Onderzoeksproject MN/DD1/007 (Onderzoeksactie MN)
Om zich van een hoge levensstandaard te verzekeren, maken de oeverbewoners van de Noordzee voor verschillende functies gebruik van de Noordzee. Opdat dit gebruik duurzaam zou zijn, moeten aan een aantal schadelijke gebruiksfuncties beperkingen opgelegd worden. De laatste jaren werden reeds een hele reeks nationale en internationale wettelijke maatregelen genomen ter bescherming van het ecosysteem van de Noordzee. In de nieuwe OSPAR Conventie van 1992 aanvaardden alle Noordzeestaten en de Europese Commissie om bij de bescherming van het mariene milieu het voorzorgsprincipe en het principe "de vervuiler betaalt" te hanteren. Het doen naleven van deze maatregelen en principes stelt echter vaak praktische problemen. Het onderzoek in het kader van MARE-DASM wil hieraan tegemoet komen.
Het project valt uiteen in twee hoofddoelstellingen die een verschillende finaliteit beogen maar waarvan de resultaten van de eerste doelstelling (thema 1) voor een deel zullen geïntegreerd worden bij het bereiken van de tweede doelstelling (thema 2).
Thema 1: de socio-economische kostprijs van een degradatie van het mariene milieu.
De eerste doelstelling van het project bestaat erin om de verschillende factoren die bijdragen tot de degradatie van het mariene milieu in het Belgisch deel van de Noordzee te identificeren en te kwantificeren (Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie, Prof. Dr. C. Janssen). Deze identificatie en kwantificatie moet de basis vormen voor de evaluatie van de rechtstreekse en onrechtstreekse economische en sociale kosten voortvloeiende uit deze degradatie, zowel in accidentele gevallen als op een permanente wijze (Maritiem Instituut, Prof. Dr. F. Maes, met in onderaanneming Environmental Consultancy and Assistance (ECOLAS), Dr. P. Vanhaecke). De beoordeling van de kostprijs van deze degradatie zal worden afgewogen aan de economische en sociale baten van het gebruik van het Belgisch deel van de Noordzee door de huidige generatie, teneinde te komen tot voorstellen van beleidsmaatregelen die de overheid moet nemen om een meer geïntegreerd beheer en duurzaam gebruik van de Noordzee te garanderen voor de toekomstige generaties (Maritiem Instituut, Prof. Dr. F. Maes).
Thema 2: Het risico van het accidenteel in het mariene milieu geloosd worden van olie of andere chemische producten
De tweede doelstelling van het project beoogt de potentiële schade aan de ecosystemen van het Belgisch deel van de Noordzee bij accidentele verontreiniging door olie en andere chemische producten te schatten en desgevallend modelmatig te voorspellen, alsook de socio-economische impact van deze schade bij een aantal geselecteerde situaties (Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee, Dr. G. Pichot). Het cijfermatig bepalen van de schade moet aanleiding geven tot het voorstellen van technisch-juridische procedures die toelaten de veroorzaakte schade aan de natuurwaarden te evalueren en financieel te verhalen op de vervuiler (Centrum voor Milieurecht, Prof. Dr. H. Bocken (nationaal recht) en Maritiem Instituut, Prof. Dr. F. Maes (internationaal recht)).
Activiteiten
Taak I "Identificatie en kwantificatie van de verschillende factoren die bijdragen tot de degradatie van het mariene milieu" zal naast de identificatie en kwantificatie, ook de verdeling van contaminanten over de verschillende milieucompartimenten bestuderen met de bedoeling het Biologisch Effecten Submodel (BESM) te verfijnen naar lange termijn effecten toe. De resultaten van taak I moeten toelaten tot een schatting te komen van de degradatie van het mariene milieu. Deze schatting dient o.m. als uitgangspunt voor een deel van het onderzoek in het kader van taak II "het ontwikkelen van socio-economische beoordelingscriteria die het mogelijk maken deze degradatie objectief te bepalen", met name de kwantificering van milieuschade op basis van gebruikswaarden. Bij de socio-economische beoordelingscriteria zal ook gebruik worden gemaakt van de kwantificering van milieuschade op basis van optionele en bestaanswaarden (Contingent Valuation Method).
