Onderzoeksproject MO/35/017 (Onderzoeksactie MO)
Het doel van dit project is de volledige behandeling van de gegevens van sterren-/zonsverduistering en nadir/limbus, gemeten door het instrument SPICAM aan boord van de zending Mars-Express die in december 2003 met succes in een baan rond Mars werd gebracht.
De specifieke taken van het PROJECT zijn de volgende:
II Limbus- en nadirwijzen
a.UV- en IR-gegevens zullen tegelijkertijd worden verwerkt door onafhankelijke algoritmen. Voor de UV-meting van ozon in het nadir zou de sterke Hartley-band moeten verschijnen op het zonlicht dat wordt gebroken door de bodem en de lagere atmosfeer, aangezien het gereflecteerde UV-spectrum het resultaat is van licht dat wordt weerkaatst door het oppervlak van een gegeven albedo, Rayleigh dat verspreid wordt door CO2, aërosol-/stofweerkaatsing en verticale ozonabsorptie. De SPICAM spectrometer zal regelmatig worden geijkt tijdens de vlucht, bij de observatie van standaardsterren en de Zon, wiens absolute spectrum buiten de atmosfeer goed bekend is. Een (vlak-parallel) radiatief model zal worden geïmplementeerd om de totale ozonzuil aan te passen en de grens van CO2-absorptie, die zeer gevoelig is voor de oppervlaktedruk, zal worden gebruikt als kruisvalidering bij de meting van de oppervlaktespanning van nabije IR-kanalen.
b. Voor de opsporing van H2O-zuil in IR zal het synthetische spectraal van de Mars-transmissie per computer worden verwerkt aan de hand van de HITRAN-96-database voor een meerlagig atmosferisch model. De resultaten zullen worden vergeleken met die van de IR-spectrometer OMEGA aan boord van het ruimteschip Mars Express.
c. In de limbus-wijze zullen nachtgloei-emissies worden verwerkt met een meervoudig verspreidende radiatieve code en afhankelijk van hun signaal-naar-geluidverhouding zowel in UV (CO) als in IR (O2) emissiebanden.
