Onderzoeksproject P5/25 (Onderzoeksactie P5)
Het doel van dit onderzoeksproject is een volledig inzicht te verwerven in de functie van bepaalde genen, door een een reeks pathologieën in diermodellen en bij de mens aan een grondige analyse te onderwerpen. Dit doel zal bereikt worden door de expertise van onderzoeksgroepen uit verschillende Belgische en buitenlandse universiteiten te combineren in een multidisciplinaire benadering bestaande o.m. uit klassieke en ‘reverse’ genetics, moleculaire biologie, cel biologie, biochemie, fysiologie, pathologie etc... Uiteindelijk moet deze kennis ook leiden tot beter diagnostische en therapeutische benaderingen.
Dit netwerk is een hernieuwde versie van het netwerk P4/17, waarvan de algemene thematiek zeer gelijklopend was en dat door dezelfde twee piloot groepen (CME van de KULeuven en ICP van de UCL) werd gecoördineerd. Het voorstel om een gewijzigde versie van het vroegere netwerk voor te stellen is gebaseerd op het succes van het voorgaande netwerk, zowel wat de wetenschappelijke realisaties als wat de geslaagde collaboraties betreft, wat trouwens door de buitenlandse experten werd onderlijnd in de evaluatie van het netwerk.
Het onderzoek heeft betrekking op drie algemene themas en werd onderverdeeld in 9 work packages, die elk door twee of meerdere leden van het netwerk worden uitgevoerd. Elke WP berust op belangrijke resultaten van de deelnemers aan het netwerk. De diversiteit van de onderwerpen van de WPs mag op eerste zicht groot lijken, maar we zijn er van overtuigd dat dit in feite een troef is, vermits deze in de komende vijf jaar kan leiden tot het opstarten van nieuwe, nu niet geplande, collaboraties die des te vruchtbaarder zullen zijn vermits ze zich zullen situeren op het raakvlak van de verschillende disciplines. Om de geprogrammeerde collaboraties, en het ontstaan van nieuwe colaboraties, te bevorderen zullen verschillende strategieën worden aangewend die de uitwisseling van wetenschappelijke informatie tussen de partners van dit netwerk en hun interacties optimaal kunnen stimuleren.
Het algemene thema METABOLE STOORNISSEN behelst 5 WPs. WP1 zal aan de hand van transgene technologie pogen de rol te begrijpen die genen (waaronder het gen dat codeert voor een fosfatidyl-inositol-5-fosfatase) spelen in de pathognese van type II diabetes. WP2 zal de rol van fructosamine-3-kinase, een recent geïdetificeerd enzyme dat waarschijnlijk een nog niet gekend proces van deglycosylatie initieert, bestuderen. De studie van de enzymatische deficienties in de synthese pathways van purines (deficientie van het adenylosuccinaat lyase) en van het L-serine, die allen een diepe mentale retardatie veroorzaken, is het voorwerp van WP3. WP4 onderzoekt deficienties in de N-glycosylatie van proteïnes en WP5 onderzoekt het CFTR eiwit dat defecten vertoont bij mucoviscidose patienten en waarvoor men interagerende eiwitten zal pogen te identificeren en te karakteriseren.
Het algemene thema MISVORMINGEN behelst een WP6, dat zich tot doel stelt genen te identificeren die een belangrijke rol spelen in de morfogenese van het hart en van de bloedvaten bij de mens door een hart- en vaatafwijkingen te onderzoeken. WP7 beoogt de karakterisatie van evolutionair geconserveerde regios van het genoom (HSA 14q, MMU12q, OAR18q) die onderworpen zijn aan imprinting en die een rol spelen in de complexe niet mendeliaanse (polar overdominance) transmissie van misvormingen bij het schaap. Tevens zullen afwijkingen in de ontwikkeling tengevolge van uniparentele disomie bij muis en mens worden onderzocht.
TUMORIGENESE is het voorwerp van drie WPs. WP8 onderzoekt de moleculaire mechanismen van de tumorigenese in Neurofibromatose type I o.m. door de moleculaire defecten te onderzoeken in Schwann cellen en maligne perifere zenuwschede tumoren bij personen die lijden aan NFI. WP9 beoogt de identificatie van nieuwe genen betrokken in leukemogenese en het ontstaan van lymfomen, de analyse van moleculaire mechanismen waardoor deze genen participeren in het ontstaan van het maligne proces en de diagnostische en prognostische relevantie van genetische afwijkingen in deze kwaadaardige aandoeningen.