Onderzoeksproject EV/12 (Onderzoeksactie EV)
Context
Het CASTEC-project kadert binnen het Kyoto Protocol en het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling (2000-2004) van de Belgische regering. Het Kyoto Protocol bepaalt emissiereducties voor een korf van 6 broeikasgassen. Gedurende de eerste verbintenisperiode (2008-2012) dient België zijn broeikasgasemissies te reduceren met 7,5% in vergelijking met het niveau van 1990 (basisniveau). In het protocol bieden de artikels 3.3 en 3.4, (Land Use, Land Use Change and Forestry) een gelegenheid om de atmosferische CO2 reductie/verwijdering door C-opslag in bossen, akkers en graslanden te verrekenen.
Het project sluit ook aan bij de doelstelling van het Belgisch Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling. Dit plan is deels gewijd aan het formuleren van coherente sectoriële en transsectoriële maatregelen ter realisatie van de Kyoto verbintenis d.m.v. een nieuw Belgisch klimaatplan.
Beschrijving van het project
Doelstellingen
Het uiteindelijke doel van dit project is het realiseren van een betrouwbare kwantificatie en het uitvoeren van een strategische exploratie van het C-opslag potentieel in Belgische bossen, plantages, akkers en graslanden die de verwijdering van atmosferische CO2 in terrestrische reservoirs aantonen. De gegevens in de Belgische nationale broeikasgasinventaris, meegedeeld aan de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), wijzen op een grote onzekerheid en een duidelijk tekort aan informatie omtrent de omvang en aard van deze reservoirs voor CO2 reductie in België. Een hedendaags milieubeleid en besluitvorming heeft echter nood aan een multidisciplinaire aanpak en meer dan één oplossing. Daarom is de globale doelstelling opgesplitst in verschillende specifieke doelstellingen, welke behandeld worden in verschillende Takenpakketten (TP’s):
TP1: Bepalen van het C-opslag potentieel van akkerland door exploratie van verschillende bodembeheersscenario’s.
TP2: Bepalen van het C-opslag potentieel van graslanden en vegetatietypes van stedelijk gebied.
TP3: Bepalen van het C-opslag potentieel van bossen en biomassa/bio-energie plantages.
TP4a: Bepalen van de lachgas- (N2O) en CO2 emissie en de methaan- (CH4) opname als een resultaat van de beheersscenario’s in TP1, TP2 en TP3.
TP4b: Bepalen van kwantificatiemethodes voor jaarlijkse nieuwe bodem C-accumulatie en C-stabilisatie.
TP5: Optimaliseren van een bestaand Dynamisch Vegetatie Model om C-opslag en C-opname in de ecosystemen van TP2 en TP3 te voorspellen.
Voor akkers (TP1), graslanden/vegetatietypes van stedelijk gebied (TP2) en bossen/plantages (TP3) zullen basisniveaus voor het referentiejaar 1990 bepaald worden aan de hand van historische datasets.
Methodologie
De volgende methodes zullen, onder andere, gebruikt worden in de loop van het project:
- Opvragen historische datasets voor het berekenen van het 1990 basisniveau.
- Herbemonsteren van een groot aantal punten waarvan het bodem organische koolstofgehalte reeds gekend is voor twee punten in de tijd.
- Aanleggen van plantages en proefvelden waar effecten van verschillende bodembeheers- en beheersscenario’s onderzocht worden.
- Fluxmetingen (CO2, N2O, CH4).
- Processtudies d.m.v. stabiele isotopen.
- Modelleren.
Interactie tussen de verschillende partners
Voor meer informatie kunt u onze website bezoeken: http://fltbwww.rug.ac.be/CASTEC.
Verwachte resultaten en/of producten
De directe valorisatie van het CASTEC project situeert zich op nationaal niveau en binnen de internationale wetenschappelijke gemeenschap. Door een betrouwbare kwantificatie en strategische exploratie van de mogelijkheden tot C-opslag in terrestrische ecosystemen die tegemoetkomt aan de Belgische broeikasgasemissie doeleinden, zal dit project bijdragen tot kwaliteitsgarantie, kwaliteitscontrole en volledigheid van de Belgische broeikasgasinventaris. Bovendien kan het beleidsopties aanbieden om broeikasgasemissies te reduceren.
Binnen het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) bestaan er nog veel vragen en onzekerheden omtrent rapportage, exploratie, monitoring en verificatie met betrekking tot de toepassing van artikels 3.3. en 3.4 van het Kyoto ProtocoI. Dit project kan bijdragen in het oplossen van deze internationale problemen.
