Onderzoeksproject CG/DD1/27 (Onderzoeksactie CG)
Context
Het Protocol van Kyoto staat het gebruik toe van vier samenwerkingsmechanismen voor de uitvoering van de bepalingen ervan, nl. de ‘bubbles’ (art. 4.1), de handel in emissierechten (‘emissions trades’) (art. 17), de gezamenlijke toepassing (‘Joint Implementation’) (art. 6.1) en het propere ontwikkelingsmechanisme (‘Clean Development Mechanism’) (art. 12.2).
Aangezien België ermee ingestemd heeft mee te werken aan de Europese koepel, is ons land ten gevolge van het Europese akkoord van 17 juni 1998 verplicht zijn CO2-emissies met 7,5% te verminderen. Ook al is België vrij in de keuze van instrumenten, toch moet terzake met de Europese en andere partners overleg gepleegd worden.
Doelstellingen
Het oogmerk dat aan het geïntegreerde ondezoekproject ten grondslag ligt, is drievoudig :
1. Evalueren van de omvang van de inspanningen (kosten) die van de economie van het land vereist zullen worden in het kader van de toepassing van elk van de flexibele mechanismen.
2. Verwerven van een (economische en juridische) interdisciplinaire kennis van het allernieuwste instrument, namelijk de handel in emissierechten (‘emissions trading’).
3. Helpen bij de voorbereiding van de institutionele toepassing in België van dit instrument.
Het project
Het Netwerk CLIMBEL betreft onderzoek dat verricht wordt op drie elkaar aanvullende vlakken: (i) macro-economisch; (ii)micro-economisch en juridisch; (iii) institutioneel, elk overeenstemmend met een specifiek project.
Project I getiteld "Verplichting tot vermindering van de emissies in België na Kyoto : macro-economische en sectorale aspecten" wordt uitgevoerd door het Centrum voor Economische Studiën (KULeuven).
Het doel ervan is de volgende vragen te bestuderen :
1. Wat zouden de gevolgen zijn van een alternatieve verdeling tussen de Europese landen van de inspanningen tot vermindering van de emissies ("burden sharing") op de welvaart in België en in de andere landen ? Wat zouden de gevolgen zijn van de verplichte toepassing van verschillende instrumenten in Europa ? Deze analyse omvat de simulatie van verschillende scenario’s betreffende de Europese besluitvorming inzake instrumentenkeuze enerzijds en van verschillende scenario's voor de uitwisseling van quota's voor de vermindering op wereldvlak anderzijds.
2. Wat is de mogelijke rol van Joint Implementation voor België ? De analyse bestaat uit een literatuurstudie en het uitwerken van econometrische simulaties.
3. Wat is de weerslag van de toepassing in België van diverse instrumenten gericht op het verminderen van emissies? Er is dus onderzoek nodig naar de toepasbaarheid van elk van de verschillende soorten instrumenten en maatregelen die voorgesteld worden. Ook zal een evaluatie gemaakt worden van een aantal maatregelen waarmee de doelstellingen van Kyoto kunnen worden bereikt.
Project II getiteld "Ontwerp en organisatie van een markt van verhandelbare vergunningen in België : micro-economische en juridische analyse" richt zich op een specifiek instrument : de verhandelbare vergunningen. De analyse van dit nieuwe instrument zal op twee vlakken verlopen : economisch, dat wil zeggen de gedragsanalyse, en juridisch, dat wil zeggen het wettelijke en reglementaire kader van deze gedragingen.
De economische aspecten van het ontwerpen van een markt van verhandelbare vergunningen worden bestudeerd door het Center for Operations Research and Econometrics (CORE - UCL). Het onderzoek heeft betrekking op de betrokken actoren (ondernemingen, gezinnen, institutionele actoren, financiële tussenpersonen en andere), op de vormen en karakteristieken van het instrument, op de procedures inzake (i) initiële toewijzing van de vergunningen en (ii) werking van de secundaire markt en, tot slot, op de "domestic burden sharing" (verdelingseffecten).
De analyse van de juridische aspecten van de organisatie van een markt van verhandelbare vergunningen is toevertrouwd aan het Centre de Droit de la Consommation (CDC - UCL). De juridische beschouwing die daarbij gevolgd wordt, is die van de lege ferenda, rechtstreeks uitgaande van de resultaten van voornoemde economische analyse. Er zijn daarbij uiteraard vier standpunten : het standpunt van het privaatrecht en het economisch recht, het standpunt van het publiek recht, het standpunt van het administratief recht en tot slot het standpunt van het burgerrechtelijk en strafrechtelijk recht.
Project III getiteld "Onderzoek naar de institutionele haalbaarheid van de toepassing van de flexibele mechanismen en van de complementariteit tussen de emissiereducerende instrumenten" heeft betrekking op de toepassing van de betrokken instrumenten. Dit project, dat uit twee delen bestaat, wordt uitgevoerd door het Federaal Planbureau.
1. Het eerste deel bestudeert de nationale en internationale institutionele aspecten die het gebruik van de flexibele mechanismen bepalen. Het internationale kader, de concurrentieregels, de Europese politiek, de institutionele context en tot slot de Belgische politiek met betrekking tot het klimaat vormen het kader waarbinnen een beroep op de flexibele mechanismen zal worden gedaan.
2. Het tweede deel bestaat uit een onderzoek naar de haalbaarheid van de toepassing van de flexibele mechanismen in België. De werkzaamheden van Project II zullen de voornaamste input voor dit deel vormen; in vergelijking met de andere onderdelen van het onderzoek zullen de verslagen en werknota’s voor dit deel minder academisch getint zijn.
Door middel van dit project zijn de vorige projecten gelinkt met het besluitvormingsproces in België inzake emissiereducerende instrumenten. Behalve de twee vermelde projectgedeelten, zijn er ook nog de inspanningen die de medewerkers van het Federaal Planbureau zullen leveren op het vlak van het overleg met de betrokken instellingen.
Wetenschappelijke samenwerkingsverbanden
Evenals het onderzoeksnetwerk CLIMNEG (contract DWTC CG/10/27), werken wij samen met de Fondazione ENI Enrico Mattei (FEEM), het Massachusetts Institute of Technology (MIT), de Groupement de Recherche en Economie Quantitative van Aix-Marseille (GREQAM), de University of California in Santa Barbara, het Indian Statistical Institute, het CentER in Tilburg en het BEIJER Institute of Ecological Economics in Stockholm.
Changements climatiques et instruments de réduction des émissions en Belgique: une analyse interdisciplinaire (réseau CLIMBEL): résumé exécutif
Bruxelles: SSTC, 2001 (SP1007)
[Om te downloaden]
Changements climatiques et instruments de réduction des émissions en Belgique (Réseau CLIMBEL): rapport final
Tulkens, Henry Bruxelles: SSTC, 2001 (SP0987)
[Om te downloaden]
[Uitgeput]
Climate change and instruments for emissions abatement in Belgium: an interdisciplinary analysis (CLIMBEL project): executive summary
Brussels: OSTC, 2001 (SP1008)
[Om te downloaden]