Onderzoeksproject HL/DD/03 (Onderzoeksactie HL)
Op de conferentie van de Verenigde Naties over Milieu & Ontwikkeling in Rio de Janeiro werd op 14 juni 1992 Agenda 21 goedgekeurd. Agenda 21 is een actieprogramma voor de 21ste eeuw gebaseerd op de 27 principes uit de Verklaring van Rio de Janeiro inzake milieu en ontwikkeling. De rol van de diverse doelgroepen wordt hierbij sterk onderstreept.
Zo moeten de bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid opnemen ten aanzien van de realisatie van een duurzame ontwikkeling. Dit wordt ook wel de verinnerlijking van het milieubeleid genoemd (DE MAN, 1989). Om dit te realiseren zijn in het bedrijf de nodige organisatorische (structuur, vaststelling van verantwoordelijkheden), administratieve (procedures) en technische voorzieningen noodzakelijk. In het streven naar duurzame ontwikkeling is uiteraard ook een grote rol voor de overheid weggelegd; deze moet immers zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor een duurzame ontwikkeling bij alle actoren in de samenleving leggen, dus ook bij de bedrijven.
Dit project heeft tot doel de rol te onderzoeken die vrijwillige benaderingen kunnen vervullen bij de verwezenlijking van een duurzame ontwikkeling. Daartoe werd het opgesplitst in twee grote modules. Binnen de eerste module worden de bestaande vrijwillige milieumanagementinstrumenten, en meer bepaald milieubeheersystemen, waarover het bedrijfsleven beschikt, onderzocht, om na te gaan in hoeverre deze kunnen bijdragen tot de realisatie van een meer duurzame ontwikkeling.
In de tweede module wordt dan een vrijwillige benadering onderzocht waarin de overheid en het bedrijfsleven gezamenlijk hun verantwoordelijkheid opnemen ten aanzien van het milieu om zo een duurzame ontwikkeling te bewerkstelligen. Beide modules samen omvatten op die manier twee belangrijke actoren in het totstandkomingsproces van een duurzame ontwikkeling (het bedrijfsleven en de overheid) en trachten een globaal beeld te geven van de vrijwillige benaderingen die voorhanden zijn om duurzaamheid te bewerkstelligen. Bovendien passen deze vrijwillige instrumenten (milieubeheersystemen, milieubeleidsovereenkomsten) zeer goed binnen de algemene overlegcultuur van België, die gekenmerkt wordt door samenwerking tussen verschillende sociale partners (overheid, bedrijfsleven, vakbonden, ...) op verschillende niveaus.
Er zijn verschillende vrijwillige benaderingen voorhanden, waarmee het bedrijfsleven kan zorgen voor een verinnerlijking van het milieubeleid.
Binnen de eerste module van dit onderzoek worden de bestaande milieumanagementinstrumenten onderzocht waarover het bedrijfsleven beschikt en waarmee ze haar eigen verantwoordelijkheid kan opnemen teneinde bepaalde milieudoelstellingen te realiseren. De aandacht zal in dit kader voornamelijk gevestigd zijn op milieubeheersystemen en de rol die dit instrument kan vervullen bij de realisatie van een duurzame ontwikkeling. Kenmerkend voor deze instrumenten is dat bedrijven vrijwillig kunnen beslissen om al dan niet van dergelijk milieubeheersysteem gebruik te maken.
Om echter te komen tot een duurzame ontwikkeling is het noodzakelijk dat dit instrument geïntegreerd wordt in de hele bedrijfsvoering en voldoende ambitieus geformuleerd wordt. Dit vereist dus ook dat het beleid, de strategie en de hele bedrijfsvoering grondig aangepast, zoniet volledig herzien wordt.
De overheid van haar kant ondervindt tot dusver veel problemen om de verschillende verantwoordelijkheden van de verschillende actoren ten aanzien van duurzame ontwikkeling via traditionele regulering te stimuleren. Daardoor ontstaat de nood aan nieuwe instrumenten die gebaseerd zijn op een gedeelde verantwoordelijkheid en op de samenwerking met het bedrijfsleven. Milieubeleidsovereenkomsten kunnen beschouwd worden als een van die nieuwe instrumenten die daarin het verst gaan. Deze komen aan bod in module 2 van dit onderzoek.
Milieubeleidsovereenkomsten worden gedefinieerd als: "overeenkomsten tussen de overheid (federale of regionale) en het bedrijfsleven, waarin beide partijen zich ertoe verbinden de milieudoelstellingen opgenomen in de milieubeleidsovereenkomst te realiseren". Dit is echter een te enge benadering van dit instrument aangezien hierin teveel de nadruk gelegd wordt op het feit dat twee of meer partijen een contract ondertekenen waarin wederzijdse verplichtingen opgenomen zijn. Bijgevolg zal dit onderzoek ook door de overheid erkende, bedrijfsengagementen en initiatieven analyseren, die niet echt geformaliseerd zijn in een contract maar die wel als feitelijke overeenkomsten beschouwd kunnen worden. Op dit ogenblik werden in België een vijftiental dergelijke milieubeleidsovereenkomsten afgesloten met wisselend succes.
Het gebruik van vrijwillige instrumenten bij de realisatie van een duurzame ontwikkeling: eindrapport
De Clercq, M. - Struyf, I. - Senesael, F. ... et al. Brussel: DWTC, 2001 (SP0936)
[Om te downloaden]
[Uitgeput]
Het gebruik van vrijwillige instrumenten bij de realisatie van een duurzame ontwikkeling: syntheserapport
Brussel: DWTC, 2001 (SP0937)
[Om te downloaden]
The use of voluntary instruments for the realisation of a sustainable development: summary
Brussels: OSTC, 2001 (SP0938)
[Om te downloaden]