NL FR EN
www.belgium.be

Octrooien, merken, NME registraties, internationale samenwerking in O&O en buitenlandse MNO's in België

Onderzoeksproject S2/005/10 (Onderzoeksactie S2)

Personen :

Beschrijving :

Het onderzoeksproject behelst twee aspecten:

De compilatie van nieuwe output indicatoren van innovativiteit en hun relatie tot input en netwerk indicatoren.

Het objectief van dit deel van het project is descriptief. Het accent zal liggen op het samenstellen van gedetailleerde indicatoren waarbij de onderzoekers zich vooral zullen baseren op de beschikbare octrooi-informatie maar ook op de beschikbare informatie over NME registratie data voor farmaceutische producten, en handelsmerken. Onze onderzoeksgroep is bijzonder goed geplaatst voor het uitvoeren van deze taak omdat zij op dit vlak veel ervaring opgedaan heeft bij het schrijven van ‘retrieval’- en ‘parsings’ programmas en internet ‘robots’ voor gegevensopvraging. Hierdoor kon onze onderzoeksgroep reeds een uitgebreide database aanleggen over USPTO en EPO octrooien, handelsmerkgegevens en gegevens over internationale O&O-samenwerking in het raam van de Framework Programma’s van de EU.

Over de rol van MNOs in het octrooieringsgedrag van Belgische bedrijven en betreffende handelsmerken en NME registraties.

De doelstelling van dit gedeelte is analytisch. We zullen vooral nog niet in kaart gebracht gebied onderzoeken, maar niet op een onvoorbereide wijze. De literatuur over de internationalisering van industrieel O&O wordt inderdaad steeds uitgebreider.
Een van de voornaamste observaties is dat multinationals zich huidig bezig houden met het uitwerken van externe netwerken van relaties met lokale entiteiten, waardoor zij toegang krijgen tot externe kennisbronnen en toepassingsmogelijkheden. Meer specifiek willen wij de hypothese testen dat de voor de hand liggende aanwezigheid van kennis-spillovers van dochter- naar moederondernemingen de vorm kunnen aannemen van het ‘repatriëren’ van onderzoeksresultaten. Een eerste indicatie wat België betreft is het vastgestelde verschil tussen het aantal octrooien toegekend aan Belgische ondernemingen en het aantal octrooien waarbij de resultaten van Belgische onderzoekers geoctrooieerd worden.

De specifieke taken van het geïntegreerd PROJECT zijn de volgende:

A. Gegevensbankopbouw en constructie van de nieuwe S&T indicatoren, m.b.t.

A.1 Octrooien en octrooicitaties:
De bronnen zijn hier EPO en USPTO. De octrooicitaties moeten dienen om de octrooien te wegen. Een eerste belangrijke indicator voor de geldigheid van de ‘repatrieringshypothese’ zal de verhouding zijn van het (gewogen) aantal octrooien neergelegd door Belgische bedrijven en het (gewogen) aantal octrooien waarbij Belgische onderzoekers betrokken zijn.

A.2 Handelsmerken:
De bronnen zijn hier USPTO en OHIM (Alicante). In dit verband moet naar wegen gezocht worden om gedeponeerde handelsmerken te linken met bepaald octrooien, om vervolgens na te gaan welke gedeelte van deze octrooien resp. door Belgische bedrijven, door buitenlandse multinationals in België, en door buitenlandse bedrijven met behulp van Belgische onderzoekers zijn verworven.

A.3 NME registraties:
De bronnen zijn hier de FDA van de VS en EMEA (de European Medicines Evaluation Agency). De vraagstelling is in de zelfde zin als m.b.t. de octrooien.

A.4 Internationale O&O samenwerking:
De bronnen zijn hier de CORDIS gegevensbank van de Europese Frameworkprojecten, de EUREKA gegevensbank en de MERIT-CATI gegevensbank van technologische allianties.

B. Opkuis, verificatie en integratie van de verschillende gegevensbanken.

C. Test van de ‘repatriatie hypothese’ middels de schatting van panel-regressiemodellen.