Onderzoeksproject DB/DD/046 (Onderzoeksactie DB)
DOELSTELLINGEN
Het opstellen van een volkstellingsmonografie over nuptialiteit en vruchtbaarheid.
TAKEN
1. UCL: de nuptialiteit omvat vier aspecten: de primo-nuptialiteit, de echtscheiding, het weduwschap en het hertrouwen. Voor elk van deze vier delen verbindt men de klassieke demografische analyse - voor de opstelling van tabellen en trendanalyse - met de statistische analyse van de individuele gegevens uit de twee volkstellingen - doorheen het aangeven van de criteria voor partnerkeuze en de opbouw van de sociaal-economische profielen van ongehuwde, gehuwde, echtgesceheiden en verweduwde personen. Vergelijkingen in de tijd en regionale vergelijkingen worden gemaakt daar waar mogelijk en zinvol. Het samenwonen zal worden bestudeerd door de onderzoekers die bezig zijn met de monografie over huishoudenssamenstelling.
De belangrijkste gegevensbronnen zijn de volkstellingen van 1991 en 1981 en de gegevens over de burgerlijke staat (voor het opstellen van de tabellen en het volgen doorheen de tijd).
2. Het CBGS zorgt voor de analyse van de vruchtbaarheid. Deze analyse geeft een integraal beeld van de intensiteit en van het patroon van de vruchtbaarheid op het einde van de jaren tachtig en van de evolutie ervan doorheen de voorbije decennia. In de analyse wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de bevolking van Belgische nationaliteit en die van vreemde nationaliteit; hierbij wordt uitvoerig aandacht besteed aan de twee belangrijkste ethnische minderheden, nl. Turken en Marokkanen.
De analyse van de veranderingen van het vruchtbaarheidspatroon is voornamelijk gebaseerd op vergelijkingen van cohorte-maten (longitudinale benadering). Hiertoe worden bijna uitsluitend de gegevens van de volkstelling van 1991 gebruikt. De gegevens van 1981 worden slechts in beperkte mate gebruikt in het kader van transversale vergelijkingen. De analyse besteedt zowel aandacht aan de veranderingen van de algemene vruchtbaarheid als van de huwelijksvruchtbaarheid.
Zowel voor de Belgische bevolking als voor de Turken en Marokkanen wordt een belangrijk deel van de analyse gewijd aan de effecten van het onderwijsniveau van de vrouw. Voor de Belgische bevolking wordt hierbij extra aandacht gegeven aan de timing van het eerste kind tussen de leeftijd 20 en 32 jaar; bij Turken en Marokkanen wordt dieper ingegaan op de verschillen van het eerste geboorte-interval, d.w.z. op de verschillen van de huwelijksduur op het ogenblik van de eerste geboorte.
Voor de Belgische bevolking wordt systematisch aandacht besteed aan de regionale verschillen; voor de jongste Turkse en Marokkaanse vrouwen wordt het effect op de vruchtbaarheid bestudeerd van de socialisatie in een nieuw thuisland.
De belangrijkste bevindingen van de beschrijvende analyse worden ten slotte voor zowel de Belgische bevolking als voor de Turkse en Marokaanse bevolkingsgroepen samengevat door middel van regressie-analyse. Op basis van deze resultaten worden hypotheses geformuleerd i.v.m. het mogelijk toekomstig demografisch verloop van de bevolking in België, en tevens aanbevelingen voor toekomstige analyses en bevolkingsprojecties.
Het project van Dr. R.C. SCHOENMAECKERS (Vruchtbaarheid) en dat van Prof. dr. F. Bartiaux en dr. C. Wattelar (Nuptialiteit) vormen samen de twee delen van één zelfde onderzoek.