Onderzoeksresultaten uit taken I en II moeten een bijdrage leveren tot taak III en taak IV. Bij taak III "het ontwikkelen en evalueren van maatregelen die de overheid dient te nemen om een geïntegreerd beheer en een duurzaam gebruik van de zee te garanderen" zullen maatregelen worden voorgesteld waardoor België tot een optimaal geïntegreerd beleid en duurzaam gebruik van de Noordzee kan komen, rekening houdende met de politieke en de wetgevingstechnische haalbaarheid. De gebruiksfuncties op zee zullen in functie van hun degradatie-impact op het mariene milieu van de Noordzee (cf. taak I) op een prioriteitenschaal worden uitgezet. Aan de gebruiksfuncties zal eveneens een economische en maatschappelijke waardebepaling worden gekleefd, die per gebruiksfunctie kan variëren. Uitgaande van de beleidsoptie "duurzame ontwikkeling" zullen per gebruiksfunctie beleidsmaatregelen worden voorgesteld, die rekening houden met de doeltreffendheid, en de te verwachten maatschappelijke kosten en baten voor de betrokken economische en sociale groepen. De ecologische effecten (taak I) en de gedefinieerde socio-economische beoordelingscriteria (taak II) worden geïntegreerd in het mathematisch model (taak IV "het ontwikkelen van mathematische modellen die de kans op accidentele lozingen en de hierdoor aangerichte schade bepalen, zowel op leefmilieuvlak als op socio-economisch vlak"). Het mathematisch model wordt door de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) ontwikkeld, maar is evenwel beperkt tot de inschatting van risico’s op milieuschade bij accidentele lozingen van olie en andere chemische producten. Taak V voorziet in "het ontwikkelen van technische en juridische procedures die het mogelijk maken de veroorzaakte degradatie van het mariene milieu te evalueren en financieel te verhalen op de vervuiler". Door toetsing van het huidige nationaal (Centrum voor Milieurecht) en internationaal aansprakelijkheidsrecht (Maritiem Instituut) worden de juridisch-technische en administratieve procedures vooropgesteld en uitgewerkt om de degradatie (zowel als milieuschade en als milieuverstoring) financieel te evalueren en op de vervuiler te verhalen.
Voor meer informatie
Prof. Dr. F. Maes
Maritiem Instituut
Universiteit Gent - Vakgroep Internationaal Publiek Recht
Universiteitstraat 6, B-9000 Gent
Tel: +32 9 264 68 95 Fax: +32 9 264 69 89 E-mail: Frank.Maes@rug.ac.be
De partners
Knooppunt is het Maritiem Instituut van de Universiteit Gent, dat zal werken met de onderaannemer ECOLAS (Environmental Consultancy and Assistance). Andere satellieten zijn het Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie van de Universiteit Gent, de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) en het Centrum voor Milieurecht van de Universiteit Gent.
Coordinator
Prof. Dr. F. Maes
Maritiem Instituut
Universiteit Gent - Vakgroep Internationaal Publiek Recht
Universiteitstraat 6, B-9000 Gent
Tel: +32 9 264 68 95 Fax: +32 9 264 69 89 E-mail: Frank.Maes@rug.ac.be
Het Maritiem Instituut is een onafhankelijke onderzoekseenheid die advies verleent en studies uitvoert ten behoeve van overheidsinstellingen, ngo’s en privé-bedrijven. Het personeel van het Instituut is gespecialiseerd in onderzoeksonderwerpen betreffende maritiem recht, Belgisch en internationaal zeerecht, marien milieurecht, transportrecht en verwante onderwerpen.
