Onderzoeksproject EV/27 (Onderzoeksactie EV)
Context
Een exotisch invasieve soort wordt gedefinieerd als een soort die, ver buiten zijn natuurlijk verspreidingsareaal, is doorgedrongen en zich daar heeft ingeburgerd, met mogelijke ecologische schade tot gevolg.
Invasieve soorten, hetzij planten, hetzij dieren, aquatisch of terrestrisch, bedreigen de biodiversiteit van het geïnvadeerd gebied. In sterk getroffen streken zoals de Verenigde Staten startte de studie over de invasieve nieuwkomers vroeger dan in Europa, waar de invasies recenter van oorsprong zijn.
De kennis over het aantal invasieve planten in België en hun verspreiding, is tot nu toe erg beperkt gebleven. Nochtans zijn er tal van onopgeloste vragen omtrent de processen en dynamiek van invasies. Het is in dit verband dat het INPLANBEL project is ontstaan: de eerste multidisciplinaire benadering van het probleem van invasieve planten in België.
Beschrijving van het project
Doelstelling
De algemene doelstelling is het vormen van een referentiekader voor de evaluatie van de bedreigingen die invasieve soorten vormen, en de ontwikkeling van een beleid met betrekking tot milieubeheer en voortgezette onderzoeksprogramma’s.
Methodologie
WP1. Keuze van de bestudeerde soorten en landschapseenheden (alle partners):
de soortenlijst omvat tropische C4-grassen in maïsvelden in West-België, soorten die beschouwd worden als invasief in (half)natuurlijke biotopen (FALLOPIA JAPONICA, HERACLEUM MANTEGAZZIANUM, IMPATIENS GLANDULIFERA and PARVIFLORA, POLEMONIUM CAERULEUM, PRUNUS SEROTINA, ROSA RUGOSA, SENECIO INAEQUIDENS, SOLIDAGO GIGANTEA) en exotische soorten die in België werden aangetroffen maar er niet in slaagden uit te groeien tot pestsoorten. Landschapseenheden ( 1000 ha) zullen zo gekozen worden dat ze een gamma aan typische Belgische landschapsstructuren vertegenwoordigen en dat ze zoveel mogelijk geselecteerde soorten bevatten.
WP2. Opstellen van een lijst van uitheemse plantensoorten in België en kwantificering van hun invasief succes (BBG):
aanmaak van een gegevensbank die alle uitheemse soorten, na 1800 in België geïntroduceerd, bevat. Daarna wordt aan de hand van historische biogeografische aan- en afwezigheidsgegevens een gedetailleerde analyse van het invasief succes van de geselecteerde soorten gemaakt. Er wordt dan rekening gehouden met de belangrijkste componenten van een invasieproces: vestiging, persistentie doorheen de tijd en snelheid van geografische verspreiding. Op basis van de internationale literatuur, zal de Belgische lijst vergeleken worden met de beschikbare gegevens uit aangrenzende landen, teneinde soorten die in België invasief zouden kunnen worden, te identificeren.
WP3. Monitoring van soorten en analyse van dispersie op landschapsniveau (FUSAGx, BBG):
de geselecteerde biotopen en de verspreiding van de beoogde soorten zullen gekarakteriseerd worden. Dit heeft als doel de habitats die door de soorten gekoloniseerd worden te definiëren en de ruimtelijke verspreiding van de soorten in relatie tot de landschapsstructuur te analyseren. Voor elk van de gekozen landschapseenheden zal een GIS-gegevensbank opgesteld worden die de nodige informatie bevat om de landschapsstructuur te karakteriseren. Per invader-populatie zullen de ligging, de populatiegrootte, de vegetatiekenmerken, de mate van menselijke verstoring en het landgebruik genoteerd worden. De metapopulatie-dynamiek zal gedurende drie jaar worden gevolgd door het verschijnen en verdwijnen van populaties te monitoren. De verspreidingsmechanismen van de soorten zullen nader worden onderzocht (individuele zaadproductie, zaadval en zaadvoorraad), en de ruimtelijke patronen en de structuur van de metapopulaties zullen vergeleken worden voor soorten met contrasterende verspreidingsmechanismen. Het succes waarmee een habitat gekoloniseerd wordt, zal verklaard worden aan de hand van het landgebruik, de landschapsstructuur en de verspreidingsmechanismen. Zo kunnen landschapscomponenten die gevoelig zijn voor invasie, opgespoord worden.
WP4. Invasief succes verklaren: analyse van plant- en ecosysteemkarakteristieken (UA):
ontwikkeling van een alternatieve analysemethode voor het verklaren van invasief succes uitgaande van de gecombineerde karakteristieken van invasieve soorten en geïnvadeerde ecosystemen. De bestudeerde soorten hebben een verschillend invasief succes zodat een breed spectrum van invasief vermogen en invasibiliteit bestreken wordt. Plant- en ecosysteemkarakteristieken die invasief succes verklaren, kunnen nadien gebruikt worden om vroegtijdig problematische soorten en kwetsbare ecosystemen te detecteren. Daarnaast worden ook zaailingpersistentie en nutriëntenopname bestudeerd om de respons van de invasieve soorten op competitie met inheemse soorten te bepalen.
