NL FR EN
www.belgium.be

Economische impactmodules voor het EUROS-model

Onderzoeksproject CG/DD1/28 (Onderzoeksactie CG)

Personen :

  • M.  CONSTANT Philippe - ECONOTEC Consultants SPRL (ECONO)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/1998-30/6/2001
  • Prof. dr.  WOUTERS Guido - Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/1998-30/6/2001

Beschrijving :

Context

Ozonconcentraties hebben een negatieve invloed op de volksgezondheid en de vegetatie. Menselijke en natuurlijke emissies van vluchtige organische stoffen (VOS) en stikstofoxiden (NOX) liggen aan de basis van complexe chemische processen die troposferische ozonconcentraties veroorzaken. Het ozonbeleid heeft een dubbele dimensie. Enerzijds worden specifieke maatregelen genomen bij hoge zomerconcentraties. Tijdelijke maatregelen worden genomen om deze hoge concentraties te vermijden (cf. ozonplan). Anderzijds is er een duurzaam beleid dat er op gericht is om de emissies van ozonprecursoren definitief terug te dringen.

Het project

Het EUROS-model is een computermodel voor beleidsondersteuning inzake troposferische ozon en becijfert de impact in termen van ozonconcentraties in functie van emissiescenario's van vluchtige organische stoffen (VOS) en stikstofoxides (NOx).

Aan het reduceren van emissies is een economische kost verbonden. De baten van het beleid situeren zich voornamelijk in een verbeterde volksgezondheid en een verhoogde landbouwopbrengst. Op basis van de ExternE-methodologie kunnen deze baten geëvalueerd worden in monetaire termen en wordt het mogelijk kosten en baten van een ozonbeleid tegenover elkaar af te wegen.

De hoofdoelstelling van dit project is dan ook het aanbieden van een instrument voor de evaluatie van potentiële beleidsmaatregelen van een duurzaam ozonbeleid. Dit instrument moet het mogelijk maken concrete maatregelen te evalueren en de beleidsprioriteiten te helpen bepalen. De methodologie waarvoor wordt gekozen is de kosten-batenanalyse. De evaluatie van de kosten gebeurt op basis van welgedefinieerde en geografisch bepaalde technische ingrepen. Voor de analyse van de baten wordt gebruik gemaakt van de ExternE-methodologie die op dit vlak als state-of-the-art wordt beschouwd. Aldus kan een referentiekader worden gecreëerd waartegen de kosten van de maatregelen worden afgewogen. Dit instrument zal het niet enkel mogelijk maken het eigen beleid te evalueren, maar zal België tevens in staat stellen zijn eigen standpunt in internationale posities beter te onderbouwen.

Concreet bestaat het project erin om twee modules te bouwen die met het Euros-model zullen gekoppeld worden.

De kostenmodule vervult hierbij de volgende functies:

1. Het definiëren van emissiescenario's: endogene emissiescenario's kunnen worden gedefinieerd door een selectie te maken uit een lijst van concrete technische maatregelen in welbepaalde sectoren en deze toe te passen in een geografisch afgelijnd deelgebied van België volgens een welbepaalde timing. Bij middel van exogene emissiescenario's kan ook expertise van andere modellen (verkeersmodellen e.d.m.) ingebracht worden. Bij middel van exogene emissiescenario's kunnen ook analyses uitgevoerd worden om de marginale effecten te onderzoeken. Typische scenario's kunnen zijn: 1) BAU scenario, 2) toepassing van bestaande reglementering, 3) sensitiviteitsanalyses, 4) bijkomende maatregelen boven op bestaande reglementering enz.

2. Voor de beschouwde scenario's, het voorspellen van geografisch gelokaliseerde emissies van ozonprecursoren met een tijdshorizon tot 2015.

3. Evaluatie van de kosten voor verschillende actoren (producent, consument, overheid, buitenland) verbonden aan het nemen van een specifieke maatregelen. Onzekerheden in de kosten worden beschouwd door de marginale kosten van bestrijdingsmaatregelen als statistische distributies te beschouwen.

In de batenmodule wordt een economische evaluatie gemaakt van de baten van het ozonbeleid voor verschillende actoren en dit op basis van de ExternE-methodologie.

De balansmodule verzorgt de rapportering voor de gebruiker. Kosten en baten worden tegen elkaar afgewogen waarbij er mee rekening wordt gehouden dat kosten en baten niet samenvallen in de tijd. De balansmodule maakt tevens melding van andere milieudoelstellingen (in hoofdzaak broeikaseffect) die met de gekozen scenario's worden gerealiseerd, zonder deze evenwel te kwantificeren.

Partners

Het project wordt gerealiseerd in een samenwerkingsverband tussen Vito, tevens promotor van het project, en ECONOTEC. ECONOTEC stelt zijn expertise ter beschikking op het vlak van de bestrijdingstechnologieën terwijl de Vito zich meer concentreert op de geografische aspecten De baten-module wordt integraal door Vito gerealiseerd op basis van de ExternE-methodologie.

Verwachte resultaten

Het uiteindelijke resultaat van het project is de volledige kwantificering van de kosten en de baten van de vermindering van ozonconcentraties.

Documentatie :

Economische impactmodules voor het EUROS-model: eindrapport  VITO - ECONOTEC  Brussel: DWTC, 2001 (SP0732)
[Om te downloaden]  [Uitgeput] 

Economische impactmodules voor het EUROS-model: synthese    Brussel: DWTC, 2001 (SP0743)
[Om te downloaden

Economic impact modules for the EUROS model: summary    Brussels: OSTC, 2001 (SP0744)
[Om te downloaden