Onderzoeksproject CG/DD1/26 (Onderzoeksactie CG)
Context
De troposferische ozon is een secundair fotochemische polluent die, vanaf bepaalde drempels, bekend is om zijn nefaste invloed op de menselijke gezondheid, sommige bouwmaterialen en landbouwgewassen. In de geïndustrialiseerde landen is dit oxyderende gas thans meer dan aanwezig. Op dit ogenblik worden er correctieve kortetermijnmaatregelen genomen voor de controle ervan. Die maatregelen bestaan erin de vervuilingspieken te verlagen door het verkeer in de stedelijke zones drastisch in te krimpen. De langetermijnmaatregelen worden evenwel nog niet op grote schaal toegepast. Dit onderzoek zal hieraan aandacht schenken. Onder de mogelijke preventieve langetermijnoplossingen kan de promotie van elektrische en hybride voertuigen met een erg lage of helemaal geen emissie van ozonprecursorenemissie worden vermeld.
Project
Bij dit onderzoek analyseert men de potentiële economische en ecologische voordelen van scenario’s waarbij gebruik wordt gemaakt van een vloot van elektrische en hybride voertuigen. Dit onderzoek past in het kader van de ontwikkeling van beleidsondersteunende instrumenten alsook in het kader van de promotie van weinig vervuilende voertuigen. Die thema’s maken deel uit van de verschillende maatregelen die worden uitgewerkt in het Belgische « ozonplan ».
Het gekozen beleidsondersteunende instrument is de kosten-batenanalyse. In een eerste deel gaat de aandacht naar de gebruikskostenfuncties eigen aan de elektrische en hybride voertuigen. Die gebruikskostenfuncties, uitgedrukt in vaste kosten en variabele kosten, worden vergeleken met de kostenfuncties voor de traditionele voertuigen die op benzine en diesel rijden.
Een andere fase behandelt de kosten verbonden aan de uitvoering van diverse scenario’s met een vloot van elektrische en hybride voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In deze fase wordt, onder andere, in de stad een systeem van verhuring van elektrische en hybride voertuigen geïnstalleerd. Die scenario’s (waarvan al sprake was in een ander DWTC-project) worden gedefinieerd door het team van professor Maggetto van de VUB.
In het licht van die overwegingen over de kosten, wordt in een tweede deel aandacht geschonken aan de milieugebonden voordelen die verbonden zijn aan scenario’s waarbij gebruik wordt gemaakt van elektrische en hybride voertuigen. De methodologie berust op het evalueren van de kostprijs van de schade (of ‘externe kosten’) van dat nieuwe type van motoren voor klassieke voertuigen. Dergelijke benadering, met name aanbevolen in het kader van het project ExternE van het DGXII, wordt gekenmerkt door de modellering van de sequentie vervuilende emissies - ozonconcentratie in de omgevingslucht - fysieke schade - financiële impact.
De resultaten van beide delen (economie en leefmilieu) van het onderzoek worden tegen elkaar afgewogen via een kosten-batenanalyse om de voorwaarden van een « break-even » te bepalen of uit te maken of fiscale aftrekken ten gunste van de elektrische en hybride voertuigen aangewezen zijn.
Verwachte resultaten
De verwachte resultaten hebben een theoretisch en een praktisch aspect. Op theoretisch vlak dient een methodologie te worden ontwikkeld voor de kosten-batenanalyse van de fotochemische stadsvervuiling waarin de jongste kennis over economie en ecologie wordt ingepast. Praktisch gezien moet die methode worden toegepast op de diverse scenario’s met betrekking tot het gebruik van vloten van elektrische en hybride voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het theoretische aspect bestaat uit twee delen :
In het economische gedeelte van het onderzoek, waarbij in hoofdzaak de kosten van de elektrische voertuigen en de heropladingsinfrastructuur aan bod komen, wordt een beroep gedaan op de volgende instrumenten en methodologieën :
- De bepaling van kostenfuncties aanbevolen door nieuwe, op Europees vlak vastgestelde normen ;
- De toepassing van een gevoeligheidsanalyse, « learning curves » enz...
In het ecologische gedeelte van het onderzoek, dat tot doel heeft de ecologische voordelen van de elektrische voertuigen te bepalen, wordt uitgegaan van de volgende methodologieën en modellen :
- Wat de evaluatie van de ozonconcentratie in de omgevingslucht betreft : het model « Bruxelles-Air » ontwikkeld bij CEESE, alsook modellen zoals « Metphomod » of « EKMA » zullen worden gebruikt ;
- Voor de fysieke schade en de financiële impact zal de methodologie, gebruikt in het kader van het project « ExternE », worden verbeterd en op België toegepast.
Tot slot heeft het praktische gedeelte van de studie tot doel de economische en ecologische balans van de verschillende geselecteerde scenario’s op te maken, om te komen hetzij tot een nettowinst, hetzij tot nettomeerkosten. Na vergelijking van de twee gevallen (met of zonder elektrische voertuigen), op basis van een analyse van de kilometerkostprijs en inclusief de milieu-externaliteiten, kunnen zich twee situaties voordoen :
- Als er met de elektrische en hybride voertuigen nettomeerkosten zijn, moet worden nagedacht en geanalyseerd welke de voorwaarden van een « break-even » zijn ;
- Als van duidelijke nettowinsten wordt een analyse van de internalisering ervan verricht om de fiscale aftrek ten gunste van de elektrische voertuigen te rechtvaardigen.
Wetenschappelijke samenwerking
- Team van professor Gaston MAGGETTO, VUB ;
- Olivier COUACH en Silvan PEREGO, Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (EPFL) ;
- Professor J.-C. DECHAUX, Université des Sciences et Technologies, Lille.
Véhicules électriques et hybrides: une mesure pour réduire l'ozone troposphérique: rapport final
Favrel, Vincent - Landrain, Véronique - Da Silva, Nancy ... et al. Bruxelles: SSTC, 2001 (SP0735)
[Om te downloaden]
[Uitgeput]
Véhicules électriques et hybrides: une mesure pour réduire l'ozone troposphérique?: résumé exécutif
Bruxelles: SSTC, 2001 (SP0741)
[Om te downloaden]
Electric and hybrid vehicles: a measure to reduce tropospheric ozone?: executive summary
Brussels: OSTC, 2001 (SP0742)
[Om te downloaden]