Onderzoeksproject S1/10/04 (Onderzoeksactie S1)
Het onderzoek wordt ontwikkeld onder de leiding van Maria Luisa Cesoni, in samenwerking met het Max-Planck-Institut für ausländisches und internationales Strafrecht (Freiburg) en La Scuola Superiore Di studi Universitari e Di perfezionamento S. Anna (Pisa).
De onderzoeksdoelstellingen betreffen het bestuderen van de recente evolutie van het Belgische strafrecht op het specifieke gebied van de bestrijding van georganiseerde misdaad. De bedoeling is om internationale of buitenlandse invloeden te onthullen die aan de definitie van het Belgische strafrecht zouden richting gegeven hebben.
Verscheidene nieuwe technieken verschenen inderdaad onlangs in Belgische wet - of wetvoorstel - met het expliciete doel (hoewel soms niet-exclusief) de doeltreffendheid van de bestrijding van georganiseerde misdaad te versterken in het algemeen, en de misdadige organisaties in het bijzonder.
Dit is het geval voor het gebruik van anonieme getuigen, de introductie van de notie van "spijtoptanten" of "kroongetuigen", de legalisatie van het pro-actieve onderzoek en de bijzondere methodes van onderzoek of, nog, de inversie van de bewijslast betreffende inbeslagneming.
Verscheidenen van deze technieken bestaan reeds in andere wetgevende systemen en/of waren het onderwerp van bepalingen van internationaal of Gemeenrecht. Men kan dus veronderstellen dat de evolutie in Belgische wet beinvloed is door precedenten in het buitenland en/of door besluiten die op internationaal niveau worden goedgekeurd. Een dergelijke invloed (het Duits, Amerikaans en Europees) is reeds benadrukt door een vroeger onderzoek met betrekking tot de recente introductie van het begrip van misdadige
organisatie, zowel in België als in Zwitserland.
Om de geldigheid van de hypothese van externe invloeden te willen testen en om een dergelijke invloed na te gaan, wordt een vergelijkend onderzoek op de relevante bepalingen uitgevoerd, in de Belgische wet, de internationale wetgevind en de Communautaire wetgeving en ook in bepaalde buitenlandse rechtssystemen die als referentie kunnen dienen. Dit vergelijkend onderzoek wordt geconcentreerd op drie landen die schijnen een beslissende rol in het kader van de bestrijding van de georganiseerde misdaad gespeeld te hebben: de Verenigde Staten, Duitsland en Italië. De ontwikkelingsprocessen van de Belgische, internationale en Communautaire wettelijke bepalingen zullen ook geanalyseerd worden op basis van een documentaire studie die door gesprekken met mensen, die een aandeel gehad hebben in de definitie, wordt aangevuld .
Les dispositifs de lutte contre les organisations criminelles : une législation sous influence ?
Cesoni, Maria Luisa - D'Orazio, Samuel - Bokhorst, Roelof Jan ... et al Gent : Academia Press, 2005 (PB6172)
Maatregelen ter bestrijding van de misdaadorganisaties. Een beïnvloede wetgeving? : samenvatting
Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2005 (SP1541)
[Om te downloaden]
Dispositifs de lutte contre les organisations criminelles. Une législation sous influence? : résumé
Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2005 (SP1542)
[Om te downloaden]
Methods of fighting criminal organisations. A legislation under influence? : summary
Brussels : Belgian Science Policy, 2005 (SP1543)
[Om te downloaden]
