NL FR EN
www.belgium.be

De verbondenheden van het weten. De posities en verantwoordelijkheden van de wetenschappen en de wetenschappers in een democratische rechtsstaat

Onderzoeksproject P5/16 (Onderzoeksactie P5)

Personen :

  • Prof. dr.  GUTWIRTH Serge - Vrije Universiteit Brussel (VUB)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2002-31/12/2006
  • Prof. dr.  RAES Koen - Universiteit Gent (UGent)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2002-31/12/2006
  • Prof. dr.  STENGERS Isabelle - Université Libre de Bruxelles (ULB)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2002-31/12/2006
  • Prof.  MORMONT Marc - Université de Liège (ULiège)
    Niet-betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2002-31/12/2006
  • Prof. dr.  LATOUR Bruno - Ecole Nationale Supérieure des Mines Paris (ENSMP)
    Betoelaagde buitenlandse partner
    Duur: 1/1/2002-31/12/2006

Beschrijving :

Dat wetenschap en techniek een algemene en beslissende impact hebben op onze levens, maatschappijen en leefmilieus trekt niemand meer in twijfel. Verbazend genoeg, daarentegen, blijft de stelling overeind dat de wetenschap zich beperkt tot het vaststellen van "feiten" terwijl de politiek als verantwoordelijkheid heeft de "waarden" te bepalen. Deze stelling doet echter geen recht aan de diverse dynamische verstrengelingen van wetenschap "natuur") en maatschappij "cultuur"), zoals ze aan het licht gebracht zijn door de praktijk zelf van de wetenschappen, door sommige wetenschapsdenkers (zoals Foucault, Serres, Stengers en Latour) en door de claims van sociale bewegingen (zoals o.m. inzake biogenetica, milieu, cloning, enz.).

Wij gaan ervan uit, dat is voor ons het 'nieuwe feit', dat de kwestie de impact van de wetenschappen vandaag de dag moet worden onderzocht met verwijzing naar de "democratische rechtsstaat". Aldus dienen begrippen-principes zoals de juridische bemiddeling van rechten en belangen, de democratische participatie, de rule of law (rechtsstatelijkheid), transparantie en accountability, het algemeen belang, de mensenrechten en de individuele vrijheid, voortaan deel uit te maken van de vereisten - de contraintes - van het wetenschappelijk werk. Het komt erop aan de gevolgen hiervan te onderzoeken met betrekking tot de wetenschappelijke activiteit en de universitaire vorming, omdat die begrippen-principes alleen pertinent kunnen zijn wanneer zij steunen op een actieve interesse en openheid van alle wetenschappers voor de activiteiten en kennis van hun collega uit andere disciplines en meer zelfs, van hun medeburgers. Thans moet kennis worden ontwikkeld die 'interessant' is in de etymologische betekenis van dat woord, waarbij interesse staat voor het creëren van verbanden, voor het scheppen van verbindingsmogelijkheden. Anders gezegd roept de kwestie van de impact van de wetenschappen spontaan de vraagstelling op van het publieke karakter/algemeen nut van de wetenschappen en het wetenschappelijk onderzoek. Want indien de wetenschappen en de democratische rechtsstaat aan elkaar worden geweven, dan rijst enerzijds de vraag naar de plaats- en rolbepaling van het algemeen belang in het wetenschappelijk onderzoek, en anderzijds deze naar de voorwaarden waaronder een onderzoek publiek kan zijn of worden, zowel inhoudelijk (ten aanzien van welke doelstellingen en belangen?) als formeel (door middel van welke procedure?).

Voorliggend onderzoek heeft dus tot algemeen doel de technisch-wetenschappelijke activiteiten binnen een democratische rechtstaat te conceptualiseren. Theoretisch gesproken komt het erop neer de verbanden tussen wetenschappen en maatschappij te herbeschouwen aan de hand van twee inter- of transdisciplinaire case-studies (de gecorreleerde mens en de biotechnologie en voedselveiligheid). Op juridisch vlak dienen de noodzaak en de grenzen van de juridische bemiddeling met betrekking tot de technisch-wetenschappelijke activiteiten te worden omschreven en bepaald. Vanuit politiek en constitutioneel oogpunt zal, met betrekking tot deze activiteiten, worden gestreefd naar de uittekening van nieuwe vormen van vertegenwoordiging, machtsevenwichten en transparantie. Vanuit ethisch perspectief zal de aandacht gaan de talrijke huidige conflictzones tussen wetenschapsbeoefening en ethiek. Meer concreet wensen we procedurele middelen tot stand te brengen, die, of ze van juridische, ethische of andere aard zijn, kunnen bijdragen tot de implementatie van de theoretische en conceptuele resultaten van dit onderzoek.

De belangrijkste originaliteit van dit project is echter educationeel van aard, en betreft de vorming van de vorsers zelf. Ons onderzoek wil immers een 'actieonderzoek zijn (een recherche-action) of nog, een 'experiment' dat samen en interactief met vorsers uit verschillende hoeken wordt gevoerd, waarbij de wederkerige uitsluiting (op grond van onwetendheid) wordt overstegen. Er kan inderdaad enkel op het terrein zelf naar mogelijkheden worden gezocht om een gemeenschappelijke belangstelling, werkzin of 'eetlust' tot stand te brengen vertrekkende van onderling verschillende opvattingen en gebruiken. Ons project streeft er aldus naar om op proefondervindelijke wijze, de nieuwe educationele noodwendigheden van wetenschapspraktijken verbonden met de democratische rechtsstaat te duiden (graduate training school). Naast de meer klassieke doelstelling van 'productie van kennis' zoals in de verschillende work packages wordt beschreven, wil dit project dus trachten te komen tot de 'productie van communicatie tussen de verschillende vormen van weten' : deze worden hier niet benaderd als inhouden die eenieder zich kan toeëigenen, maar wel vanuit het oogpunt dat ze moeten 'tellen' , 'wegen' en deel uitmaken van de manier waarop alle vorsers hun vragen stellen. Daarom spreken we van 'verbondenheden' (of 'loyauteiten') in beide betekenissen van dat woord.