Onderzoeksproject CP/25 (Onderzoeksactie CP)
Context
Het milieubeleid was tot nog toe voornamelijk gebaseerd op emissienormen voor installaties die uniform moesten worden gerespecteerd. Problemen zoals verzuring en troposferische ozon zijn in Europa echter niet overal even acuut. Dichtbevolkte gebieden en uitzonderlijke natuurgebieden zijn veel kwetsbaarder dan woestijnachtige gebieden. Met het RAINS model worden nationale emissiereductiedoelstellingen afgeleid in functie van de te realiseren milieudoelstellingen en in functie van de emissiereductiekosten. Op basis van dit model heeft de EU de emissiereductiedoelstellingen in de NEC richtlijn bepaald. Volgens deze richtlijn moet België de emissies van SO2 tegen 2010 met 73% reduceren tegenover het niveau van 1990, voor NOX bedraagt dit -48%, voor VOS - 58% en voor NH3 - 31%. België staat voor de uitdaging om dit te realiseren. Daarnaast is er nog het Protocol van Kyoto dat België oplegt om de emissies van broeikasgassen te beperken.
Beschrijving van het project
Doelstellingen
Kosteneffectiviteit wordt in het RAINS model nagestreefd door middel van nationale emissiereductiekostencurven. Deze geven de minimale kosten weer om emissies van polluenten te reduceren. De technologieën worden daarbij volgens stijgende kosten gerangschikt. De RAINS kostencurven zijn enkel gebaseerd op één-polluent reductietechnieken. Dergelijke analyses zijn onvolledig en garanderen dus niet de hoogste welvaart. Vandaar dat het wenselijk zou zijn een evaluatiemodule te ontwikkelen die multi-polluente technologieën in beschouwing neemt. De doelstellingen van dit project kunnen dan ook als volgt worden samengevat:
- Het aantonen van de relevantie van deze problematiek. De eerste taak vormt het identificeren van de polluenten en processen waarvan de emissies simultaan kunnen worden gereduceerd door de toepassing van specifieke milieutechnologieën, proces- wijzigingen of brandstofsubstitutie.
- Het ontwikkelen van een theoretisch kader voor de allocatie van emissiereductiekosten vanuit enkelvoudige technologieën naar verschillende polluenten. Het ontwerpen van een praktische module voor de berekening van marginale reductiekosten. De kwantificering van de voordelen van een simultane benadering.
- Het ontwerpen van theoretische en praktische systemen voor de verdeling van de emissiereductiekosten over verschillende vervuilers.
- Het ter beschikking stellen van een werktuig (databank, optimalisatie en simulatie) dat behulpzaam kan zijn voor de analyse van beleidsopties en de kwantificering van de emissiereducties en de verdeling tussen de gewesten.
Methodologie
In eerste instantie zal een nationale emissiedatabank worden ontwikkeld op basis van de emissiegegevens van de drie gewesten. Voor de grote industriële emissiebronnen zal deze databank zeer gedetailleerde informatie bevatten die ook de toegepaste productietechnologieën en het energiegebruik beschrijven.
De database zal ook technische en economische informatie bevatten over reductietechnologieën (zowel primaire maatregelen als nageschakelde technieken) en over mogelijke proceswijzigingen. Om het vervroegd vervangen van bestaande installaties te evalueren, worden ook de meest recente BAT technologieën als alternatieve opties ingebouwd.
Op dit databasesysteem zullen een simulatie- en een optimalisatiemodule ontwikkeld worden. Met de simulatiemodule kunnen emissieprojecties voor de komende 15/20 ontwikkeld worden waarbij rekening wordt gehouden met het geplande beleid en technologische evolutie. De optimalisatiemodule zal dienen om de laagste kostscenario’s te ontwikkelen, kostencurven af te leiden en de voordelen van een multi-polluent benadering te kwantificeren.
Met deze modules zullen verder scenario’s worden ontwikkeld en beleidsdoelstellingen worden doorgerekend.
Tenslotte willen we ook verder ingaan op de problematiek van de lastenverdeling. In dit kader willen we onderzoeken of een beleid dat gericht is op globale kostenminimalisering tot een zelfde lastenverdeling leidt als een beleid dat gericht is op andere welvaartsaspecten. Omdat het niet de bedoeling is om in dit project een algemeen evenwichtsmodel of een econometrisch simulatiemodel te ontwerpen zal hiervoor gebruik worden gemaakt van bestaande modellen. Een deel van dit werk zal bijgevolg uitbesteed worden aan externe partners. Waarschijnlijk zal gebruik worden gemaakt van modellen die in het kader van andere DWTC opdrachten binnen PODOI of PODOII werden ontwikkeld.