Satelliet 1
Dr. P. Vanhaecke
Environmental Consultancy and Assistance (ECOLAS)
Lange Nieuwstraat 43, B-2000 Antwerpen
Tel. +32 3 233 07 03 Fax. +32 3 233 81 20 E-mail: ecolas@pophost.eunet.be
ECOLAS is reeds verantwoordelijk geweest voor de uitvoering van onderzoekstaken betreffende de ontwikkeling van socio-economische criteria voor het bepalen van schade aan het mariene milieu (gebruikswaarden). Op dit domein worden ook contacten onderhouden en informatie uitgewisseld met buitenlandse onderzoeksinstellingen, vooral in de Verenigde Staten, die de resultaten van dergelijke onderzoeken implementeren. ECOLAS is daarnaast aangesteld door het Belgisch gerecht als expert ter bepaling van de financiële kwantificatie van schade door milieuverontreiniging.
Satelliet 2
Prof. Dr. C. Janssen
Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie
Universiteit Gent - Vakgroep Toegepaste Ecologie en Milieubiologie
J. Plateaustraat 22, B-9000 Gent
Tel. +32 9 264 37 75 Fax: +32 9 264 41 99 E-mail: Colin.Janssen@rug.ac.be
Het onderzoek binnen de onderzoekscel ecotoxicologie van het Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie (LET) is gericht op de ontwikkeling en de evaluatie van methoden die kunnen aangewend worden om de impact van verontreinigende stoffen op diverse biota (aanwezig in water, waterbodem en bodem) te kunnen inschatten. In een recente studie werd, specifiek voor het mariene milieu, een methodologie ontwikkeld voor de bepaling van de ecologische impact van contaminanten. Het Laboratorium voor Milieutoxicologie beschikt eveneens over diverse contacten met onderzoeksinstellingen door deelname aan verschillende internationale projecten.
Satelliet 3
Dr. ir. G. Pichot
Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM)
Gulledelle 100, B-1200 Brussel
Tel. +32 2 773 21 11 Fax: +32 2 770 69 72 E-mail: mummgp@camme.ac.be
De Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee is een federale wetenschappelijke overheidsinstelling. De activiteiten omvatten het onderzoek, monitoring en beheer van het mariene milieu. Het onderzoek richt zich vooral op het ter beschikking stellen van de noodzakelijke kennis en materiaal voor het wetenschappelijk beheer van het Noordzee-ecosysteem gebaseerd op mathematische modellen, remote sensing en in situ metingen. De BMM werkt daarbij intensief samen met Europese en niet-Europese oceanografische laboratoria en instituten.
Satelliet 4
Prof. Dr. H. Bocken
Centrum voor Milieurecht
Universiteit Gent - Vakgroep Burgerlijk Recht
Universiteitstraat 4, B-9000 Gent
Tel.+32 9 264 69 23 Fax: +32 9 264 69 90 E-mail: Hubert.Bocken@rug.ac.be
Het Centrum Milieurecht verricht onderzoek naar verschillende deelgebieden van het milieurecht en de invloed van de Europese en Belgische institutionele context op het milieurecht, de vergoeding van milieuschade, de bodemsanering, het natuurbehoud en de ruimtelijke ordening. Het Centrum is ook verantwoordelijk voor de uitbouw van geïnformatiseerde informatiesystemen over wetgeving, rechtspraak en rechtsleer inzake milieurecht.
Voor meer informatie:
Universiteit Gent - Vakgroep International Publiek Recht
Universiteitstraat 6, 9000 Gent
Tel: (09) 264 68 95 Fax: (09) 264 69 89 E-mail: Frank.Maes@rug.ac.be
Symposium MARE-DASM 12-13 juni 2003:
Beoordeling van de mariene degradatie in de Noordzee en voorstellen voor een duurzaam beheer - MARE-DASM : eindrapport
Maes, F. - Janssen, C. - Pichot, G. ... et al Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2004 (SP1387)
[Uitgeput]
Bibliografische referenties :
Sustainable management of the North Sea: what measures can legally be taken by Belgium in favour of marine biological diversity ?, in (ed.) Verhandelingen van het symposium: "Tien jaar na Rio. Hoe is het met de biodiversiteit in België ?
MAES, F.FRANKLIN, A, PEETERS, M. & VAN GOETHEM, J. Bulletin van het Koninklijk Belgisch Instituut voor natuurwetenschappen - Biologie, Vol. 73 Suppl, 2003