Onderzoeksproject MA/01 (Onderzoeksactie MA)
Context
In juni 1992 resulteerde de Conferentie van Rio in verscheidene conventies en voorstellen tot actie met als doelstelling het promoten van een werkelijke implementatie van het concept “Duurzame Ontwikkeling”. Het behoud van biologische biodiversiteit blijkt in deze context één van de hoofdzorgen. Gedurende de laatste eeuw is de snelheid waarmee biodiversiteit onder menselijke druk verloren gaat, op elk niveau toegenomen: zowel binnen geslachten, soorten als gemeenschappen. Het concept van biodiversiteit kan niet losgekoppeld worden van het idee van duurzame ontwikkeling, het maakt immers deel uit van de opties die we zouden moeten overlaten aan toekomstige generaties. Daarnaast is biologische diversiteit essentieel voor de stabiliteit en het herstellingsvermogen van ecosystemen, die de hele wereld voorzien van verschillende levensnoodzakelijke functies (regeling klimaat, bodemconservatie, voedselproductie, …).
Beschrijving van het project
Doelstellingen
Het ultieme gevolg van menselijke aanwezigheid en de ontginning van natuurlijke hulpbronnen is het verschijnen van een mozaïek van (semi)natuurlijke habitats, verspreide ‘groene eilanden’ in een voor het overige intensief gecultiveerde (landbouw, bosbouw), stedelijke en/of industriële omgeving. Met het oog op het reduceren van het aantal -door de toegenomen fragmentatie van de habitats- met uitsterven bedreigde soorten, is het (her)aanleggen van ecologische netwerken een mogelijke oplossing, d.w.z. het herstellen van een netwerk van geschikte habitats op landschapsschaal. Een ecologisch netwerk (EN) kan gedefinieerd worden als een set van verbonden gebieden waarbij het grondgebied in verschillende zone’s wordt opgedeeld: “centrale zone’s (kerngebieden)” overeenkomend met op lange termijn duurzame habitats voor fauna en flora waar behoud van biodiversiteit de topprioriteit zou moeten zijn (natuur- en bosreservaten), “natuurontwikkelingszone’s” waar menselijk landgebruik verenigbaar is met het behoud van een zeker niveau van biodiversiteit, hetzij permanent hetzij tijdelijk (extensieve land- en bosbouw), en “corridors” (lineair of stapstenen) als fysische verbindingen (migratie van individuen tussen centrale zone’s langs b.v. houtkanten) die noodzakelijk zijn voor populaties om te overleven in een landschap waar in grotere of mindere mate ook menselijke activiteiten plaatsvinden.
Het oprichten van een EN bestaat erin dat een welgekende hulpbron -het grondgebied- wordt toegekend aan verschillende duurzame exploitatievormen, met als doel het behouden van de biodiversiteit. Hierbij zullen talrijke actoren rechtstreeks betrokken zijn, b.v. landbouwers, landeigenaars, lokale autoriteiten, natuurverenigingen, omwonenden,... De haalbaarheid van het (her)inrichten van een EN zal in grote mate afhangen van de participatie van deze actoren, op welke manier ook. In het bijzonder zullen , naast de “technische” natuurbehoudscontext, ook de juridische, economische en sociologische context van natuurontwikkeling in beschouwing moeten worden genomen. Tot vandaag werden ecologische netwerken, het juridische kader van landgebruik en de socio-economische evaluatie van biodiversiteit altijd op een autonome manier aangepakt. Het doel van voorliggend onderzoeksproject is het aanbrengen van antwoorden op deze vraagstukken, zowel vanuit een theoretisch, vergelijkend als praktijkgericht perspectief.
Methodologie
Het onderzoek zal opgedeeld worden in 3 werkpakketten (WPs). Het eerste pakket omvat een gestructureerd overzicht van de wetenschappelijke redenen voor het behoud van biodiversiteit en het promoten van ecologische netwerken; sociale perceptie en (socio-)economische beoordeling van dergelijke vraagstukken en projectstrategieën alsook juridische instrumenten met betrekking tot ecologische netwerken. Het tweede WP omvat voornamelijk een case studie betreffende restoratie van een ecologisch netwerk. Zowel ecologische, economische, sociale als juridische aspecten zullen grondig worden onderzocht. De case studie zal worden uitgevoerd binnen een relatief kleinschalige en taalgrensoverschrijdende regio (de Dijlevallei tussen Waver en Leuven), waarbinnen alle bovenvermelde aspecten van betekenis zijn en verwerkbaar binnen het tijdsframe van het project. De verkregen resultaten van deze case studie zullen ook in een meer algemene context kunnen worden gebruikt. Het derde en laatste WP zal het voorstellen van nieuwe oplossingen inhouden.
