Onderzoeksproject SO/02/015 (Onderzoeksactie SO)
Het project heeft een duur van 2 jaar. Het vond haar aanvang in februari 2001 en zal worden beëindigd in februari 2003. Het onderzoek wordt gefinancierd door de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele aangelegenheden (DWTC) en kadert binnen het meerjarig onderzoeksprogramma over actuele problemen met betrekking tot de sociale cohesie.
Bijzondere inspectiediensten richten zich, in tegenstelling tot de reguliere politiediensten, tot een bepaalde tak van het bijzonder strafrecht. Deze ‘bijzondere’ wetten werden (en worden nog steeds) opgenomen in wat men overkoepelend aanduidt met de term ‘bijzonder strafrecht’. De variëteit van deze wetten is enorm en is de laatste decennia sterk uitgebreid. Het betreft ondermeer sociaal strafrecht, economisch strafrecht, milieustrafrecht, fiscaal strafrecht, gezondheidstrafrecht... Voor de handhaving van deze bijzondere wetten worden, naast de algemene politiediensten, verschillende personen, diensten of administraties bevoegd verklaard. Deze groep van bijzondere handhavers duiden wij aan met de term ‘bijzondere inspectiediensten’.
Het wetenschappelijk onderzoek rond de bijzondere inspectiediensten richtte zich tot hiertoe voornamelijk tot de studie van de wetgeving, de bevoegdheden, de historische achtergronden en de werking van de diensten. Minder gekend en onderzocht zijn de activiteiten die deze diensten op het terrein ontplooien, en meer in het bijzonder deze die worden vastgelegd in processen-verbaal. De PV’s van reguliere politiediensten daarentegen worden sinds jaren door het APSD gecentraliseerd in de GICS-statistieken.
De wetenschappelijke bijdrage van dit onderzoek bestaat er dan ook in aan bovenvermelde lacune tegemoet te komen door inzicht te verwerven in de strafrechtelijke activiteiten van de bijzondere inspectiediensten. Dit zal in de eerste plaats gebeuren door kwantitatief onderzoek en meer bepaald door het analyseren van de processen-verbaal die door de bijzondere inspectiediensten zijn opgesteld. De gegevens met betrekking tot de processen verbaal worden verzameld op het niveau van de parketten. (opvraging van PV’s in drie parketten). Concreet zullen we door middel van statistische verwerkingen volgende zaken in beeld trachten te brengen: Welke bijzondere inspectiediensten stellen daadwerkelijk PV’s op en sturen die door naar het parket. Over hoeveel PV’s gaat het op jaarbasis en welk gevolg wordt eraan gegeven? Welke feiten vinden we in deze PV’s terug? In welke mate treden bijzondere inspectiediensten en reguliere politiediensten binnen dezelfde strafrechtelijke materies op? Deze informatie kan een aanwijzing vormen bij de overweging of deze politionele bevoegdheden behouden moeten blijven en hoe men deze diensten eventueel kan heroriënteren / herorganiseren vanuit strafrechtelijk en / of bestuursrechtelijk oogpunt.
Inspectiediensten treden echter niet alleen op bij wijze van processen-verbaal. Vaak hebben zij heel wat mogelijkheden om een zaak op administratieve wijze af te handelen. Een eenzijdige analyse van hun PV-productie zou kunnen leiden tot een verkeerd begrip van hun activiteiten. Daarom zullen de resultaten van de kwantitatieve analyse worden aangevuld met inzichten verkregen uit een kwalitatief luik, dat zal bestaan uit een aantal diepte-interviews met verantwoordelijken binnen de betrokken diensten zelf. Deze kwalitatieve fase heeft een tweeledige doelstelling; enerzijds wensen we inzicht te krijgen in de alternatieve afhandelingswijzen die door deze diensten worden gehanteerd ("diversion"), anderzijds wensen we ook de eigenlijke werking, zowel intern als extern, van de diensten zelf bloot te leggen.
Twee finale doelstellingen zijn in het onderzoek vooropgesteld. Enerzijds het ontwikkelen van een instrumenteel hulpmiddel voor eventuele reorganisatie van de bijzondere inspectiediensten. Anderzijds zal proefondervindelijk worden nagegaan hoe de reguliere criminaliteitsstatistieken kunnen worden aangevuld met PV’s afkomstig van deze diensten.
Bijzondere inspectiediensten : empirisch onderzoek naar hun verbaliseringsgedrag : eindrapport
Ponsaers, Paul - De Keulenaer, Saaske - Vanhaverbeke, Wouter Gent : Academia Press, 2003 (PB6002)
Services spéciaux d'inspection: étude empirique sur leurs habitudes en matière de verbalisation : résumé
Bruxelles : SSTC, 2003 (SP1123)
[Om te downloaden]
Bijzondere Inspectiediensten: empirisch onderzoek naar hun verbaliseringsgedrag : samenvatting
Brussel : DWTC, 2003 (SP1124)
[Om te downloaden]
Special inspection services: empirical survey of their reporting behaviour : summary
Brussels : OSTC, 2003 (SP1125)
[Om te downloaden]
Bibliografische referenties :
Bijzondere inspectiediensten: empirisch onderzoek naar hun verbaliseringsgedrag.
PONSAERS P. e.a. Gent, Academia Press, 2003
Met strafrecht tegen milieudelicten? Rol en functie van bijzondere inspectiediensten in de strijd tegen milieucriminaliteit
PONSAERS P., DE KEULENAER S., Panopticon, Diegem, Jg. 24, nr. 3,, 2003