NL FR EN
www.belgium.be

Economisch en financieel beleid in een globale economie: Evenwichtsanalyse en sociale evaluatie

Onderzoeksproject P6/07 (Onderzoeksactie P6)

Personen :

Beschrijving :

De algemene doelstelling van het project is de ontwikkeling en implementatie van concepten uit de economische theorie, speltheorie, sociale keuze theorie en financiële theorie, om de uitdagingen en problemen van globalisering voor ontwikkelings- en geïndustrialiseerde landen te analyseren en om het voorgestelde beleid normatief te evalueren. De aanpak is kwantitatief, weerspiegelt de competenties die aanwezig zijn in ons netwerk, en bouwt verder op de resultaten die in fase V geboekt zijn. De focus van dit nieuwe project ligt op internationale kwesties.

De wetenschappelijke doelstellingen kunnen in drie onderdelen worden verdeeld. Elk deel omvat zowel de ontwikkeling van theorie als beleidstoepassingen, en dan in het bijzonder toepassingen op het niveau van de Europese Unie of de gehele wereld. De eerste twee delen zijn meer conceptueel van aard, met het eerste eerder gericht op positieve en het tweede eerder op normatieve analyse. Het derde deel, tenslotte, heeft een meer empirische oriëntatie.

Deel I van het project is gewijd aan de studie en het ontwerp van markten en sociale mechanismen, waarin ondermeer netwerken en coalities, onderhandelingsprocedures en het afhandelen van conflicten aan bod komen. In dit deel worden ook de algemeen evenwichtsanalyse van macro-economische en internationale problemen in een lange termijn perspectief en de analyse van rekentechnische oplossingsmethoden opgenomen. Het eerste deel is onderverdeeld in vier werkpakketten (I.1, I.2, I.3 en I.4), die elkaar ondersteunen voor beleidsgerichte toepassingen, en die elk een verschillende methodologische aanpak volgen (respectievelijk speltheorie, implementatietheorie, algemeen evenwichtsanalyse en optimalisering). De toepassingen zijn velerlei van aard: samenwerkingsverbanden in onderzoek en ontwikkeling, handelsorganisaties, de harmonisering van intellectuele eigendomsrechten, netwerken van gezinnen, internationale conflicten en de rol van bemiddelaars worden alle bestudeerd vanuit een speltheoretisch perspectief. Voor wat betreft “mechanism design” en design van markten, zijn de voornaamste onderwerpen veilingen en bedrijfsorganisatie, prijszetting en investeringen in transport, en internationale overeenkomsten voor armoedereductie en economische ontwikkeling. Economische ontwikkeling en het terugdringen van werkloosheid zijn eveneens de belangrijkste objectieven van de algemeen evenwichtsanalyse. Een specifieke toepassing van het werkpakket numerieke methoden betreft de concurrentie in onlangs 'geliberaliseerde' sectoren in Europa (telecommunicatie, aardgas, elektriciteit).

Het tweede deel, sociale waardering en openbaar bestuur, betreft normatieve kwesties en vragen van politieke haalbaarheid. Vanuit methodologisch oogpunt wordt gemikt op vooruitgang in de sociale keuze theorie en de publieke economie. Dit deel is onderverdeeld in drie werkpakketten (II.1, II.2 en II.3), die achtereenvolgens normatieve criteria, de uitdagingen voor sociale bescherming in Europa en de politieke haalbaarheid van hervormingen onderzoeken. Deze drie pakketten staan onderling in nauw verband, en maken vaak gebruik van de technieken die in het eerste deel van dit voorstel worden ontwikkeld. Doorheen heel dit deel worden de internationale aspecten van de onderzoeksthematiek steeds opnieuw in beschouwing genomen. In het eerste pakket (II.1) worden nieuwe billijkheidsprincipes en hun verenigbaarheid met collectieve efficiëntie onderzocht. Dit wordt gedaan binnen verschillende omgevingen en voor verscheidene onderwerpen: armoede en solidariteit, mobiliteit, onderwijssubsidies, vervuiling, meerdimensionele ongelijkheid en intergenerationele billijkheid. Ook wordt de empirische relevantie van de economische aanpak van ongelijkheidvraagstukken onderzocht, en wordt het verband tussen de perceptie van risico's en verdelende rechtvaardigheid getoetst. Het tweede werkpakket (II.2) onderzoekt de toekomst van sociale bescherming in Europa en de wisselwerking tussen deze bescherming en het functioneren van de economie. Micro-econometrische technieken worden aangewend om de nog relatief onbekende relatie tussen leeftijd en productiviteit in te schatten, en om de politieke haalbaarheid te onderzoeken van de hervormingen die nodig zijn om de tewerkstellingsgraad onder oudere werknemers op te trekken. Daarnaast wordt ook het gerelateerde probleem van de optimale bevolkingsomvang aangepakt. De internationale dimensie van het onderzoek komt weer op de voorgrond bij de analyse van de gevolgen van economische integratie voor de sociale bescherming in een model met agglomeratie-effecten. Wat de studie van de gezondheidszorg betreft, willen we met behulp van de in II.1 ontwikkelde concepten de kloof dichten tussen gezondheidseconomie en sociale keuze theorie. Het derde werkpakket (II.3) richt zich op de politieke haalbaarheid van hervormingen. Hiertoe analyseren we het gedrag van politieke partijen (rol van politici, het intern functioneren van partijen) en van kiezers (strategisch gedrag, altruïstische voorkeuren). De effecten van de politieke en institutionele omkadering op de performantie van de economie vormen hierbij een belangrijk thema.

Het derde deel is gewijd aan internationale en financiële economie. Ook dit deel bouwt verder op de concepten en hulpmiddelen die in het eerste deel werden ontwikkeld, en maakt wegens zijn empirische inslag ook intensief gebruik van econometrische methoden. Het derde deel is eveneens onderverdeeld in drie werkpakketten (III.1, III.2 en III.3). Het eerste heeft betrekking op handelspolitiek, mededingingsbeleid in de EU en de ruimtelijke verdeling van economische activiteit. Ook internationale migratie komt aan bod binnen dit pakket. Deze thematiek vereist zowel theoretisch als empirisch onderzoek in het veld van de industriële organisatie. Werkpakket III.2 bestudeert de internationale financiële economie, en dan vooral interventies van de centrale bank en hun relatie tot de marktvolatiliteit, wisselkoersbeleid en de relatie tussen de arbeidsmarkt en fricties in kredietmarkten. Daarnaast wordt ook het verband tussen consumentenvoorkeuren en de waardering van activa geanalyseerd. Het derde werkpakket (III.3) richt zich op financiële econometrie. Het beoogt de ontwikkeling van instrumenten die investeringsbeslissingen in het licht van (internationaal verschillende) intrest- en inflatierisico's kunnen analyseren, en de opbouw van een beter inzicht in verschillen in de microstructuur van aandelenmarkten tussen verschillende concurrerende markten, en in de onderlinge verbanden tussen variabelen die door deze markten gegenereerd werden (bijvoorbeeld het ‘lead-lag’ effect tussen Aziatische, Amerikaanse en Europese markten).

Zoals door de titel van dit voorstel wordt uitgedrukt, moet het economische beleid in een globale economie steeds rekening houden met de werking van de internationale financiële markten. Maar een andere hoofddoelstelling van dit voorstel is te verduidelijken dat een deugdelijke evenwichtsanalyse (zowel theoretisch als empirisch) en een goede sociale afweging van economische beleidsalternatieven en hervormingen, rekening moeten houden met drie soorten criteria: efficiëntie, billijkheid en implementeerbaarheid.

Documentatie :