Onderzoeksproject HL/DD/09 (Onderzoeksactie HL)
De promotor en de onderzoekseenheid waaraan hij verbonden is, zijn gespecialiseerd in het uitvoeren van fundamenteel economisch onderzoek (zowel op conceptueel als empirisch vlak) naar de effectiviteit en de efficiëntie van overheidsbeleid. We beschikken over een belangrijke expertise inzake de analyse van de relatie tussen publiek beleid en bedrijfsbeleid, inzake het onderzoeken van de impact van overheidsbeleid op ondernemingsbeleid en inzake het bepalen van de elementen die de concurrentiekracht van bedrijven bepalen.
De nadruk van dit onderzoek ligt in het bepalen van de invloed die uitgaat van het overheidsbeleid inzake milieu op de concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Het onderzoek zal zowel voorzien in een conceptueel kader waarbinnen de relatie milieumaatregelen-concurrentiekracht moet gesitueerd worden als in de elementen welke bij een dergelijke analyse moeten worden opgenomen en als in procedure of werkwijze die bij een dergelijke evaluatie moet worden gevolgd. Bovendien zal ook getracht worden de voorgestelde evaluatiemethode toe te passen in de Belgische context: de gebeurlijk wijzigende concurrentiepositie van een geselecteerd staal van bedrijven en bedrijfssectoren ten opzichte van de voornaamste OESO-concurrenten als gevolg van de verplicht gestelde milieumaatregelen van de overheid wordt onderzocht.
De drie belangrijke vragen die Porter en van der Linden (1995) zich stellen vormen ook de basis van dit onderzoek, met name
(1) Welke elementen bepalen de internationale concurrentiekracht van bepaalde industrieën?,
(2) Wat is de relatie tussen de concurrentiekracht van ondernemingen en het milieubeleid van de overheid?,
(3) Wat zijn de implicaties van de milieubeleidsmaatregelen voor de concurrentiekracht van het bedrijfsleven?
De onderzoeksvraag die in dit project centraal zal staan kan worden samengevat tot: 'Verminderen of stimuleren de overheidsmaatregelen op milieugebied de mogelijkheden van het bedrijfsleven om op internationaal vlak te concurreren?'
Teneinde deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden bestaat het onderzoek uit vier fasen:
1. Het uitvoeren van een uitgebreid literatuuronderzoek aangaande de relatie tussen het gevoerde milieubeleid van de overheid en de wijzigende concurrentiepositie van het bedrijfsleven;
2. Het voorstellen van een uniforme evaluatie-procedure inzake effectiviteit van milieu-maatregelen waarbij de nadruk wordt gelegd op het onderzoeken van de elementen die de concurrentiepositie van ondernemingen bepalen en de rol die milieu-elementen hierin spelen
3. Het uitvoeren van een gevalstudie waarbij de effecten van het gevoerde milieubeleid op het Belgische bedrijfsleven worden bepaald;
4. Het bepalen van de beleidsimplicaties van de gevonden relatie tussen de milieu-maatregelen van de overheid en de concurrentiekracht van de ondernemingen, alsook het vaststellen van de toekomstige mogelijkheden voor de overheid in het kader van een beleid dat gericht is op de creatie van duurzame ontwikkeling.
De impact van publieke milieumaatregelen op de concurrentiekracht van de Belgische ondernemingen: eindrapport
Verbeke, A. - Buysse, K. - Coeck, C. Brussel: DWTC, 2001 (SP0798)
[Om te downloaden]
[Uitgeput]
De impact van publieke milieumaatregelen op de concurrentiekracht van de Belgische ondernemingen: synthèse
Verbeke, A. - Buysse, K. - Coeck, C. Brussel: DWTC, 2001 (SP0799)
[Om te downloaden]
The impact of environmental policy on the competitiveness of Belgian industry: summary
Verbeke, A. - Buysse, K. - Coeck, C. Brussels: OSTC, 2001 (SP0800)
[Om te downloaden]