NL FR EN
www.belgium.be

Belgische scheepswrakken: hotspots voor marine biodiversiteit (BEWREMABI)

Onderzoeksproject EV/42 (Onderzoeksactie EV)

Personen :

  • Dr.  MASSIN Claude - Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/4/2006
  • Dr.  NORRO Alain - Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/4/2006
  • Prof. dr.  MALLEFET Jérôme - Université Catholique de Louvain (UCLouvain)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/4/2006
  • Prof. dr.  VINCX Magda - Universiteit Gent (UGent)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/4/2006
  • Dr.  VANDEN BERGHE Edward - Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/4/2006

Beschrijving :

Context:

Het substraat van de Noordzee langs de Belgische kust bestaat voornamelijk uit zachte bodems. De enige uitzonderingen zijn kunstmatige constructies en scheepswrakken die ‘eilandjes’ vormen in het midden van een zee van zand. De fauna van deze zachte bodems is relatief goed bestudeerd met behulp van klassieke bemonsteringstechnieken vanaf het wateroppervlak, waaronder de Van Veen-grijper, boxcoring en sleepnetten (bemonstering op afstand). Deze technieken zijn evenwel niet geschikt voor harde substraten, vooral niet voor scheepswrakken. Daarom is onze huidige kennis over de fauna rond de scheepswrakken op het Belgisch Continentaal Plat erg beperkt op het gebied van soortengemeenschappen en ecologische gemeenschappen.


Beschrijving van het project:

Doelstellingen

Scheepswrakken verhogen de habitatcomplexiteit en trekken veel meer soorten aan dan de omliggende zachte substraten. Harde substraten vormen een ankerpunt voor vastzittende bodemfauna en bieden mobiele epifauna en nekton een schuilplaats tegen predatoren. Verschillende scheepswrakken op het Belgisch Continentaal Plat (BCP) komen in aanmerking voor klassering als marien beschermd gebied. Ze kunnen worden gebruikt als modellen voor de studie van andere artificiële harde substraten, zoals de funderingen van de windmolenparken die in de nabije toekomst zullen worden gebouwd op het BCP. De scheepswrakken vormen eveneens obstakels voor de visvangst en kunnen dus model staan voor onbeviste gebieden. Een van de doelstellingen van dit onderzoeksproject is de vergelijking tussen de fauna op de zachte bodem enerzijds en de fauna rond de scheepswrakken die niet bevist worden anderzijds.


Methodologie

Vijf scheepswrakken in de Belgische wateren zullen worden bemonsterd op biotische en abiotische factoren, dit in verschillende periodes van het jaar. De meiofauna, de macrofauna en de epifauna op de wrakken zullen worden bestudeerd via directe observatie, fotografie en monstername door duikers. Weinig beweeglijke bodemfauna zal worden bemonsterd door het afschrapen van geselecteerde kwadraten. Zwemmende of nachtelijke fauna zal worden gevangen met behulp van vangnetten met lokaas. Grotere dieren die rond de wrakken zwemmen zullen visueel worden waargenomen. De staalnamen van de macrofauna in de zachte substraten rond de wrakken zullen in situ worden gedaan met behulp van kwadraten of zuigdreggers.
De dichtheid, biomassa en specifieke samenstelling van de bentische gemeenschappen op de verschillende wrakken zullen worden beschreven en er zal een schatting worden gemaakt van de biodiversiteit. Door middel van multivariate statistische analysemethodes zullen de ecologische gemeenschappen van de verschillende wrakken met elkaar worden vergeleken en met die van de omliggende zachte sedimenten. De soortengemeenschappen zullen eveneens worden vergeleken met die van natuurlijke of artificiële harde substraten in België, het noorden van Frankrijk en Engeland (zowel intertidale als subtidale structuren; literatuurstudie en input van eindgebruikers).

Interactie tussen de verschillende partners

De verschillende fasen van dit onderzoeksproject zullen worden uitgevoerd door leden van de vijf teams die aan dit project meewerken. Tussen haakjes wordt vermeld welke teams deelnemen aan elke fase.

• In een eerste fase moeten de methodes voor monstername worden gestandaardiseerd en worden afgestemd op de methodes beschreven in de literatuur teneinde vergelijkingen mogelijk te maken (UCL/VLIZ/UGent/KBIN/BMM). De staalnamen van de meio- en macrofauna op scheepswrakken en de macrofauna op onverstoorde zachte bodems zullen worden uitgevoerd door duikers (UCL/VLIZ/KBIN/BMM). De abiotische gegevens zullen in situ worden gemeten en ook uit bestaande gegevensbanken worden gehaald; er zal een kaart van de wrakken worden opgemaakt (BMM/VLIZ).
• De tweede fase zal bestaan uit de identificatie van de macrobenthos op zachte bodems (UGent) en van de meiobenthos en macrobenthos op harde substraten (KBIN/UCL/UGent/onderaannemers)
• Tijdens de derde fase van dit project zullen de resultaten worden geanalyseerd door de vermelde teams. Deze analyse heeft betrekking op zowel biotische (UCL/KBIN/UGent) als abiotische (BMM) parameters. De resultaten zullen vervolgens in een verklarend model worden gegoten.
• De aldus verkregen gegevens zullen het mogelijk maken om gegevensbanken uit te werken die worden onderworpen aan een kwaliteitscontrole (VLIZ/BMM) en er zal een website worden gecreëerd waarin deze gegevens worden gepresenteerd (VLIZ). De resultaten van het project zullen zo veel mogelijk verspreid worden, via onder andere congressen, het publiceren van artikelen, het opstellen van een brochure en het schrijven van een boek voor het grote publiek (UCL/VLIZ/UGent/KBIN/BMM).

