NL FR EN
www.belgium.be

Op zoek naar effectieve publieke betrokkenheid in verkeers- en vervoersplanning

Onderzoeksproject MD/DD/15 (Onderzoeksactie MD)

Personen :

Beschrijving :

Doelstellingen van het onderzoek

Het onderzoeksvoorstel gaat over de verbetering van de publieke betrokkenheid in vervoers- en verkeersprogramma’s. Wij stellen dat de insluiting van alle doelgroepen die worden geraakt door vervoers- en verkeersprojecten in het planningproces de kwaliteit en effectiviteit van transportprojecten - en op die manier ook hun duurzaamheid - om diverse redenen opmerkelijk zal verbeteren. In de Verenigde Staten, in Nederland en in andere landen worden planningsafdelingen zich in toenemende mate bewust van de cruciale rol van de bevolking in programma’s en projecten voor het welslagen van het planningsproces. Daarom wordt er gezocht naar nieuwe planningsinstrumenten om om te gaan met de vernieuwde rol van burgers die met transportprojecten en -programma’s in aanraking komen. Dit onderzoeksvoorstel wil deze belangrijke verschuiving in de verkeers- en vervoersplanning introduceren in de Belgische context, zowel op theoretisch als op praktisch niveau. Twee nieuwe concepten zullen worden ontwikkeld om aan deze doelstellingen te voldoen.

Op het theoretische vlak werd recent het concept ‘collaboratieve planning’ geïntroduceerd door toonaangevende Angelsaksische planningtheoretici. ‘Collaboratieve planning’ is een sociale en technische praktijk die erop gericht is alle groepen die geïnteresseerd zijn in of geraakt worden door mobiliteitsprojecten te doen samenwerken op het vlak van implementatie van strategieën, beleidsdoelstellingen, plannen en begeleiding van specifieke beslissingen om op deze wijze duurzame mobiliteit te reguleren en te managen. ‘Collaboratieve planning’ is inherent inclusief in de zin dat alle gebruikersgroepen worden betrokken bij het planningsproces.
De eerste opdracht in het onderzoeksvoorstel bestaat bijgevolg uit de uitwerking van een theoretisch en conceptueel kader rond ‘collaboratieve planning’ in een Belgische context.
Op het empirische vlak gaat de aandacht vooral naar de ontwikkeling van de praktische tegenhanger van ‘collaboratieve planning’, met name het ‘publieke betrokkenheidsprofiel’. Een ‘publieke betrokkenheidsprofiel’ is een set van collaboratieve planningsmethoden en -instrumenten die variëren naar gelang het type vervoersprogramma of -project. De verschillende ‘publieke betrokkenheidsprofielen’ zijn afhankelijk van :
- Het type vervoers- of verkeersplan
- De fase in het programma- of projectmanagement: strategische beslissingen, operationele beslissingen, uitvoering, enz.
- De verschillende gebruikersgroepen en hun behoeften (economische functies, bewoners, bezoekers, ...)
- Het schaalniveau (lokaal, subregionaal, regionaal, nationaal, internationaal)
- Het niveau van communicatie en samenwerking: informatie, interactieve communicatie, participatie, referenda, enz.

Deze publieke betrokkenheidsprofielen worden zodanig gepresenteerd dat ze onmiddellijk in concrete vervoers- en verkeersprojecten geïmplementeerd kunnen worden. Doorheen de fasen van het onderzoeksplan worden het theoretische en conceptuele kader en de set van ‘publieke betrokkenheidsprofielen’ continu samen uitgewerkt en op elkaar afgestemd.


Methodologie

Door de aard van het onderwerp zullen zowel de bronnen als de resultaten van het onderzoek vooral kwalitatief zijn, en waar nodig kwantitatief. Centraal in de benadering staat de ontwikkeling van pragmatische, beleidsgerichte ‘publieke-betrokkenheidsprofielen’ die het beleidsvoerders mogelijk maken de publieke betrokkenheid in vervoers- en verkeersplanning te vergroten en professioneler aan te pakken. Vier complementaire methoden worden gebruikt om deze profielen te ontwikkelen.

