Onderzoeksproject NM/A/27 (Onderzoeksactie NM)
CONTEXT
De vuurbestendigheidseisen waaraan elektriciteitskabels thans in België moeten beantwoorden zijn in hoofdzaak terug te vinden in het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (AREI), in technische specificaties, in bestekken en in normen. Doorgaans is dat alles op vrijwillige basis georganiseerd.
Deze situatie dient te veranderen als gevolg van de omzetting van de Europese richtlijn betreffende de voor de bouw bestemde producten (89/106/CEE) in de Belgische wetgeving en de wil om de euroklassen toe te passen (vuurbestendigheidsklassen voor de voor de bouw bestemde producten) op elektriciteitskabels.
HET PROJECT
De industrie heeft 2 concurrerende systemen voorgesteld voor de euroklassekabels. Elk voorstel gaat uit van een hoofdtestmethode, te weten de grootschalige testmethode Fipec, en daarnaast de SBI-methode (Single Burning Item). De mensen die bevoegd zijn voor het opstellen van de nationale brandvoorschriften moeten de meest geschikte testmethode uitkiezen. Dat project komt als geroepen om aanbevelingen te doen (uitgaande van tests) bij die keuze en om, in een tweede fase, de personen te helpen die in België bevoegd zijn om de toekomstige vereisten te vertalen in de Belgische regelgeving.
Doelstellingen
De voornaamste doelstellingen van deze studie zijn samengevat de volgende:
- de belangrijkste werkzaamheden en studies doornemen en analyseren die betrekking hebben (ten minste gedeeltelijk) op de opname van de kabels in het toepassingsgebied van de richtlijn “voor de bouw bestemde producten” (wat het aspect vuurbestendigheid betreft);
- op een representatieve reeks monsters van elektriciteitskabels de 2 bovenvermelde testmethoden toetsen;
- door een grondige analyse van de met de 2 testmethoden verkregen testgegevens de meest gepaste methode bepalen;
- een classificatiesysteem voorstellen op basis van de aanbevolen testmethode;
- de huidige Belgische regelgeving analyseren ten opzichte van de testresultaten en het voorgestelde classificatiesysteem.
Bovendien wordt voor de gekozen kabels de hoeveelheid rook die vrijkomt gemeten door middel van de methode IEC 61034-1/2 (bekend onder de naam “3 m cube chamber”). Die testmethode wordt immers wereldwijd gebruikt voor talrijke installaties. De met deze methode verkregen resultaten (statische of cumulatieve meting) worden vergeleken met de metingen met de grootschalige Fipec-methode en de SBI-methode (dynamische meting).
METHODOLOGIE
Het werk wordt in een aantal delen opgesplitst, met als voornaamste delen:
- verzameling van alle relevante informatie, definitie en aanpassing van de testmethoden indien nodig;
- testgedeelte met inbegrip van de meting van de voornaamste vuurbestendigheidspara-meters (warmteafgifte, voortplanting van de vlammen, hoeveelheid rook die vrijkomt);
- gegevensverwerking en statistische analyse;
- conclusies en aanbevelingen.
DE PARTNERS
De promotor (ISSeP Département Risques Incendie) en de vertegenwoordigers van de Belgische kabelindustrie.
PRODUCTEN EN VERWACHTE RESULTATEN
- Gedetailleerde en eventueel verbeterde testmethoden;
- Aanbevelingen betreffende de keuze van de best aangepaste testmethode voor de euroklassen (met inachtneming van de volgende criteria: de methode moet de belangrijkste vuurparameters kunnen meten, de kabels kunnen onderscheiden wat hun vuurvastheid betreft, reële scenario’s uitwerken die in aanmerking kunnen worden genomen, de herhaalbaarheid) bepalen;
- Waarschuwing betreffende de mogelijke gebruikslimieten van de methode(n), bijvoorbeeld wat de gevoeligheid van sommige metingen betreft;
- Voorstel voor een classificatiesysteem, en/of toepassing van de voorgestelde classificatiesystemen;
- Gegevensbank met de resultaten (vuurbestendigheidsniveau en toepassing van de voorgestelde classificatie) en de outputs van de correlatiestudies voor de geselecteerde Belgische kabels;
- Basis voor de omzetting, voor de kabels, van de richtlijn betreffende de voor de bouw bestemde producten in een Belgische wet.
Tot op heden werden de testmethoden gedefinieerd op grond van de analyse van de relevante informatie. De promotor heeft een voorraad geselecteerde kabels opgeslagen en het testen is grotendeels gedaan. Er werd geprobeerd een classificatie op te maken voor de kabels op grond van de tot vandaag beschikbare resultaten. De eerste conclusies, commentaren en aanbevelingen werden aan de betrokken personen bezorgd (met name via de jaarverslagen).
GEBRUIKERSCOMITE
Er werd een gebruikerscomité opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Belgische kabelfabrikanten. De leden worden op de hoogte gehouden van de voortgang van de werkzaamheden. Zij adviseren de projectpromotor over eventuele heroriënteringen van de studie, zodat rekening wordt gehouden met de nieuwe beslissingen van zij die de nationale brandbeveiligingsreglementen opstellen.
- D. Guéry (BEC Technisch comité 20 C)
- L. Putman (CABLEBEL)
- D. Dewit (Ministère de l’Intérieur, Direction Générale de la Protection civile)
- J. De Saedeleer (Ministerie van Binnelandse Zaken, Algemene Directie van de Civiele Bescherming, Brandweerinspectie)
- L. Argüelles (European Commission, DG Enterprise G5, Head of Unit Construction)
PROMOTOR
Hervé BREULET
Institut Scientifique de Service Public
Rue du Chéra 200
B-4000 LIEGE
Tel: +32 4 229.82.03
Fax: +32 4 253.54.16
E-mail: h.breulet@issep.be
Assessment of the adequacy of fire behaviour tests for cables : final report
Brussels : Federal Science Policy, 2005 (SP1485)
[Om te downloaden]