NL FR EN
www.belgium.be

Duurzame consumptie: welke rol voor de consumenten?

Onderzoeksproject OA/20 (Onderzoeksactie OA)

Personen :

  • M.  ZACCAI Edwin - Université Libre de Bruxelles (ULB)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Mme  ROUSSEAU Catherine - Onderzoeks- en info.centrum vd. Verbruikersorganisaties (OIVO)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • M.  BOULANGER Paul-Marie - Institut pour le Développement Durable (IDD)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Prof. dr.  DE PELSMACKER Patrick - Universiteit Antwerpen (UA)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Mme  KESTEMONT Marie-Paule - Université Catholique de Louvain (UCLouvain)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Prof. dr.  BARTIAUX Françoise - Université Catholique de Louvain (UCLouvain)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Mme  FRASELLE Nadine - Université Catholique de Louvain (UCLouvain)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Prof. dr.  PONCELET Marc - Université de Liège (ULiège)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Prof.  MORMONT Marc - Université de Liège (ULiège)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Prof. dr.  YZERBYT Vincent - Université Catholique de Louvain (UCLouvain)
    Niet-betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006
  • Prof. dr.  DEFOURNY Jacques - Université de Liège (ULiège)
    Niet-betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2003-30/6/2006

Beschrijving :

Een tiental teams , die in het kader van de programma’s van de POD Wetenschapsbeleid verschillende aspecten van duurzame consumptie hebben behandeld, kunnen dankzij dit ‘cluster’-project hun onderzoeken vergelijken en delen met als doel tot een gemeenschappelijke wetenschappelijke publicatie te komen.
Het gemeenschappelijke thema is de verschillende aspecten van de rol die consumenten spelen, kunnen spelen of niet kunnen spelen in de context die door beleid inzake duurzame consumptie wordt bepaald.
De teams hebben reeds samenwerkingsverbanden opgezet (zie verder).

De werkwijze omvat de organisatie van vier onderzoeksseminaries met presentaties door projectleden en buitenlandse gasten geselecteerd op basis van hun deskundigheid op internationaal (meestal Europees) niveau. Deze sprekers zullen ook meewerken aan de uiteindelijke publicatie (boek), die in het bijzonder gericht is op het promoten van Belgisch onderzoek in het buitenland.
Om ook buiten het wetenschappelijke milieu het gebruik van relevante resultaten ter ondersteuning van het beleid op deze vlakken te kunnen garanderen, zal een speciaal aangepaste synthese worden geschreven en verspreid.

De vraagstukken waarover het project zich buigt, worden verderop meer in detail besproken

Iedereen is het er roerend over eens dat we onze productie- en consumptiepatronen drastisch moeten wijzigen om duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te kunnen behalen. Het geïntegreerde productbeleid (GPB, gepromoot door de EU) legt in dit opzicht een sterke nadruk op de rol van de consument en roept op tot een betere verspreiding van informatie. Er is bij de bevolking immers een grote interesse voor onderwerpen met betrekking tot ecologische en duurzame ontwikkeling (ook al is men zich nog niet erg bewust van de dagelijkse impact). Sommige particulieren en organisaties zoeken naar een manier om actie te ondernemen of zich te engageren via een aanpassing van hun consumptiegedrag of consumptiegewoonten. Op dezelfde manier, althans volgens de stakeholders, proberen bedrijven de markt te stimuleren om over te schakelen naar meer duurzame producten.
Tegelijkertijd dringen er zich echter ook enkele minder aangename vaststellingen op.
Zo stuit de implementatie van productbeleidsmaatregelen op ernstige praktische problemen en lijken vrijwillige acties op het gebied van milieu niet erg efficiënt. Wetenschappelijke auteurs zijn vele jaren van mening geweest dat kennis van en bekommernis om ecologische onderwerpen geen garantie is voor de meest geschikte houdingen. Vele studies voeren aan dat informatie en communicatie over milieuonderwerpen slechts een zeer beperkte impact hebben op de houding en het gedrag van de consument. Dit wordt gestaafd door recente onderzoeksprojecten die deel uitmaken van de huidige cluster. Jammer genoeg worden deze bevindingen echter op een zeer beperkte manier geïntegreerd in de ‘informatie voor actie’-aanpak.

Andere onderzoeken tonen aan dat er bij de consument vraag is naar meer collectieve en gestructureerde acties. Uit Europese bedrijfsonderzoeken blijkt dat ook bedrijfsleiders wetgeving als een van de belangrijkste factoren voor verandering op milieugebied vernoemen, terwijl de druk van consumenten en consumentenorganisaties enkele niveaus lager verschijnen.
In deze toch wel tegenstrijdige context lijkt het erop dat beleid dat erop gericht is consumptie duurzamer te maken en oproept tot een beter begrip van de rol van de consument.