Door de expertise en de kennis van de verschillende teams samen te brengen, kunnen het veldwerk, de vaststellingen en de gegevensanalyses op een adequate manier worden uitgevoerd en kunnen de resultaten goed worden gebruikt. De talrijke interacties zullen een grote coördinatie-inspanning vergen welke gegarandeerd zal worden door de UCL.


Verwachte resultaten en/of producten

Dit project maakt het mogelijk standaard controleprotocollen vast te stellen voor de biodiversiteit van harde substraten (wrakken en windmolenparken) in de Noordzee. De informatie die in de loop van het project wordt verzameld, zal worden aangewend voor een brochure over de biodiversiteit van de scheepswrakken en voor een boek met illustraties over de dominante soorten. Deze publicaties hebben als doel de aandacht van het grote publiek te vestigen op de mariene biodiversiteit en om beschermde gebieden beter te vrijwaren.

Partners

Activiteiten

UCL - Laboratoire de biologie marine
Gespecialiseerd in mariene bioluminescentie biodiversiteit; taxonomische kennis. Internationaal erkende wetenschappelijke duikinstructeurs; onderwaterfotografie en -video.



VLIZ - Vlaams Instituut voor de Zee
Logistieke ondersteuning; beheer van het oceanografisch schip RV Zeeleeuw; internationaal erkend databasebeheer; website, publieke interface.

Universiteit van Gent (Ugent)- Afdeling Mariene Biologie
Internationale expertise, studie van de benthos op zachte bodem, grondige taxonomische kennis, modellering van bentische gemeenschappen, gegevensbank.

KBIN – Departement recente invertebraten:
Internationaal erkend op het gebied van de taxonomie; referentiecollectie; studie van de biodiversiteit; wetenschappelijk duiken en onderwaterfotografie

KBIN – BMM
Internationaal erkende deskundigheid op het gebied van modellering - biotische en abiotische parameters; analyses, creatie van gegevensbanken, beheer van het oceanografisch schip RV Belgica. Internationaal erkende wetenschappelijke duikinstructeurs; onderwaterfotografie.

Coördinaten

Projectwebsite:
www.vliz.be/projects/bewremabi

Coördinatoren

Jérôme Mallefet en Vincent Zintzen
Université Catholique de Louvain (UCL)
Département de Biologie - Unité de biologie animale (BANI)
5, place Croix du Sud
Bâtiment Carnoy
B-1348 Louvain-la-Neuve
Tel: +32 (0)10 47 87 50
Fax: +32 (0)10 47 34 76
mallefet@bani.ucl.ac.be
http://www.bani.ucl.ac.be

Partners

Claude Massin en Vincent Zintzen
Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgique (IRScNB-KBIN-RBINS)
Département Invertébrés
29, rue Vautier
B-1000 Bruxelles
Tel: +32 (0)2 627 43 47
Fax: +32 (0)2 627 41 41
claude.massin@naturalsciences.be
http://www.naturalsciences.be

Magda Vincx en Steven Degraer
Universiteit Gent (UGent)
Vakgroep Biologie - Sectie Mariene Biologie
Krijgslaan 281 - S8
B-9000 Gent
Tel: +32 (0)9 264 52 10
Fax: +32 (0)9 264 53 44
magda.vincx@ugent.be
Steven.Degraer@UGent.be
http://allserv.ugent.be/~gdsmet/MarBiolwebsite
http://aivwww.rug.ac.be/Onderzoeksbeleid/techno2002/EN/WE/I-WE11V04.htm

Andre Cattrijse en Edward Vanden Berghe
VLIZ
Flanders Marine Data and Information Centre
Vismijn, Pakhuizen 45-52,
B-8400 Oostende
Tel: +32 (0)59 34 21 30
Fax: +32 (0)59 34 21 31
andre.cattrijsse@vliz.be
wardvdb@vliz.be
http://www.vliz.be

Alain Norro
Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgique (IRSNB-KBIN-RBINS)
Management Unit of the North Sea Mathematical Models (MUMM-BMM-UGMM)
Gulledelle 100
B-1200 Bruxelles
Tel: +32 (0)2 773 21 41
Fax: +32 (0)2 770 69 72
A.Norro@mumm.ac.be
http://www.mumm.ac.be


Gebruikerscomité

Collins Ken (Southampton Oceanography Centre – Verenigd Koninkrijk)
Delbare Daan (Departement voor zeevisserij)
Duwarumez Jean Marie (Station Marine de Wimereux - Frankrijk)
Gentil Frank (Observatoire Océanologique de Roscoff - Frankrijk)
Kerckhof Francis (Strandwerkgroep)
Stienen Eric (Instituut voor Natuurbehoud)
Vanhessche Ulrike (North Sea Policy)
Van Goethem Jackie (Belgian National Focal Point to the Convention on Biological Diversity)

Documentatie :

Belgian Shipwreck : hotspots for marine biodiversity (BEWREMABI) : final report  Mallefet, J. - Zintzen, V. - Massin, C. .. et al  Brussels : Belgian Science Policy, 2008 (SP1904)
[Om te downloaden]  [Om te bestellen