Onderzoeksproject MD/DD/08 (Onderzoeksactie MD)
Doelstellingen van het onderzoek
Het belangrijkste objectief van dit voorstel is het op punt stellen van alle benodigde materiaal en ondersteuning voor een enquête op nationale schaal naar het verplaatsingsgedrag van de Belgische huishoudens. Het hoofddoel van dit onderzoek is dus te dienen als ‘springplank’ voor de realisatie van zulke enquête in de tweede fase van dit programma voor wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling. Zelfs al heeft deze pilootstudie een waarde op zich door de methodologische onderzoeken die erin zullen plaatsvinden, en door de resultaten die uit de pilootenquête kunnen gehaald worden, toch zal ze pas echt ten volle benut worden als de erin ontwikkelde kennis en ervaring ingezet worden voor de uitvoeren en exploitatie van een nationale huishoudenquête.
Methodologie
In een eerste fase zal de methodologische basis voor de uitvoering van een enquête naar mobiliteitsgedrag ontwikkeld worden. Op basis van de resultaten van bestaand onderzoek en de vereiste coherentie van ons onderzoek met gelijkaardige studies op Europees niveau, zal beslist worden welke ondervragingsmethode zal gebruikt worden (persoonlijke interviews, enquête via de post en/of de telefoon... ) en welke aanpak (gebaseerd op verplaatsingen of op activiteiten).
Vervolgens, na beslist te hebben welke de informatie is die we willen verzamelen met deze enquête, zal de geschikte vragenlijst ontworpen worden, met veel aandacht voor de gebruiksvriendelijkheid van het ontwerp en de duidelijkheid van de inhoud. De vragenlijst moet opgesteld worden in het Nederlands en het Frans, en zodanig dat de vragen op dezelfde wijze begrepen worden in de beide landsdelen. Verder moeten ook statistische methoden uitgewerkt worden die moeten toelaten een steekproef te trekken voor het onderzoek die representatief is voor de Belgische bevolking.
Dan zal een pilootenquête op kleine schaal (minder dan 1000 huishoudens) uitgevoerd worden, zodat ervaring kan opgedaan worden met het beheren van de realisatie van zulke enquête. Een marktonderzoeksbureau dat de enquête in onderaanneming zal uitvoeren moet geselecteerd worden, en zijn werk vervolgens gesuperviseerd. Eén van de belangrijkste doelen van deze pilootenquête is het uittesten van de gekozen methodologie en de ontwikkelde vragenlijst. Indien nodig kunnen verschillende ondervragingsmanieren uitgetest en vergeleken worden. Deze pilootenquête zal bovendien reeds gegevens opleveren m.b.t. het verplaatsingsgedrag in België. Zelfs al zijn deze onvolledig (omwille van de beperkte omvang van de pilootstudie), toch kan hun exploitatie reeds bepaalde inzichten of aanwijzingen opleveren.
In de volgende fase van het project (tweede jaar) zal, op basis van de methoden ontwikkeld in het eerste jaar en de resultaten van de pilootenquête, alle nodige ondersteuning opgezet worden voor een enquête op grote schaal naar het verplaatsingsgedrag van de Belgische huishoudens. Dit houdt in dat de ondervragingsmethode zal bijgeschaafd worden en de vragenlijsten aangepast op basis van de bevindingen ermee in de pilootenquête. Procedures voor de codering, validering en eventuele correctie van de gegevens zullen op punt gesteld worden. Ze kunnen uitgetest worden op de resultaten van de pilootenquête. Deze zullen ook gebruikt worden voor de uitwerking van het meest geschikte design voor de gegevensbanken om de verzamelde data in te bewaren.
Tenslotte zullen, om de verspreiding van de resultaten van de enquête te bevorderen, deze resultaten ter beschikking gesteld worden van gebruikers en beleidsmakers via Internet en het WWW. Programma’s voor raadplegingsprocedures van de resultaten via het net zullen geschreven worden. Ook hier zullen de data van de pilootenquête weer als test dienen. Tegelijkertijd verspreiden we ze echter ook naar de geïnteresseerden.
