject AP/31 (Onderzoeksactie AP)
1. Achtergrond
De autonome werkstraf (AWS) werd ingevoerd in april 2002. Sindsdien kende de toepassing ervan een snelle opmars (9568 dossiers in 2007). In zijn beleidsverklaring van april 2008 stimuleert de Minister van Justitie expliciet het gebruik van deze strafmodaliteit. Tot nog toe is er echter weinig onderzoek gevoerd naar de inhoud van de werkstraf. Uitzondering hierop vormt het onderzoek “Leren en werken als straf”
dat in 2006/2007 door de Vrije Universiteit Brussel en de Université de Liège werd uitgevoerd. Dit onderzoek was vooral een beschrijvende en kwantitatief analyserende benadering van het aanbod met betrekking tot de uitvoering van de werkstraf. Wetenschappelijk onderzoek naar de beleving van de veroordeelde tot deze straf, vormt dan ook een vernieuwende benadering van de centrale figuur van deze
sanctie. Deze benadering zal bovendien de mogelijkheid creëren om lijnen uit te zetten voor verder onderzoek betreffende de efficiëntie van de werkstraf. Het project levert dus voordelen op voor alle «stakeholders » van de AWS.
2. Doelstellingen
Het bestuderen van:
- De betekenis van de AWS zoals die door de veroordeelde wordt gepercipieerd:
Ondermeer, door de bepaling van:
o Factoren van het strafgehalte van de werkstraf mee bepalen
o De betekenis die men geeft aan het herstel
o Het nut dat de veroordeelde toeschrijft aan de AWS
o De perceptie van de proportionaliteit van de straf in verhouding tot de gepleegde feiten
o Het integratieve dan wel desintegratieve karakter van de werkstraf
o Het veronderstelde effect op het toekomstig gedrag van de veroordeelde
- De wijze waarop de veroordeelde het juridisch kader van de AWS ervaart
- De overeenkomst tussen voorstelling die men van de straf voor de uitvoering ervan en het concrete verloop van de uitvoering ervan
