NL FR EN
www.belgium.be

Haalbaarheid van een participatief modelleringsproces inzake risicobepaling van pesticiden - PEPAM

Onderzoeksproject OA/27 (Onderzoeksactie OA)

Personen :

  • Dhr.  DEBONGNIE Philippe - Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochimie (CODA)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2004-31/12/2006
  • Dr.  PUSSEMIER Luc - Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochimie (CODA)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2004-31/12/2006
  • Dr.  VAN BOL Vincent - Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochimie (CODA)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2004-31/12/2006
  • Dr.  GOORDEN Lieve - Universiteit Antwerpen (UA)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2004-31/12/2006
  • Prof.  MORMONT Marc - Université de Liège (ULiège)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2004-31/12/2006
  • Dr. Ir.  PINEROS GARCET Juan - Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochimie (CODA)
    Niet-betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/12/2004-31/12/2006

Beschrijving :

Doelstellingen

Om beleidsbeslissingen te ondersteunen in de context van het Belgische Pesticiden Reductie Plan werd een Risico Indicator Set, PRIBEL genaamd, ontwikkeld. PRIBEL bestaat uit zeven risico-indicatoren. Dit model is niet op participatieve wijze tot stand gekomen.
Er bestaan veel onzekerheden ten aanzien van risico’s door pesticiden. Bijgevolg dienen heel wat keuzes gemaakt te worden. Deze keuzes zouden op een participatieve wijze tot stand moeten komen, niet alleen om de sociale aanvaardbaarheid van risico’s te verzekeren, maar ook om vele vormen van kennis en verscheidene gezichtspunten in overweging te nemen die in de gebruikelijke wetenschappelijke risico-beoordelingen niet worden meegenomen.
In deze context zijn de doelstellingen van het PEPAM-project:

• Definiëren van een geschikte participatieve methodologie om een bruikbare inbreng te verkrijgen vanwege burgers in het modelleren van een risico-beoordeling van pesticiden
• Testen van deze methodologie en haar haalbaarheid bepalen
• Een netwerk opzetten van geïnteresseerde deelnemers en instanties die kandidaat zijn om een participatieve oefening op grotere, realistische schaal uit te voeren.
In het PEPAM project concentreert de participatieve oefening zich, vanwege beleidsinvloeden, op het testen van de bijen-indicator.

Resultaten

Doelstellingen van een grootschalige participatieve oefening
Een eerste resultaat dat wij kunnen afleiden uit de door ons uitgevoerde test tijdens dit korte onderzoeksproject is een preciezere formulering van de doelstellingen van de beoogde participatieve oefening. Aangezien wij de PRIBEL indicator set begrijpen als een sociale constructie die tot stand gekomen is in een specifieke (beleids-)context met specifieke actoren, is de hoofddoelstelling van de participatieve oefening het testen van de maatschappelijke geldigheid van deze sociale constructie. Deze maatschappelijke geldigheid kan echter niet getest worden zonder tegelijk de participatieve oefening zelf te testen.
Om deze doelstellingen te testen, stellen wij voor dat een grootschalige participatieve oefening bestaat uit de volgende elementen.

1. Uitleggen en leren hoe de set van indicatoren technisch werkt
2. Deconstrueren van de set van indicatoren
3. Inschatten van de impacten van de gemaakte keuzes in de set van indicatoren
4. Beoordelen van de set van indicatoren
5. Reconstrueren van de set van indicatoren
Drie soorten werksessies
Wij stellen voor dat de kern van een grootschalig onderzoeksproject bestaat uit drie soorten werksessies.

• De eerste sessie is bedoeld voor de experten die bekend zijn met de set van indicatoren, de overheden die de set van indicatoren zullen gebruiken en de sociale wetenschappers van het onderzoeksconsortium.
• De tweede sessie is voor stakeholders, experten en sociale wetenschappers.
• De derde is voor burgers, zowel zij die direct als indirect bij het thema betrokken zijn, experts en sociale wetenschappers.

Valorisatie

Tijdens een afsluitende bijeenkomst – met een vertegenwoordiger van CERVA, de coördinator van het Pesticide Reductie Plan en zijn collega, een vertegenwoordiger van een imkerorganisatie, een wetenschapper met specifieke expertise op het vlak van bijen, een vertegenwoordiger van de pesticidenindustrie, en twee vertegenwoordigers van een milieu-organisatie – werden de resultaten van het onderzoeksproject voorgesteld en de suggesties van de stakeholders voor een toekomstige participatieve oefening verzameld.
Zodra er een geschikte oproep voor onderzoeksvoorstellen gelanceerd wordt, zal het onderzoeksconsortium een grootschalig onderzoeksproject indienen.

Documentatie :

Feasability of a participatory modeling process for pesticides risk assessment - PEPAM : final report  Pineros, Juan - Deblonde, Marian - Mélard, François ... et al  Brussels : Belgian science Policy, 2006 (SP1570)
[Om te downloaden]  [Om te bestellen