Om succesvol te zijn, dient een modern milieubeleid te steunen op wetenschappelijke analyse en een breed partnerschap. Daarom is het meest belangrijke element van een succesvol milieubeleid dan ook het samenbrengen van alle partijen vereist voor de correcte implementatie van potentiële maatregelen. Met het oog hierop zal er een geïntegreerde beoordeling van de wetenschappelijke resultaten doorgaan tijdens een tweejaarlijkse workshop. Het doel van zo’n workshop is dan ook niet puur wetenschappelijk. Het is onze bedoeling om de verkregen resultaten zo vlug mogelijk mede te delen aan: wetenschappers in aanverwante disciplines, beleidsmakers, belanghebbenden (bijv. landbouworganisaties, bosbouwers, ...) en de media.
Partners
Activiteiten
Het onderzoek aan het Laboratorium voor Toegepaste Fysicochemie spitst zich toe op de C en N biogeochemie in terrestrische ecoystemen, gebruikmakende van fluxmetingen en stabiele isotopen om relevante processen te ontrafelen.
De Vakgroep Bodembeheer en Bodemhygiëne focust zich op de bepaling van het C-opslag potentieel van het Belgische akkerlandareaal door exploratie van verschillende bodembeheersscenario's, gebruik makend van bestaande datasets en modellering.
Het onderzoek aan het Laboratorium voor Plantecologie focust zich op de koolstof- en watercyclus van terrestrische ecosystemen, inclusief het opschalen vanuit een experimentele en modelmatige aanpak.
Het Laboratorium voor Bosbouw is verantwoordelijk voor de koolstofopslag inventaris van de Belgische bossen en biomassa plantages en heeft een 1 ha korte-rotatie plantage aangelegd voor onderzoek naar veranderingen in boven- en ondergrondse koolstofpools.
Het Departement Fytotechnie en Ecofysiologie (CLO-Gent) verricht onderzoek omtrent de impact van teeltmethoden op opbrengst en kwaliteit van land- en tuinbouwproducties en milieu in het kader van de multifunctionaliteit van een duurzame landbouw.
Coördinaten
Website: http://fltbwww.rug.ac.be/CASTEC
Promotor
Oswald Van Cleemput
Universiteit Gent (RUG)
Laboratorium voor Toegepaste Fysicochemie
Coupure links 653, B-9000 Gent
Tel: +32 (0)9 264 60 04; Fax: +32 (0)9 264 62 42
oswald.vancleemput@rug.ac.be
http://fltbwww.rug.ac.be/isofys
Partners
Georges Hofman
Universiteit Gent (RUG)
Vakgroep Bodembeheer en Bodemhygiëne
Coupure links 653, B-9000 Gent
Tel: +32 (0)9 264 60 54; Fax: +32 (0)9 264 62 47
georges.hofman@rug.ac.be
http://soilman.rug.ac.be
Raoul Lemeur
Universiteit Gent (RUG)
Laboratorium voor Plantecologie
Coupure links 653, B-9000 Gent
Tel: +32 (0)9 264 61 16; Fax: +32 (0)9 224 44 10
raoul.lemeur@rug.ac.be
Noël Lust
Universiteit Gent (RUG)
Laboratorium voor Bosbouw
Geraardbergse Steenweg 267, B-9090 Melle (Gontrode)
Tel: +32 (0)9 252 21 13; Fax: +32 (0)9 252 54 66
noel.lust@rug.ac.be
Lucien Carlier
Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek - Gent (CLO-Gent)
Departement Fytotechnie en Ecofysiologie
Burg. Van Gansberghelaan 109, B-9820 Merlebeke
Tel: +32 (0)9 272 27 00; Fax: +32 (0)9 272 27 01
l.carlier@clo.fgov.be
http://www.clo.fgov.be
Gebruikerscomité
Bob Nieuwejaers - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Algemeen Milieu en Natuurbeleid
Dirk Van Hoye - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Bos en Groen
Jos Van Slycken - Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer
François Stuyckens - Vlaamse Landmaatschappij
Pierre Richir - SITEREM NV
Carbon sequestration potential in different Belgian terrestrial ecosystems: quantification and strategic exploration (CASTEC) : final report
Beheydt, Daan - Goossens, Annick - Boeckx, Pascal ... et al Brussels : Federal Science Policy , 2006 (SP1930)
[Om te downloaden]
[Om te bestellen]