Onderzoeksproject CG/DD1/04 (Onderzoeksactie CG)
Deze studie onderzoekt het belang van soortendiversiteit voor koud-gematigde graslanden. Ze is gericht op het identificeren van algemene principes die ook relevant zijn voor andere terrestrische ecosystemen. De voornaamste doelstellingen zijn:
1. Karakteriseren van het verband tussen soortendiversiteit en elementaire processen in ecosystemen (koolstof-, stikstof- en waterfluxen).
2. Schatten van de gevolgen van soortendiversiteit voor de stabiliteit, resistentie en resiliëntie van ecosystemen tegen verstoring.
3. Bepalen van de impact van atmosferische en klimaatsverandering op soortendiversiteit (lange-termijn-effecten van verhoogde CO2-concentratie en luchttemperatuur).
4. Instrumenten ontwikkelen voor beleidsondersteuning op het gebied van landgebruik en -beheer (doelsectoren: landbouw en natuurbeheer en -ontwikkeling).
Voor Doelstelling (1) worden processen van de autotrofe component van ecosystemen onderzocht op hun afhankelijkheid van diversiteit, en worden hypothesen over de aard van deze relatie getest.. Deze relaties worden dan gebruikt (3) om de veranderingen in soortendiversiteit te verklaren die worden vastgesteld in vegetaties blootgesteld aan gesimuleerde klimaatsverandering. Om een experimentele gradiënt van diversiteit te creëren, worden soortenmengsels gevormd met een gecontroleerde samenstelling, wat toelaat om effecten van soortenrijkdom te scheiden van effecten van soortidentiteit. Verschillende functionele groepen (doorlevende grassen, N-fixerende leguminosen en niet-N fixerende dicotielen) worden geïntroduceerd om het onderscheid te maken tussen diversiteit binnen en tussen functionele groepen.
De experimenten rond stabiliteit (2) omvatten representatieve types van verstoring voor grasland (maaisimulatie, hitte en droogte). Om de invloed na te gaan van CO2-concentratie en een warmer klimaat, worden mini-ecosystemen blootgesteld gedurende volledige groeiseizoenen. Afgezien van klassieke klimatisatiemethodes wordt ook een nieuw ontwikkelde techniek toegepast, nl. ‘Free Air Temperature Increase' (FATI), waarbij de gewastemperatuur verhoogd wordt door een elektronisch gestuurd infrarood-bestralingssysteem. FATI zal ook worden aangewend om hitte en droogte te simuleren, waarbij automatische schermen worden ingezet om interferentie met natuurlijke neerslag te vermijden. De analyse van de gegevens zal worden ondersteund door het gebruik en de ontwikkeling van modellen voor ecosysteem-processen en voor het gedrag van populaties.
Met het oog op beleidsondersteuning (4) zullen verschillende indices worden ontwikkeld: (a) indices die de ‘functionele status' van vegetaties aanduiden, i.e. de mate waarin ze afwijken van optimaal functioneren als gevolg van een tekort aan diversiteit, en (b) indices voor de stabiliteit van ecosystemen bij verstoring Deze indices worden aangewend om de invloed van beheerspraktijken op soortendiversiteit te meten, met het oog op de manipulatie van ecosyteemfuncties en stabiliteit.. Een unieke lange-termijn data-set over soortensamenstelling in graslanden zal worden geanalyseerd (decaden-schaal, van 1963 tot nu), om na te gaan hoe soortendiversiteit kan gemanipuleerd worden door minerale bemesting en het maairegime.
Cyberspace: brochure réalisée à l'occasion de l'exposition "Vivre ou survivre"
SSTC ... et al. Bruxelles: SSTC, 2001 (SP0702)
[Om te downloaden]
Cyberspace: brochure samengesteld ter gelegenheid van de tentoonstelling "Leven of overleven"
DWTC ... et al. Brussel: DWTC, 2001 (SP0703)
[Om te downloaden]
Species diversity: importance for the sustainability of ecosystems and impact of climate change: final report
Reheul, Dirk - Nijs, Ivan - Verelst, Iris ... et al Brussels: OSTC, 2001 (SP0922)
[Uitgeput]