Interacties tussen de verschillende partners
Alhoewel de ecologische partners de hoofdacteurs zullen zijn in de eerste fasen van het proces (d.w.z. in het bepalen en vastleggen van relevante gebieden, target species en mogelijke restoratie-maatregelen), zullen virtueel alle partners reeds betrokken zijn, d.w.z. dat de economische, sociale en juridische partners reeds -elk vanuit hun standpunt- deze eerste fasen zullen beoordelen. Een opgestelde lijst van mogelijke beheers- en restoratiemaatregelen voor het studiegebied zullen worden beoordeeld en aangevuld door de verschillende partners. Daarna zullen de ecologische partners een optimaal netwerk uitbouwen, wat, na een passage doorheen juridische, economische en sociale ‘filters’, zal worden omgebouwd in een geïntegreerd scenario voor het bestudeerde gebied.
Verwachte resultaten en producten
We hopen bij te dragen tot het verder uitbreiden van beleidsondersteunende tools door middel van het formuleren van regionale socio-economische ontwikkelingsschema’s die verenigbaar zijn met behoud van biodiversiteit, in het bijzonder met de implementatie of restoratie van ecologische netwerken. Resultaten zullen zowel in wetenschappelijke als niet-wetenschappelijke tijdschriften worden gepubliceerd.
Partners
Activiteiten
Het ‘Centre Entreprise-Environnement’ van de UCL heeft ervaring in het milieu-mangement van bedrijven en de socio-economische analyse van het management van natuurlijke hulpbronnen. Zijn bijdrage tot het project heeft voornamelijk betrekking tot de milieu/economische analyse van ecologische netwerken, naast de coördinatie van het project. SERES (Séminaire de Droit de l’Urbanisme et de l’Environnement, UCL) fungeert als wetsspecialist. Resource Analysis heeft ervaring op verschillende domeinen van management van natuurlijke hulpbronnen en draagt hoofdzakelijk bij tot de sociale aspecten van het project. De laatste twee partners, de ‘Faculté Universitaire des Sciences Agronomiques (FUSAGx)’ te Gembloux en het ‘Departement voor Landbeheer (KULeuven)’ te Leuven, beide gespecialiseerd op verschillende ecologische domeinen, spelen een essentiële rol in het project, voor de ecologische beoordeling van de gebiedsdelen toegekend aan ecologische netwerken.
Coördinaten
Coördinator
Daniel Tyteca
Université catholique de Louvain (UCL)
Faculté des Sciences économiques, sociales et politiques
Centre Entreprise - Environnement (CEE)
1, place des Doyens
B-1348 Louvain-la-Neuve
Tel: +32 (0)10 47 83 75
Fax: +32 (0)10 47 83 24
tyteca@poms.ucl.ac.be
www.poms.ucl.ac.be
Partners
Grégory Mahy
Faculté des Sciences agronomiques de Gembloux (FUSAGx)
Laboratoire d'Ecologie
2, passage des déportés
B-5030 Gembloux
Tel: +32 (0)81 62 22 45
Fax: +32 (0)81 61 45 44
mahy.g@fsagx.ac.be
www.fsagx.ac.be/fac/fr/unites/ec.asp
Martin Hermy
Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven)
Dept Land Management - Faculty of Agricultural and applied biological sciences - Laboratory of Forest, Nature and Landscape Research
Vital Decosterstraat 102
B-3000 Leuven
Tel: +32 (0)16 32 97 57
Fax: +32 (0)16 32 97 60
Martin.hermy@agr.kuleuven.ac.be
www.agr.kuleuven.ac.be
Michaël Van Rompaey, Els Vanthournout en Wouter Verheyen
Resource Analysis B.V.
Wilrijkstraat 37
B-2140 Antwerpen
Tel: +32 (0)3 270 00 30
Fax: +32 (0)3 270 00 31
ra@resource.be
www.resource.be
Gebruikerscomité (bij het projectbegin)
Michel Baguette - Université Catholique de Louvain (UCL) - Ecologie et Biogéographie
Geert De Blust - Instituut voor Natuurbehoud
Willy Delvingt - Ardenne et Gaume
Louis De Smet - Vrienden van Heverleebos & Meerdaalwoud
Michel Foret - Ministère de la Région wallonne
Catherine Hallet - Direction Générale des Ressources Naturelles et de l'Environnement - Région
Wallonne)
Gérard Pierre - Centre de recherche de la Nature, des Forêts et du Bois - c/o Marc Dufrêne
Olivier Guillitte - Réserves naturelles RNOB
Frank Saey - Afdeling Natuur, AMINAL
Kurt Sannen - Vlaamse Landmaatschappij
Anne Teller - Europese Commissie, DG ENV.B2
Joost van de Velde - Europese Commissie, Directoraat Generaal Environment
Feasibility study of ecological networks: ecological, economic, social and legal aspects (ECONET) : final report
Endels, Patrick - Hermy, Martin - Verheyen, Kris ... et al Brussels : Belgian Science Policy, 2006 (SP1576)
[Om te downloaden]
[Om te bestellen]