NL FR EN
www.belgium.be

Gastheer-parasiet interacties tijdens de ontwikkeling van Trypanosoma brucei

Onderzoeksproject P4/09 (Onderzoeksactie P4)

Personen :

Beschrijving :

Het onderzoeksproject beoogt de moleculaire mechanismen te ontrafelen die betrokken zijn bij de aanpassing die de protozoaire parasiet Trypanosoma brucei moet ondergaan tijdens zijn levenscyclus om te overleven in verschillende gastheersystemen, namelijk verschillende zoogdiersoorten en de tseetseevlieg. Eerder bekomen data met betrekking tot de oppervlaktereceptoren en de endocytose van deze parasieten onderlijnen het belang van dit project. Bovendien zou dit project moeten helpen bij het ontrafelen van de oorsprong van mechanismen betrokken bij signaaltransductie en cellulaire differentiatie in hogere eukaryoten en zou het nieuwe perspectieven moeten openen met betrekking tot therapeutische of profylactische behandeling tegen trypanosomiase, een belangrijke ziekte in derdewereldlanden. Het project wordt ondersteund door de unieke en internationaal erkende reputatie van Belgische onderzoekers op het vlak van moleculaire parasitologie en groepeert ploegen die tot nu toe reeds een significante bijdrage geleverd hebben op het vlak van de antigenische variabiliteit (ULB), de glycolyse (UCL), de receptoren (UCL, ULB) en de immunosuppressie (VUB) bij de Afrikaanse Trypanosoom T.brucei.

Het onderzoek situeert zich op de verschillende ontwikkelingsstadia van de parasiet:

1.Ontwikkelingsstadia in zoogdieren :

-Controle van het immuunsysteem door de parasiet (VUB, ULB). Hierbij is het de bedoeling de componenten te karakteriseren betrokken bij de inductie van synthese van TNF-alfa door macrofagen en betrokken bij de inductie van immunosuppressie. Reeds bekomen resultaten wijzen op de betrokkenheid van het suiker-vetzuur anker van het VSG (glycosylphosphatidylinositol, of GPI) in het geval van TNF-alfa inductie. Om de immunosuppressie-inducerende factor te identificeren wordt een genscreening met specifieke antilichamen gebruikt.

-Karakterisatie van oppervlaktereceptoren op de parasiet (ULB, UCL, VUB). Hierbij is het de bedoeling de genen te kloneren die coderen voor de receptoren voor "low density" en "high density" lipoproteïne (LDL en HDL), TNF-alfa en interferon-gamma (IFN-gamma ), gebruik makende van "biopanning" van een COS/cDNA bibliotheek. Bovendien wordt een minibibliotheek gemaakt met receptorcoderende genen, gebruik makende van antilichamen gegenereerd tegen the "falgellar pocket" fractie van de parasiet.

-Herkenning en intracellulaire afbraak van gastheermoleculen (UCL, VUB, ULB). Hierbij wordt vooropgesteld na te gaan welke processen betrokken zijn bij de binding, opname, en transport van gastheermoleculen betrokken bij groeicontrole van trypanosomen, zoals LDL, HDL, TNF-alfa en IFN-gamma .

-Signaaltransductie (ULB, UCL). Hierbij is het de bedoeling vooral aandacht te schenken aan vier specifieke onderwerpen : de regulatie en de rol van verschillende isovormen van adenylate cyclase, de regulatie en rol van het unieke fosfolipase C(GPI-PLC of VSG lipase), de karakterisatie van G-proteïnen en geassocieerde componenten en de lokalisatie en rol van actine.

2.Ontwikkelingsstadia in de tseetseevlieg (ULB):

-Interacties met vliegcomponenten. Hierbij worden van verschillende organen van de vlieg COS/cDNA bibliotheken gemaakt, die gescreend worden voor klonen die interageren met trypanosoomcomponenten, om zo te komen tot de identificatie van componenten van de vlieg die betrokken zijn bij signaaltransductie in de parasiet.

-Identificatie van liganden voor parasiet adenylaat cyclase en de rol van cyclase isovormen. Hierbij wordt voorgesteld componenten van de vlieg te isoleren die in staat zijn adenylaat cyclase te activeren in procyclische parasieten en verder de rol van verschillende isovormen van het enzym te analyseren gedurende de ontwikkeling van de parasiet in de vlieg.

3.Regulatie van genexpressie gedurende celdifferentiatie van een ontwikkelingsstadium naar een volgend (ULB):

Hierbij wordt het onderzoek geconcentreerd op de controle van co- en post-transcriptie fenomenen (respectievelijk transcriptie-elongatie en controle van mRNA niveaus). Eerder werd reeds aangetoond dat deze controle, die belangrijk is bij parasietdifferentiatie, beïnvloed wordt door omgevingsfactoren. Bijgevolg wordt er voorgesteld om de componenten te karakteriseren die in staat zijn te interageren met primaire transcripten en te kijken naar hun stabiliteit en modificatie tijdens de levenscyclus van de parasiet.