Het onderzoeksteam voor dit project is een echt "Belgisch" team. Het bestaat uit 4 onderzoeksgroepen uit de drie gewesten. VITO is de initiatiefnemer en zal het project ook coördineren. Langs Vlaamse zijde maakt ook VMM deel uit van het onderzoeksteam. Hun belangrijkste bijdrage ligt in het verzamelen en verwerken van de emissiegegevens in Vlaanderen. Institut Wallon (IW) is de Waalse partner in dit onderzoeksproject die naast de emissiegegevens ook belangrijke input zal leveren bij de ontwikkeling van de database. Tenslotte maakt ook het Brussels Instituut voor Milieubeheer deel uit van het team. Zij zal instaan voor de emissiegegevens van het Brusselse gewest.
Verwachte resultaten en/of producten
De tools (database, simulatie en optimalisatie module) die in dit project worden ontwikkeld zullen zeer nuttig zijn voor de ondersteuning van het milieubeleid dat gericht is op de reductie van de emissies. Het model zal de voordelen van een simultane aanpak kunnen demonstreren. Vermits het model een gewestelijke opsplitsing heeft zal het ook kunnen ingezet worden in de discussies over de burden sharing. Ongetwijfeld zal dit model ons helpen om strategische keuzes te maken met betrekking tot het emissiebeleid en tevens om korte en lange termijn doelstellingen beter op elkaar te laten afstemmen. Om de uitstraling van dit project te bevorderen zullen de inzichten en resultaten ervan in wetenschappelijke publicaties worden uitgewerkt.
Partners
Activiteiten
VITO is de initiatiefnemer en tevens de projectcoördinator voor dit onderzoek. VITO ondersteunt het emissiereductiebeleid, o.m. door het opmaken van de energiebalans voor Vlaanderen en de uitvoering van sectoriele reductiepotentieelstudies. Naast de coördinatie zal Vito instaan voor het modelleringwerk, het doorrekenen van scenario’s en het afleiden van kostencurven.
De activiteiten van IW kaderen binnen het globale concept van duurzame ontwikkeling. In dit project staat IW in voor de emissiegegevens in de Waalse regio en de ontwikkeling van een nationale emissiedatabank. Verder zal IW ook participeren bij het uitwerken van scenario’s en de uitvoering van beleidsstudies.
De VMM is verantwoordelijk voor de registratie en rapportering van emissies in Vlaanderen. Binnen deze studie zullen zij gedetailleerde emissiegegevens aanleveren voor de industriële emissiebronnen en meer geaggregeerde gegevens voor de andere emissiebronnen in Vlaanderen.
BIM is verantwoordelijk voor de emissie-inventaris in het Brusselse gewest.
Coördinaten
Promotor
Jan Duerinck
Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
Boeretang 200, B-2400 Mol
jan.duerinck@vito.be
http://www.vito.be
Partners
Françoise Nemry
Institut Wallon
4, Boulevard Frére Orban, B-5000 Namur
f.nemry@iwallon.be
http://www.iwallon.be
Marie-Rose Van den Hende
Vlaamse Milieumaatschappij
Alfons Van de Maelestraat 96 B-9320 Erembodegem
m.vandenhende@vmm.be
http://www.vmm.be
Marianne Squibin
Brussels Instituut voor Milieubeheer
Gulledelle 100, B-1200 Brussel
msq@ibgebim.be
http://www.ibgebim.be
Gebruikerscomité
- Thomas Bernheim - Federaal Planbureau - Task Force Duurzame Ontwikkeling - Brussel
- Johan Brouwers - Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - MIRA - Mechelen
- Lieven Capon - SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement - Services fédéraux pour les Affaires environmentales - Bruxelles
- Sophie Closson - SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement - Services fédéraux pour les Affaires environnementales - Etudes et coordination - Bruxelles
- Claude Delbeuck - Ministère de la Région Wallonne - Direction générale des Ressources Naturelles et de l'Environnement (DGRNE) - Jambes
- Christian Ferdinand - SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie - Bruxelles
- Caroline Gallez - Faculté Polytechnique de Mons - Mons
- Gabriel Michaux - SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie - Energy Policy Division - Bruxelles
- Bob Nieuwejaers - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - AMINAL - Sectie Lucht - Brussel
- Sara Ochelen - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - AMINAL - Directoraat-generaal - Subcel Milieu-Economie - Brussel
- Olivier Parks - Ministère de la Région Wallonne - Direction générale des Ressources Naturelles et de l'Environnement (DGRNE) - Division de la prévention et des autorisations - Cellule Air - Jambes