Onderzoeksproject CM/009 (Onderzoeksactie CM)
Doel van het onderzoek is de juridische problemen te bekijken die rijzen bij de convergentie tussen de audiovisuele technologieën en de telecommunicatie en de ontwikkeling van multimediadiensten, die fundamentele vraagtekens plaatsen bij het juridische stelsel van de overwogen sectoren. Het onderzoek moet het mogelijk maken een nieuw juridisch kader vast te leggen dat zo goed mogelijk die ontwikkeling regelt, dat de snelle ontwikkeling van de sectoren waarop zij betrekking heeft in de hand werkt en dat de Europese dimensie meerekent.
In die optiek moeten de volgende juridische problematieken worden aangepakt: de verdeling van de reglementeringsbevoegdheden; de voorwaarden voor reële concurrentie; de toegang tot de infrastructuur en de onderlinge aansluiting ervan; de universele dienst; de fundamentele vrijheden (onder andere het respect van de persoonlijke levenssfeer en het pluralisme); de intellectuele eigendom.
Er zal in het bijzonder aandacht worden geschonken aan de regels betreffende de aan de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) en aan de non-profitsector eigen toepassingen.
METHODE.
In een eerste fase wordt het relevante, bestaande of in uitbouw zijnde Belgische reglementair kader beschreven en geanalyseerd. Van dat kader wordt een syntheserooster opgesteld. Dat rooster wordt uitgevoerd in het licht van de prioritaire toepassingen voor de KMO's en de non-profitsector.
Vervolgens moet het Europese juridisch kader worden beschreven en geanalyseerd dat bestaat of in uitbouw is. Ook wordt aandacht besteed aan de ervaring in andere federale staten zoals de Verenigde Staten.
In een laatste fase worden aanbevelingen uitgewerkt om een passend reglementair kader uit te werken.
Voornaamste verwachte resultaten :
Met het overdenken van wat er in het algemeen op het spel staat en wat de gevolgen zijn op juridisch vlak van het convergeren van de audiovisuele en telecommunicatietechnieken en van de ontwikkeling van multimediadiensten, zal men komen tot het voorstel van een reeks aanbevelingen voor een gepast reglementair kader.
Hierdoor zullen, in het bijzonder via de seminaries die op touw zullen worden gezet, elementen worden aangedragen voor een publieke discussie. Er zal meer bepaald geantwoord worden op de vragen over het juridisch stelsel van de toepassingen met betrekking tot KMO's en de non-profitsector.
Samenwerking met andere ploegen : Interdisciplinair Centrum voor Recht en Informatica (ICRI) - K.U. Leuven ( Jos DUMORTIER)
Het reglementair kader van de convergentie tussen de telecommunicatie en de audiovisuele sector is een van de elementen van een "Nieuwe telecommunicatie- reglementering in België na 2000", dat het voorwerp is van de studie van de ploeg van het ICRI in de context van de pool voor interdisciplinaire expertise.
Die samenwerking krijgt gestalte met het regelmatig (om de drie maanden) en bij toerbeurt beleggen van werkvergaderingen tijdens welke beide ploegen van gedachten wisselen over precieze problemen die aan bod zijn gekomen in hun respectieve studies.
Bovendien wordt voor coördinatie gezorgd met de ploegen van het SMIT (VUB - J.C. BURGELMAN) en van het LENTIC (ULG - F. PICHAULT), die de sociaal-economische aspecten van de convergentie onderzoeken.
Geplande valorisatieactiviteiten: organiseren van twee seminaries;
1. Voor een optimaal resultaat worden de aanbevelingen voor een juridisch kader van de technologische convergentie tussen de telecommunicatie en de audiovisuele media die werden uitgewerkt in de 3e fase van het onderzoek, vóór de uiteindelijke formulering ervan, tijdens een seminarie ("workshop") becommentarieerd en bediscussieerd. Op dat seminarie worden in elk geval vertegenwoordigers uitgenodigd van de betrokken actoren (Europese Commissie, BIPT, Belgacom, "alternatieve operatoren", dienstenleveranciers, KMO's, besturen, universiteiten,...). Om de efficiëntie te vrijwaren zal het seminarie evenwel niet voor het grote publiek openstaan.
2. Eind april 1996 organiseren het ICRI en het CRID samen een voor het publiek open seminarie waarop de in het kader van de studies verworven resultaten worden voorgesteld.