Gedurende gans deze studie zal steeds toegezien worden op de mogelijkheden tot coördinatie met Europese onderzoeksprogramma’s (zoals MEST en TEST). Bovendien zal een soort van “users group” of adviesgroep worden opgesteld, bestaande uit onderzoekers die ervaring hebben met dit soort van onderzoek en beleidsmakers die gebruik kunnen maken van de data van dit onderzoek. Ervaringen zullen uitgewisseld worden, evenals ideeën m.b.t. de methodologie en de gewenste gegevens die dit soort van onderzoek moet opleveren. Door de autoriteiten bevoegd voor een duurzaam mobiliteitsbeleid lid te maken van deze begeleidingsgroep zullen zij op de hoogte blijven van de vorderingen van ons werk.
Potentiële gebruikers
De ultieme valorisatie van de resultaten van het onderzoek ondernomen in dit pilootproject is natuurlijk het gebruik ervan voor het realiseren van een grootschalige nationale enquête naar het gedrag van de Belgische huishoudens inzake mobiliteit in de tweede fase van dit wetenschappelijk programma ter ondersteuning van een duurzaam mobiliteitsbeleid. Deze voortzetting van het werk ondernomen in dit project zou toelaten volop gebruik te maken van het methodologische en ondersteunende informatica-materiaal ontwikkeld voor dit doel. België zou zo kunnen gaan beschikken over een geheel van gegevens noodzakelijk voor een beter begrip van het mobiliteitsgedrag in ons land. Dit kan analyses zoals die van de impact van mobiliteit op het leefmilieu, nodig voor de uitwerking van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling, ten goede komen en bevorderen. De pilootenquête die uitgevoerd wordt in dit project zal ook toelaten om aan geïnteresseerden, en met name aan beleidsmakers, een eerste geheel van mobiliteitsgegevens ter beschikking te stellen, zij het een voorlopig en fragmentair geheel. Op basis van deze gegevens zouden reeds eerste besluiten kunnen getrokken worden over het gedrag van de Belgen inzake mobiliteit.
Via de ‘Users Group’ opgezet voor dit onderzoek, zullen de verschillende gebruikers van data die kunnen verzameld worden via een nationaal onderzoek naar het mobiliteitsgedrag van Belgische huishoudens, op de hoogte gehouden worden van de vordering van de werkzaamheden. Zij kunnen zich zo bewust worden van het belang en het nut van zo’n enquête. De informatie die hiermee verzameld wordt kan bovendien dienen zowel voor regionale autoriteiten (bevoegd voor infrastructuur, openbaar vervoer, milieu, ruimtelijke ordening, ...) en voor de federale overheid (bevoegd voor transport, spoorwegen, verkeersveiligheid, ...), als voor openbaar-vervoermaatschappijen en instellingen geïnteresseerd in mobiliteit, leefmilieu, ruimtelijke ordening of verkeersveiligheid. Ook de onderzoeksteams in België die bezig zijn op deze domeinen kunnen profiteren, niet alleen van de verzamelde gegevens maar ook van de ‘know-how’ ontwikkeld tijdens de uitvoering van de enquête.
Al het onderzoek wordt uitgevoerd met het oog op de compatibiliteit met de Europese onderzoeksprojecten MEST en TEST en de vergelijkbaarheid met de gegevens verzameld in andere landen. België kan zich zo ook gaan deelnemen aan een gezamenlijk, onderling afgestemd internationaal duurzaamheidsbeleid.
Tenslotte zullen de resultaten ook gevaloriseerd worden door de verspreiding van de gegevens via het internet, inclusief procedures om op afstand, via het WWW, de gegevens te raadplegen en analyses op te vragen. De data zullen dus op een vlotte manier en via de modernste technieken ter beschikking staan van iedereen die ze wil exploiteren.
Het verband met duurzame ontwikkeling
De gegevens verzameld via een nationale enquête naar het mobiliteitsgedrag van de huishoudens in België kunnen eveneens dienen voor de ontwikkeling van ‘Indicatoren voor Duurzame Ontwikkeling’, gewenst door de UNO-raad voor duurzame ontwikkeling.
Préparation et enquête-pilote pour une enquête ménages nationale sur la mobilité: rapport final
Bruxelles: SSTC, 2001 (SP0862)
[Om te downloaden]
Préparation et enquête-pilote pour une enquête ménages nationale sur la mobilité: résumé
Bruxelles: SSTC, 2001 (SP0863)
[Om te downloaden]
Preparation and pilot survey for a national household survey on mobility: summary report
Brussels: OSTC, 2001 (SP0864)
[Om te downloaden]