Onderzoeksproject EV/29 (Onderzoeksactie EV)
Context
De globale achteruitgang van de biodiversiteit wordt momenteel erkend als een van de grootste uitdagingen van deze eeuw (UN-CBD, OJ L309). De bescherming van de biodiversiteit kreeg in Europa een wettelijk statuut voor maatschappelijke actie in de beleidsdocumenten COM(1998)0042, 79/409/EEC en 92/43/EEC. Een van de hoogste prioriteiten erkend op de Wereldtop van Johannesburg was de verbetering van de kwaliteit van oppervlaktewateren. Verschillende ondiepe wateren zijn reeds beschermd door, bijvoorbeeld, de RAMSAR Conventie en de EU Vogel Richtlijn (79/409/EEC). De EU is bovendien een nieuwe en ambitieuze richting in het beheer van wateren ingeslagen, door resoluut te kiezen voor een ecologisch en duurzaam beheer van binnenwateren via het onderschrijven van een nieuwe legislatieve, namelijk de ‘Water Kaderrichtlijn’ (WFD). Deze zegt dat lidstaten alle oppervlaktewateren zullen beschermen, verbeteren en restaureren met de bedoeling een goede kwaliteit van oppervlaktewateren te bekomen binnen de 15 jaar (WFD artikel 4). Vergelijkbare engagementen kunnen gevonden worden in Agenda 21 (in verschillende hoofdstukken) en in het Belgisch Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling.
Beschrijving van het project
Doelstellingen en methodologie
Doelstelling 1: Het evalueren van bestaande patronen van biodiversiteit en van het ecosysteem en de trofische structuur van gemeenschappen in poelen en vijvers.
Methodologie: De biodiversiteit van kleine binnenwateren zal in geheel België bepaald worden op verschillende niveaus: genotype, taxon, ecosysteem. Genetische diversiteit van vlaggenschipsoorten (Amphibia, ‘Cladocera’, Anostraca) zal de overlevingskansen van geïsoleerde populaties reflecteren. De taxondiversiteit van een reeks model organismen zal gebruikt worden om een betrouwbare indicatie van de totale taxondiversiteit te bekomen. Een dergelijke analyse van de architectuur van het ecosysteem geeft indicaties over de mate waarin dergelijke systemen gebufferd zijn en verstoringen kunnen overleven, m.a.w. de ecosysteemintegriteit.
Doelstelling 2: Het ontwikkelen van kosteneffectieve en betrouwbare methoden om biodiversiteit niveaus, als maat voor ecosysteem integriteit, in kleine stilstaande wateren in te schatten.
Methodologie: De databank, welke zal opgezet worden in het kader van doelstelling 1, wordt geanalyseerd om een minimale matrix van biotische en abiotische variabelen te bekomen, welke nodig en voldoende is om als betrouwbaar ‘wachter’ (sentinel) systeem te kunnen fungeren. Een dergelijk systeem signaleert aanwezige of imminente wijzigingen in waterkwaliteit en biodiversiteit.
Doelstelling 3: Het kwantificeren van natuurlijke dynamische processen (kolonisatie, eibanken in sediment) en hun invloed op de biodiversiteit en soortensamenstelling van ecosystemen in lokale poelen en vijvers.
Methodologie: Kolonisatie processen in nieuw gegraven poelen en het belang van de dynamica van eierbanken in het sediment (bewaar en rekruteringseffecten) zullen nagegaan worden in terrein en laboratorium experimenten. Deze zullen opnieuw een maat zijn voor de weerstand die dergelijke waterpartijen hebben tegen verstoring.
Doelstelling 4: Het nagaan en kwantificeren van de relaties tussen biodiversiteit en natuurwaarde in aquatische ecosystemen en sectoriële activiteiten (relatie tussen nutriëntenniveaus en biodiversiteit, effecten van vervuilingniveaus op biodiversiteit, aanwezigheid van parasieten).
Methodologie: Een breed gamma aan omgevingsfactoren zal gekwantificeerd worden als aanvulling aan de beschrijvende typologie van de bestudeerde polluenten en poelen. Structurele karakteristieken en klassieke fysische en chemische variabelen zullen gemeten worden, tezamen met meer gedetailleerde analyses van nutriënten en vervuilingniveaus. Daarenboven zullen de poelen gescreend worden op het voorkomen van trematode parasieten in intermediaire gastheren. Dit is van groot belang indien de landbouwsector dergelijke natuurlijke waterpartijen met vertrouwen wil kunnen gebruiken voor landbouwactiviteiten.
