Onderzoeksproject SO/01/011 (Onderzoeksactie SO)
Het onderzoeksvoorstel vloeit voort uit de groeiende aandacht in binnen- en buitenland voor een betere coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels in de lidstaten van de Europese Unie.
De Commissie van de Europese Gemeenschap is de gangmaker geweest met onderzoek, eerst op deelgebieden van de coördinatieproblematiek (derdelandsonderdanen, detachering, ambtenaren), vervolgens door de algehele vereenvoudiging en hervorming van de coördinatieverordeningen nrs. 1408/71 en 574/72.
Tevens nam in verschillende lidstaten de bezorgdheid toe over de moeilijkheden die rezen bij de praktische toepassing van de communautaire coördinatienormen binnen hun nationale context. De organisatie van nationale conferenties over de toepassing van de coördinatieverordening in eigen land speelde hier de rol van katalysator van onderzoek naar de coördinatieproblematiek, en dit dus in alle 15 lidstaten (en zelfs daarbuiten, zoals b.v. Noorwegen). De EU ondersteunde en coördineerde de nationale conferenties. Ook in eigen land steeg de belangstelling voor de coördinatieproblematiek, die in een DWTC onderzoek werd geïdentificeerd als een bepalend gegeven voor de plaats voor een Belgisch sociaal beleid binnen de Europese Unie.
Het onderzoek over de coördinatieproblematiek lijkt zich tot op heden vooral geconcentreerd te hebben op:
- de beschrijving van de moeilijkheden bij de toepassing van de coördinatieverordeningen;
- de formulering van een reeks specifieke verbeteringsvoorstellen;
- enkele meer fundamentele hervormingsvoorstellen.
Verbeterings- of hervormingsvoorstellen werden evenwel steeds geformuleerd met het oog op het verdere debat en niet om te worden omgezet in concrete bruikbare voorstellen die door de Europese wetgever aangenomen kunnen worden. De tijd lijkt echter gekomen om nu daartoe over te gaan. Dat wil zeggen dat een toegepast onderzoek uitmondend in concrete voorstellen wenselijk is.
Het verkennende onderzoek dat we willen ondernemen bestaat uit de volgende vier fasen:
- In een eerste fase van 3 maanden zullen de knelpunten bij de toepassing van de Europese coördinatie-verordeningen en de daaraan beantwoordende hervormingsvoorstellen geïnventariseerd en gesystematiseerd worden. Deze inventarisatie en systematisering zijn echter geen doel op zich, maar moeten het mogelijk maken uit de veelheid van ideeën en visies een aantal te selecteren voor nader onderzoek en uitwerking.
- In een tweede fase van twee maanden worden vanuit de gemaakte inventaris een twintigtal bondige hervormingsvoorstellen geformuleerd, die daarna het voorwerp zullen uitmaken van een ruime bevraging van uitvoeringsorganen, vakorganisaties en sociale zekerheidsexperts in de 15 lidstaten van Europese Unie. Tevens zal er met de betrokken federale departementen overleg gepleegd om het belang van een Belgische betrokkenheid in deze operatie te onderzoeken. Een en ander kan dan leiden tot aanpassing van de lijst en/of de vragen.
- In de derde onderzoeksfase van vier maanden verlopen er twee activiteiten parallel. In eerste instantie worden tijdens deze fase vragenlijsten verstuurd naar de leden van het Europees Instituut voor Sociale Zekerheid en het ETUI.
Op weg naar een aangepaste coördinatie van de sociale zekerheid in Europa
Goyens, Floris - Pieters, Danny - Schoukens, Paul ... et al Gent : Academia Press, 2003 (PB5927)
Bibliografische referenties :
Op weg naar een aangepaste coördinatie van de sociale zekerheid in Europa.
GOYENS F. e.a. Gent, Academia Press, 2003
Op weg naar een aangepaste coördinatie van de sociale zekerheid in Europa: voorstellen tot hervorming van Verordening nr. 1408/71
GOYENS F., PIETERS D., SCHOUKENS P., & BERGHMAN J. Gent: Academia Press., 2003