NL FR EN
www.belgium.be

Professionele verplaatsingen en bedrijfswagens (PROMOCO)

Onderzoeksproject SD/TM/06A (Onderzoeksactie SD)

Personen :

  • M.  TOINT Philippe - Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix (FUNDP)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2007-31/1/2009
  • M.  CORNELIS Eric - Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix (FUNDP)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2007-31/1/2009
  • Dhr.  WETS Geert - Universiteit Hasselt (UHASSELT)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2007-31/1/2009
  • Mevr.  MACHARIS Cathy - Vrije Universiteit Brussel (VUB)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/2007-31/1/2009

Beschrijving :

Context

In België worden elk jaar meer bedrijfswagens verkocht. Bovendien tonen bestaande analyses aan dat het jaarlijks aantal kilometers afgelegd met bedrijfswagens significant groter is dan dat van privé-wagens. Dit fenomeen en de impact ervan op mobiliteit vormen dus belangrijke elementen van elke realistische mobiliteitsanalyse. De centrale vraag binnen het PROMOCO project is of het mogelijk is de impact van deze trend in te schatten, zowel naar duurzaamheid als naar een algemene evolutie van mobiliteitsgedrag? De problematiek van bedrijfswagens bevindt zich op het kruispunt tussen private en professionele mobiliteit. Het eerste werd in België al onderzocht (MOBEL vragenlijst), het tweede nog niet. Aangezien ook deze vorm van mobiliteit negatieve externaliteiten veroorzaakt, is het beter begrijpen van deze mobiliteit een cruciale doelstelling.


Beschrijving project

Doelstellingen

Dit project zal zich richten op twee belangrijke vragen. De eerste is of de beschikbaarheid van bedrijfswagens aanleiding geeft tot specifieke mobiliteitspatronen, en indien dit het geval is, hoe deze specifieke patronen bijdragen tot de effecten van de algemene mobiliteit op een duurzame maatschappij. De tweede vraag heeft betrekking op de mogelijke relatie tussen het gebruik van bedrijfswagens en de relatieve vestiging van het huishouden en de werklocatie.
De ambitie van het onderzoeksproject bestaat erin deze sleutelvragen uit te klaren. Er zal dus gezocht moeten worden naar de nodige achtergrondinformatie om een realistisch en mobiliteitsgeoriënteerd beleid inzake landgebruik en fiscaliteit af te leiden, en dit in het kader van een meer duurzame maatschappij.
Meer specifiek zal het project zich richten op:
− de analyse van mobiliteitsgedrag dat vertoond wordt in huishoudens waar men kan beschikken over een bedrijfswagen
− het beschrijven van de relaties tussen de bereikbaarheid van de werkplaats en de beschikbaarheid van bedrijfswagens.
De doelstelling van dit onderzoek is te komen tot een geargumenteerde conclusie met betrekking tot de globale impact van bedrijfswagens op duurzame mobiliteit.


Methodologie

De netwerkpartners zullen het onderzoek organiseren volgens drie hoofdlijnen: specifieke data verzameling, modellering van de impact van bedrijfswagens en beschrijving van de correlaties tussen hun beschikbaarheid en de bereikbaarheid van de werklocatie.
De data verzameling is nodig om cruciale informatie over het onderwerp te verzamelen. Naast de gebruikelijke socio-economische huishoudenskarakteristieken, zal het project zich voornamelijk focussen op:
− het aandeel effectief afgelegde kilometers in het kader van professionele activiteiten;
− de praktische voorwaarden verbonden aan het bedrijfswagengebruik die een invloed kunnen hebben op het verplaatsingsgedrag;
− de bereidheid om het verplaatsingsgedrag te veranderen wanneer men kan beschikken over een bedrijfswagen.

Het modelleringgedeelte bestaat uit twee hoofddelen: modellen voor autobezit en modellen voor geïnduceerde mobiliteitspatronen. De eerste klasse van modellen beschrijft de keuzes van de huishoudens betreffende de aankoop of de leasing van een wagen in functie van hun karakteristieken. De tweede klasse levert een mechanisme voor het schatten van de impact van een bedrijfswagen op de organisatie van de huishoudelijke mobiliteit. Dit laat toe om zaken te bestuderen, zoals
− de mogelijke wijziging van het aantal verplaatsingen, de afgelegde afstand of de verplaatsingstijd voor verschillende verplaatsingsmotieven,
− de mogelijke veranderingen in de keuze van modus als gevolg van de bedrijfwagen, etc.
− en mogelijk andere.

Een andere doelstelling is het aanleveren van een analyse van potentiële relaties tussen de beschikbaarheid van een bedrijfswagen en de bereikbaarheid van de werkplaats. Ook het standpunt van de bedrijven zal onderzocht worden met betrekking tot
− de respectievelijke verdiensten van een bedrijfswagen of van een alternatief transportbeleid voor het personeel,
− de relaties tot de strikt professionele mobiliteit en
− de impact op locatiekeuzen.
− Hiertoe zullen interviews afgenomen worden bij vlootmanagers en bij human resources managers.