WP5. Impact van invasie op ecosysteemeigenschappen (UA, ULB):
bodemeigenschappen, netto primaire productiviteit en minerale samenstelling zullen vergeleken worden tussen geïnvadeerde en niet-geïnvadeerde plots (5 sites per soort). Veranderingen in ecosysteemprocessen worden gerelateerd aan soortkarakteristieken en ecologische condities. Verder wordt de hypothese dat de impact van invasieve soorten op ecosysteemeigenschappen de vestiging van nieuwe invasieve planten promoot, getest. Tenslotte zal het relatieve belang van soort- en sitekarakteristieken (en de structuur van de correlaties tussen beide) voor de geobserveerde veranderingen in ecosysteemattributen, geanalyseerd worden.
Interactie tussen de verschillende partners
De interactie tussen de onderzoeksgroepen wordt bevorderd doordat met een zelfde set van soorten en sites gewerkt wordt. Dit laat toe de verschillende datasets, verzameld vanuit een verschillend perspectief, te integreren en de resultaten in hun geheel te interpreteren. Coördinatie van het veldwerk is dan ook een vereiste.
Band met internationale programma’s
Samenwerking tussen de FUSAGx en de Faculté des Sciences de Metz wordt overwogen. Met de Université de Picardie Jules Vernes (Prof. G. DECOCQ), waar de invasieve verspreiding van Prunus serotina onderzocht wordt, wordt reeds samengewerkt. Wellicht zullen er ook gegevens uitgewisseld worden met het Conservatoire National Botanique de Porquerolles (S. BRUNEL), dat op een regionaal programma rond invasieve planten in Zuid-Frankrijk werkt.
Verwachte resultaten en/of producten
Een poster, een iconografie, demonstratieplots, een discussieforum (www.biodiversity.be/bbpf/) en een monitoringnetwerk in natuurreservaten, zullen de resultaten van het INPLANBEL project bij een breder publiek bekend proberen te maken.
Partners
Coördinator
Grégory Mahy
Faculty of agronomical sciences in Gembloux (FUSAGx)
Laboratoire d’Ecologie - Unité Sol-Ecologie-Territoire
2, Passage des Déportés
B-5030 Gembloux
Tel: +32 (0)81 62 22 45
Fax: +32 (0)81 61 45 44
mahy.g@fsagx.ac.be
www.fsagx.ac.be/fac/fr/unites/ec.asp
Partners
Leo Vanhecke
Rechtspersoonlijkheid Nationale Plantentuin van België (BBG)
Domein van Bouchout
B-1860 Meise
Tel: +32 (0)2 260 09 60
Fax: +32 (0)2 260 09 45
leo.vanhecke@br.fgov.be
www.br.fgov.be
Pierre Meerts
Université Libre de Bruxelles (ULB)
Laboratoire de Génétique et Ecologie Végétales
50, Avenue F.D. Roosevelt
B-1050 Brussels
Tel: +32 (0)2 650 91 67
Fax: +32 (0)2 650 91 70
pmeerts@ulb.ac.be
http://www.ulb.ac.be/rech/inventaire/unites/ULB159.html
Ivan Nijs
Universiteit Antwerpen (UA)
Departement Biologie - Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie
Universiteitsplein 1
B-2610 Wilrijk
Tel: +32 (0)3 820 22 57
Fax: +32 (0)3 820 22 71
inijs@ua.ac.be
www.uia.ac.be/bio/pleco/
Users Committee
A. Wouters - Administration for Environmental, Nature, Land and Water Management (AMINAL)
J. Saintenoy-Simon - Amicale Européenne de Floristique (AEF)
W. Delvingt - Ardenne et Gaume
M. Gryseels - Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM)
P. Gérard - Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois – Direction de la Nature, de la Chasse et de la Pêche
S. Brunel - Conservatoire National Botanique de Porquerolles
P. De Wolf - Direction Générale Ressources naturelles et Environnement (DGRNE) – Ministère Région Wallonne
D. De Beer - Flo.wer
J. Van Goethem - National Focal Point to the Convention on Biological Diversity - Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
W. van Landuyt - Instituut voor Natuurbehoud
J. Bracqené - Natuurpunt
J. Huysecom - Réserves Naturelles Ornithologiques de Belgique (R.N.O.B.)
G. Decocq - Université Picardie Jules Verne - Faculté de pharmacie - Département de Botanique
H. Raeymaekers - Comité scientifique de la Conservationde la Nature et de la Protection de l’eau (CSCNPE)
Invasive plants in Belgium: patterns, processes and monitoring (INPLANBEL) : final report
Vanderhoeven, S. - Pieret, N. - Tiebre, M.-S. ... et al Brussels : Belgian Science Policy, 2008 (SP1879)
[Om te downloaden]
[Om te bestellen]