Hieronder volgt een lijst met onderzoekspunten die door de partnerteams werden geselecteerd en interessant werden bevonden om binnen het kader van dit project in beschouwing te worden genomen.

- Als achtergrond de consumentenmaatschappij, haar genealogie en evolutie. Genealogie en archeologie van de ‘consument’. Sinds wanneer, in welke context, binnen welke instellingen spreekt men over ‘de consument’ en op welke manier? Hoe moet de evolutie van de ‘merchandising’ van sociale relaties worden geanalyseerd? Hoe vinden de recente oproepen tot duurzame consumptie plaats in zo’n evolutie?
- Wat weten we over de relatie tussen consumptie en welzijn, levenskwaliteit, gezondheid, persoonlijke voldoening, enz.
- Verschillende benaderingen van de consument: wat is bijvoorbeeld het onderscheid tussen ‘psycho-sociologische’ (marketing) en ‘sociologische’ benaderingen? Hoe moeten de verbanden tussen noden, wensen, verlangens, begeerten, impulsen enz. binnen deze context worden geanalyseerd?
- Wat weten we over hoe de houding en het gedrag worden beïnvloed door de berichtgeving en beleidsinstrumenten ter bevordering van duurzame consumptiepatronen? Zijn de effecten verschillend bij verschillende bevolkingsgroepen (socio-economische, culturele profielen)?
- Wat is de werkelijke betekenis van ‘de consument informeren’? Wie leest de labels? Wie begrijpt deze probleemloos? Wat zijn de doorslaggevende elementen in de keuze van de consument? Rol van routine, nabijheidsrelaties, enz.
- Wat is de rol van reclame in consumptie? Kan die sector worden gereguleerd?
- Welke rol speelt distributie (klein, middelgroot, groot) in consumptie? Hoe wordt dit door consumenten beïnvloed?
- Maatschappelijke (ethische) en ecologische (bio-)aspecten van consumptie: convergentie en divergentie. Welke verbanden kunnen worden gelegd tussen ‘verantwoorde consumptie’ en sommige vormen van politiek activisme?


Gedetailleerde beschrijving van de wetenschappelijke methodologie

Zoals hierboven werd toegelicht, is dit clusterproject hoofdzakelijk een manier om kennisuitwisseling tussen de betrokken teams te organiseren: het is een opbouwend proces dat leidt tot de publicatie van de voornaamste resultaten.
In een eerste stadium (februari tot april 2004) werden interne vergaderingen georganiseerd waarin een voorlopig programma van vier seminaries werd bepaald. De betrokken onderzoekers bereikten een akkoord over een verdeling van de onderzoeksvragen en een selectie van sprekers die zouden worden uitgenodigd.
Elk seminarie werd geleid door twee teams (afhankelijk van seminarie tot seminarie, en van de locatie). Deze teams waren verantwoordelijk voor de verzending van de uitnodigingen, voor het contact opnemen met en het ontvangen van de gastsprekers, voor de afhandeling van de praktische aspecten, enz. De beide seminaries georganiseerd in 2004 (juni en november) werden bijgewoond door een twintig- tot dertigtal personen, allen wetenschappelijk actief op dat terrein. Elke presentatie (half uur) werd gevolgd door een uitvoerige bespreking (ca. half uur).
De organisatie van deze seminaries en de intellectuele uitwisselingen die tot stand kwamen hebben de onderlinge relaties tussen onderzoekers in sommige belangrijke Belgische universiteiten actief in dit domein (en het OIVO) ongetwijfeld aangehaald.
De buitenlandse gastsprekers hebben steeds de mogelijkheid gevonden om hun onderzoeksvragen en bevindingen te integreren in het voorgestelde kader, en zij stemmen ermee in een document in te dienen voor de uiteindelijke publicatie. Dit is een gunstig signaal voor de relatie tussen het Belgische netwerk en het Europese onderzoek, en dit zal tevens ook een meerwaarde creëren voor de geplande publicatie.
Dankzij de generositeit van een van de universiteitspartners werd een specifieke website aan het project gewijd om de communicatie tussen de leden in stand te houden. Het betreft hier een subsite van http://www.icampus.ucl.ac.be/ van de Katholieke Universiteit van Leuven, waartoe alleen leden van de cluster toegang hebben.

Documentatie :

Consommation durable : quel rôle pour le consommateur ? Synthèse des recherches menées dans le cluster consommation durable du PADD II    Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2007 (SP1739)
[Om te downloaden

Duurzame consumptie : welke rol is er voor de consumenten weggelegd ? Synthese van onderzoeken uitgevoerd in de cluster duurzame consumptie van het PODO II    Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2007 (SP1740)
[Om te downloaden