Doelstelling 5: Het formuleren van geïntegreerde beheersmaatregelen voor aquatische habitatten die het ecologische belang van deze biotopen verzoenen met andere functies.
Methodologie: MANSCAPE zal de wetenschappelijke gegevens genereren welke managers zullen helpen om strategieën te ontwikkelen voor de bescherming van biodiversiteit en dit op lokaal (specifieke poelen) en op het landschapsniveau. Aanbevelingen voor het optimale bepalen van waterkwaliteit en van biodiversiteitniveaus in dergelijke poelen zullen bijdragen tot de evaluatie van programma’s welke de integratie beogen van verschillende gebruikers van dergelijke poelen in landbouwlandschappen.
Interactie tussen de verschillende partners
Het netwerk bestaat uit 5 gefinancierde partners, 5 onderaannemers en 6 eindgebruikers. De 14 werkpakketten worden verdeeld over partners en onderaannemers, terwijl de eindgebruikers initieel zullen helpen met het verstrekken van advies en van achtergrondinformatie. Alle partners zijn complementair in hun expertises, maar zullen op een synergistische wijze samenwerken. Alle partners zullen meewerken aan de initiële screening van de habitatten voor aanwezige biodiversiteit en voor abiotische variabelen. RBINSc en KULeuven zullen een core-team samenstellen, terwijl UG en FUNDP aanvullende assistentie zullen verlenen in bepaalde gebieden. Water chemie wordt door FUNDP, UG en RBINSc bepaald. Screening voor de parasieten gebeurt door ULg op materiaal dat geleverd wordt door UG. Moleculaire analyses zullen gebeuren aan de RBINSc en aan de KULeuven. KULeuven zal de geïntegreerde databanken en de analyses coördineren.
Band met internationale programma’s
MANSCAPE werkt met kleinere binnenwateren, daar waar de grotere Europese waterpartijen onderzocht werden door het EU-project BIOMAN. Dit laatste project werd gecoördineerd door KULeuven en UG nam hieraan ook deel. Met betrekking tot de staalnamestrategie zal MANSCAPE uitgebreid gebruik maken van de expertise welke tijdens BIOMAN werd opgebouwd en dit zal de verkennende fase van MANSCAPE significant verkorten. Daar waar BIOMAN noodzakelijkerwijze op Europees niveau ageerde, zal MANSCAPE terecht op federaal Belgisch niveau functioneren.
Verwachte resultaten en/of producten
MANSCAPE heeft 23 geïdentificeerde resultaatpakketten. Daaronder zitten grote, geïntegreerde en publiek toegankelijke databanken van de architectuur van het ecosysteem en hun componenten in relatie tot de geïdentificeerde dier- en plantgroepen. Deze databanken zullen leiden tot de ontwikkeling van typologische screeningmethoden voor deze watertypes, welke via GIS analyses als indirecte beoordelingsmethoden van landschapsintegriteit kunnen beschouwd worden. Deze aanpak zal leiden tot het opstellen van een beleidsdocument, welke richtlijnen voor een geïntegreerd en duurzaam beheer van kleine wateren in België zal bevatten. Een dergelijke beheersplanning zal de duurzame exploitatie door verschillende gebruikers integreren. Sectoriële activiteiten, zoals in dit geval landbouw, zullen voordeel halen uit de nieuwe data over parasietverspreiding en door het gebruik van de nieuw ontworpen typologische methoden welke gevoelige landschappen kunnen identificeren. Natuurbeschermingsplanning kan de uitgebreidere kennis over de interne en externe dynamiek van de biodiversiteit, dit laatste in het kader van de connectiviteit van habitatten, benutten.
Wetenschappelijke resultaten zullen gepubliceerd worden in tijdschriften van hoog niveau en worden voorgesteld op internationale congressen en symposia. Toepasbare resultaten worden voorgesteld op speciaal georganiseerde vergaderingen met geïnteresseerde groepen, welke via de website ook toegang zullen hebben tot de publiek toegankelijke databanken. Beleidsdocumenten worden aan betrokken managers doorgegeven.