De taken zullen als volgt onder de partners worden verdeeld:
1: Overzicht van de bestaande kennis (GRT-VUB-IMOB)
2: Ontwerp van de data verzameling (GRT-VUB-IMOB)
3: Modellen (GRT-IMOB)
4: Data verzameling op het terrein (GRT-VUB-IMOB)
5: Beschrijvende analyse (GRT-VUB)
6: Schatting van autobezit en geïnduceerde activiteitenmodellen (GRT-IMOB)
7: Beschrijvende analyse van de relaties tussen werkbereikbaarheid en bedrijfswagens (GRT-VUB)
8: Disseminatie en rapportering (GRT-VUB-IMOB)


Verwachte resultaten en/of producten

De resultaten van dit project kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën:
1) Een beschrijvende analyse gebaseerd op de verzamelde data;
2) De resultaten van de modellen, met daarin de analyse van de substitutie-effecten binnen ‘autobezit’ en de analyse van nieuwe trip generatie, van modale verschuivingen en de impact van de bedrijfswagen vertrekkende van geïnduceerde activiteitenmodellen;
3) Een beschrijvende analyse van de relaties tussen de bereikbaarheid van het werk en bedrijfswagens.

Er zal een studiedag georganiseerd worden waarop de lessen die we uit dit project kunnen trekken gepresenteerd zullen worden. Deze studiedag zal zich richten naar bedrijven, organisaties en administraties belast met fiscaal beleid, transport, mobiliteitsbeleid en ruimtelijke planning.

Het project staat in contact met het ERA-NET transport programma (groep 10 ENT10).


Partners

Activiteiten

De FUNDP Transport Onderzoeksgroep (GRT) spitst zich toe op de gedragsanalyse van de dagelijkse verplaatsingen en mobiliteit van individuen, gebruik makende van geaggregeerde en gedesaggregeerde modellen.
IMOB is een onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoeksinstituut, verbonden aan de Universiteit Hasselt. Haar missie is het uitwerken van duurzame oplossingen voor problemen in de domeinen van mobiliteit en verkeersveiligheid. IMOB tracht haar missie te realiseren op nationaal en internationaal niveau door fundamenteel en toegepast onderzoek uit te voeren.
MOSI-T (VUB) houdt zich bezig met verschillende vormen van vervoersgebonden vraagstukken. Er wordt onderzoek verricht naar verkeersveiligheid, openbaar vervoer, intermodaliteit, globalisering binnen het logistieke gebeuren, mogelijkheden voor wagens met alternatieve aandrijfmechanismen en luchtvaart waarbij steeds de gehanteerde operationele onderzoekstechnieken worden toegepast, aangepast en verder verfijnd.


Contact Informatie

Coördinator

Philippe Toint & Eric Cornelis
Facultés Universitaires Notre Dame de la Paix (FUNDP)
Groupe de recherche sur les Transports (GRT)
Rempart de la Vierge 8
B-5000 Namur
Tel:+32 (0)81 72 49 17
Fax:+32 (0)81 72 49 14
philippe.toint@fundp.ac.be
http://www.grt.be

Promotoren

Geert Wets
Universiteit Hasselt (UA)
Transportation Research Institute (IMOB)
Campus Diepenbeek
Wetenschapspark 5 bus 6
B-3590 Diepenbeek
Tel:+32 (0)11 26 91 58
Fax:+32 (0)11 26 91 99
geert.wets@uhasselt.be
http://www.imob.uhasselt.be

Cathy Macharis
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Mathematics, Operational Research, Statistics and Informatics (MOSI)
Pleinlaan 2
B-1050 Brussels
Tel:+32 (0)2 629 22 86
Fax:+32 (0)2 629 21 86
cathy.macharis@vub.ac.be


Opvolgingscomité

Philippe Barette - Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Pascal Blocteur - Ministère de l'Equipement et des Transports de la Région Wallonne (MET)
Caroline De Geest - Vlaamse Milieumaatschappij
Laurent Demilie - FOD Mobiliteit en Vervoer
Joost Germis - Vlaams Economisch Verbond
Wilfried Goossens - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Marleen Govaerts - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Etienne Hannon - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Luc Maréchal - Ministère de la Région Wallonne
Inge Mayeres - Federaal Planbureau
Samuël Saelens - Union Wallonne des Entreprises
Mieke Suykerbuyk - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Pierre Thonon - Union Wallonne des Entreprises
Tania Van Mierlo - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Michèle Pans - Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
Hans Tindemans - Mobiliteitsraad van Vlaanderen

Documentatie :

Professional mobility and car ownership : final report  Cornelis, Eric - Wets, Geert - Macharis, Cathy ... et al  Brussels : Federal Science Policy, 2009 (SP2059)
[Om te downloaden]  [Om te bestellen

Professional mobility and car ownership : summary    Brussels : Federal Science Policy, 2011 (SP2348)
[Om te downloaden

Mobilité professionnelle et voitures de societé : résumé    Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2011 (SP2349)
[Om te downloaden