Ten eerste voorziet een literatuur-onderzoek in een analytisch kader dat de kern van het onderzoek vormt.
Ten tweede zullen case-studies van verscheidene vervoersprogramma’s en -projecten worden uitgevoerd om te onderzoeken wat de rol van publieke betrokkenheid is en wie de winnaars en verliezers waren van het planningsproces.
Ten derde zal een Delphi-onderzoek ervoor zorgen dat opinies, ideeën en meningen van deskundigen in verkeers- en communicatie-strategieën inzake publieke betrokkenheid verzameld worden, zowel in België als in het buitenland. Een Delphi onderzoek kent verschillende ronden, zodat de deelnemende deskundigen geconfronteerd kunnen worden met de onderzoeksresultaten van de vorige ronde. Dit stelt hen in staat te reflecteren over de inzichten van anderen en uiteindelijk hun eigen mening te veranderen. Deze methode stelt ons in staat te evolueren naar een kwalitatief hoge consensus onder deskundigen over de rol en het belang van publieke betrokkenheid in vervoersprogramma’s en -projecten.
Ten vierde zullend de resultaten van de vorige stappen in het onderzoek getest worden in een bestaand vervoersproject.
Tot slot zal op het eind van elke stap in het onderzoek een panel van deskundigen geconsulteerd worden, om zo de resultaten af te stemmen en te verfijnen.

Deze methoden zorgen ervoor dat het onderzoek resultaten zal voortbrengen die klaar zijn voor implementatie in het mobiliteitsbeleid


Potentiële gebruikers

De uitkomsten van het onderzoek zijn bestemd voor een breed veld van gebruikers.

1.Vervoersaanbieders: plaatselijke, regionale en landelijke overheden, overheidsagentschappen en –bedrijven in het veld van het mobiliteitsbeleid.
2. Grote en kleine vervoersgebruikers, al dan niet in georganiseerd verband (ge-institutionaliseerde belangengroepen en niet-geïnstitutionaliseerde groeperingen en bewegingen rond een bepaalde vervoersmodus, landelijke actoren in het werknemers- en werkgeversveld, adviesorganen, etc.).
3. Vervoersdeskundigen in de brede zin: vervoersconsultants, mobiliteitsmanagers, mensen uit onderwijsinstellingen, etc.
4. De ontwikkeling van een handboek gericht op het effectieve gebruik van ‘publieke betrokkenheidsprofielen’ (2000-2001) zal mede de verspreiding van de onderzoeksresultaten naar bovenvermelde groepen en naar het brede publiek ondersteunen.


Link naar duurzame ontwikkeling

Het onderzoeksvoorstel wil vervoers- en verkeersprogramma’s en -projecten op twee manieren duurzamer maken.
1. Mobiliteitsverzuchtingen van alle groepen in de samenleving zullen beter geïntegreerd worden in het planningsproces, zodat programma’s en projecten in een beslissende fase niet spaak lopen door slecht geconcipieerde publieke betrokkenheid. Een betere publieke betrokkenheid leidt tot financiële, politieke en sociale voordelen in vervoersplanning.
2. Het Brundtland-rapport, nog steeds het toonaangevende theoretische kader voor de implementatie van duurzame ontwikkeling, richt zich sterk op de behoefte aan meer sociaal-economische gelijkheid als conditio sine qua non voor duurzame ontwikkeling. Op dezelfde wijze vormt de verbetering van een gelijkekansenbeleid aangaande verplaatsingen door meer effectieve strategieën van publieke betrokkenheid, de basis voor een toekomst met een meer duurzame mobiliteit.

Documentatie :

Mondig in mobiliteit: eindverslag    Brussel: DWTC, 2001 (SP0885)
[Om te downloaden

Op zoek naar effectieve publieke betrokkenheid in verkeers- en vervoersplanning: syntheserapport    Brussel: DWTC, 2001 (SP0886)
[Om te downloaden

In pursuit of effective public involvement in transportation and traffic planning: synthesis report    Brussels: OSTC, 2001 (SP0887)
[Om te downloaden