Partners
Activiteiten
RBINSc coördineert het project, neemt deel aan het kerngedeelde van het veldwerk (met KULeuven) en staat in voor de identificatie van zoobenthos, het uitwerken van de genetische component in verband met het amfibieën onderzoek en voor de waterchemie. Onderaannemers zullen amfibieën (Instituut voor Natuurbehoud, Brussel) en macrofyten verspreiding (Plantentuin, Meise) bepalen. RBINSc neemt deel aan de geïntegreerde analyses van de gegevens en coördineert het opstellen van de beleidsdocumenten.
KULeuven neemt deel aan het kerngedeelte van het veldwerk (met RBINSc), en coördineert het zooplankton werk (interne en externe biodiversiteitdynamiek, genetische en taxische diversiteit). KULeuven zal ook het opstellen van de geïntegreerde databank coördineren en neemt deel aan de analyse van de gegevens. GIS analyses gebeuren door een onderaannemer.
UG bepaalt phytoplankton en bacteriële diversiteit, neemt deel aan een deel van de staalnamecampagnes en aan de analyse van de gegevens m.b.t. de microbiële en phytoplankton diversiteit.
FUNDP bepaalt waterchemie (zowel door directe metingen als door ecotoxicologische experimenten), alsook de verspreiding van vissen. FUNDP neemt ook deel aan een gedeelte van de staalnamecampagnes.
ULg screent voor de distributie van de trematode parasieten en zal actief deelnemen aan het opstellen van het hoofdstuk over duurzaam gebruik van poelen door de landbouwsector in het beleidsdocument. ULg vormt, door de eigenheid van hun expertise, een essentiële link tussen onderzoekers en de eindgebruikers uit de landbouwsector.
Coördinaten
Coördinator
Koen Martens
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN)
Zoetwaterbiologie
Vautierstraat 29
B-1000 Brussel
Tel. +32 (0)2 62 74 315
Fax. +32 (0)2 64 64 433
koen.martens@naturalsciences.be
www.natuurwetenschappen.be
Partners
Luc De Meester
Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven)
Laboratorium voor Aquatische Ecologie
Ch. Deberiotstraat 32
B-3000 Leuven
Tel. +32 (0)16 32 37 08
Fax. +32 (0)16 32 45 75
Luc.DeMeester@bio.kuleuven.ac.be
www.kuleuven.ac.be/bio/eco
Wim Vijverman
Universiteit Gent (UG)
Vakgroep Biologie
Krijgslaan 281 - S8
B-9000 Gent
Tel. +32 (0)9 264 85 01
Fax. +32 (0)9 264 85 99
Wim.Vijverman@rug.ac.be
www.rug.ac.be
Patrick Kestemont
Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix (FUNDP)
Unité de recherche en Biologie des Organismes
61, rue de Bruxelles
B-5000 Namen
Tel. +32 (0)81 72 43 63
Fax. +32 (0)81 72 44 20
Patrick.Kestemont@fundp.ac.be
www.fundp.ac.be/urbo
Bertrand Losson
Université de Liège (ULg)
Parasitologie et pathologie des maladies parasitaires
20, boulevard de Colonster, Bat. B43
B-4000 Luik
Tel. +32 (0)4 366 40 90
Fax. +32 (0)4 366 40 97
blosson@ulg.ac.be
www.ulg.ac.be/fmv/para.htm
Gebruikerscomité
Mevr. G. Verhaegen - Vlaamse Milieu Maatschappij
De heer Walter Roggeman - Natuurpunt vzw.
De heer W. Vandepitte - Boerenbond
De heer Léon Brumagne - Union Professionelle Vétérinaire
Mevr. Sabine Laruelle - Fédération Wallonne de l’Agriculture (FWA)
De heer Pierre Gérard - Ministère de la Région Wallonne - Centre de Recherche de la Nature, des Fôrets et du Bois
Integrated management tools for water bodies in agricultural landscapes (MANSCAPE) : final report
Martens, Koen - Losson, Bertrand - Kestemont, Patrick ... et al Brussels : Federal Science Policy , 2008 (SP1932)
[Om te downloaden]
[Uitgeput]