Onderzoeksproject SO/01/004 (Onderzoeksactie SO)
Een sociologisch onderzoek naar de ervaringen van jonge bestaansminimumgerechtigden met het sociaal integratiecontract.
Jongeren nemen binnen de actieve welvaartsstaat een specifieke plaats in. Diverse maatregelen werden reeds getroffen om jonge bestaansminimumgerechtigden via het investeren in opleiding en in werk te integreren in de arbeidsmarkt. Eén ervan is het geïndividualiseerd project voor sociale integratie (ook sociaal integratiecontract genoemd) voor jonge bestaansminimumtrekkers. Deze maatregel vormde reeds meermaals onderwerp van evaluatie. Dit project vormt een breuk met eerder onderzoek waarbij telkens het OCMW als onderzoekssubject centraal stond en de jongeren zelf minder aan bod kwamen. Dit project wil de jongeren zelf aan het woord laten en onderzoeken hoe zij de bijstandsafhankelijkheid ervaren.
De problematiek van bijstandsafhankelijkheid bij jongeren zal worden benaderd vanuit een dynamisch perspectief, waarbij wordt benadrukt dat het leven van een bijstandsuitkering een bepaald begin, een bepaald verloop, maar meestal ook een einde heeft. De ‘tijd in de bijstand’ wordt in deze optiek dus veelal als een voorbijgaande fase in het leven beschouwd, die begint en meestal ook eindigt door bepaalde gebeurtenissen in de persoonlijke biografie van mensen. Drie concepten staan centraal in deze dynamische benadering van bijstandsafhankelijkheid, met name temporalisering, democratisering en biografisering. Onderhavig onderzoeksproject vestigt zijn aandacht vooral op het derde concept.
Deze term ‘biografisering’ is gebaseerd op een drietal vooronderstellingen:
1) bijstandsafhankelijkheid is verbonden met speciale gebeurtenissen in de levensloop,
2) de objectieve nadelen van deze afhankelijkheid worden gevormd door de biografische betekenis die individuen eraan toekennen en
3) de objectieve duur van de financiële afhankelijkheid wordt gekleurd door de subjectieve tijdsbeleving van de bijstandsgerechtigde.
Het is dan ook duidelijk dat het recht op een bestaansminimum op een verschillende manier kan worden beleefd en dat er op een verschillende manier mee wordt omgegaan. De reden hiervoor is dat ook bijstandsgerechtigden actieve, geïndividualiseerd actoren zijn, die verschillende ‘coping’-strategieën ontwikkelen.
Door in dit onderzoek de nadruk te leggen op de biografisering van de bijstandsafhankelijkheid wordt de subjectieve tijdsdimensie van deze afhankelijkheid centraal gesteld. Deze tijdsdimensie moet worden onderscheiden van de objectieve dimensie, die wordt gemeten door een verwijzing naar dagen, maanden of jaren. Maar de effecten van bijstand op de levensloop kunnen niet enkel worden bepaald op basis van de objectieve duur van de bijstandsafhankelijkheid. Ook individuele interpretaties en de biografische context - kortom de subjectieve tijdsbeleving - zijn van cruciaal belang. Op die manier kan een antwoord worden gegeven op volgende vraag: hoe wordt de periode van bijstandsafhankelijkheid ervaren en hoe wordt deze situatie geëvalueerd in de context van de eigen biografie?
Toegepast op jonge bestaansminimumtrekkers wil dit project, via kwalitatieve onderzoekstechnieken, meer bepaald biografisch onderzoek, op zoek gaan naar de oorzaken van de hulpvraag en de beleving van het recht op het bestaansminimum en van het sociale integratiecontract. Dit zal gebeuren op basis van een zestigtal diepte-interviews bij jonge (niet-studerende) bestaansminimumtrekkers, die zullen worden gerekruteerd uit een twintigtal Vlaamse OCMW’s. Enkel een antwoord op deze waarom- en hoe-vragen van het beroep op het bestaansminimum maakt een evaluatie van het huidige discours en van de plaats van de maatregelen van de ‘actieve welvaartsstaat’ binnen een OCMW-context mogelijk.
Aan de rand van de actieve welvaartsstaat : een socio-biografisch onderzoek naar jongeren en OCMW-hulpverlening : eindrapport
Seynaeve, Tine - Hermans, Koene - Declercq, Anja ... et al Gent : Academia Press, 2004 (PB6016)
Au bord de l'état actif : une étude socio-biographique sur les jeunes et l'assistance du CPAS : résumé
Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2003 (SP1250)
[Om te downloaden]
Aan de rand van de actieve welvaartsstaat: een socio-biografisch onderzoek naar jongeren en OCMW-hulpverlening : samenvatting
Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2003 (SP1251)
[Om te downloaden]
On the fringes of the active welfare state: a socio-biographical study about young people and public welfare assistance : summary
Brussels : Science Policy Office, 2003 (SP1252)
[Om te downloaden]
Bibliografische referenties :
Aan de rand van de actieve welvaartsstaat : een socio-biografisch onderzoek naar jongeren en OCMW-hulpverlening.
LAMMERTYN F. e.a. Gent, Academia Press,, 2003
Aan de rand van de actieve welvaartsstaat. Jongeren en OCMW-hulpverlening
HERMANS k., SEYNAEVE T., LAMMERTYN F., OCMW-visies., 2003
Social Assistance in Belgium'
HERMANS K., DECLERCQ A. BUCK, SMITH, Poor relief or Poor deal? The social fund, safety nets & social security. Aldershot: Ashgate., 2003