Onderzoeksproject SO/10/033 (Onderzoeksactie SO)
Het onderzoek in de sociale wetenschappen buigt zich al lange tijd over de bepalende factoren voor het verwerpen of aanvaarden van achtergestelde of gestigmatiseerde groepen. Verwerping lijkt vooral bepaald te worden door twee zienswijzen: de mate waarin het doelwit geacht wordt verantwoordelijk te zijn voor zijn toestand en de mate waarin het doelwit beschouwd wordt als gevaarlijk of bedreigend. Onlangs werd er een derde factor aan toegevoegd: de morele waarde die verbonden wordt met het gedrag als oorzaak van een probleem. Met andere woorden, zelfs als een dakloze verantwoordelijk wordt geacht voor zijn toestand, zal hij verschillend bejegend worden door een andere persoon naargelang deze de toestand toeschrijft aan luiheid, geestesziekte of bewuste keuze.
Bovendien wijzen talrijke studies uit dat de gelijkenis (zelfde waarden en overtuigingen, gemeenschappelijke toekomst, enz.) één van de sterkste aantrekkingsfactoren is tussen personen. Men kan dus stellen dat personen van wie de materiële toestand en levenswijze het meest lijkt op die van de daklozen, hen ook gunstiger gezind zijn. Maar als de gelijkenis geassocieerd wordt met een negatieve identiteit, kan deze waargenomen worden als een bedreiging van het zelfbeeld. In dat geval moet men stellen dat er een negatief verband is tussen de verwante sociale toestand en de houding ten opzichte van daklozen
De houding van de bevolking ten aanzien van daklozen lijkt a-priori nogal dubbelzinnig. Enerzijds kan de bevolking zich zeer gul tonen tegenover hen, maar anderzijds vertoont ze soms ook hevige afstotingsreacties. Dit onderzoeksproject moet de mogelijkheid bieden om na te gaan of de verschillende zienswijzen die hierboven beschreven worden de dubbelzinnigheid van deze houdingen kan verklaren, en de voorstellingen waar men op moet letten als men op deze houdingen wil inwerken.
Een andere onderzoekstroming volgens de theorie van sociale identiteit legt zich toe op de psychologische gevolgen van het toebehoren aan een negatief gedefinieerde groep vergeleken met andere sociale groepen, en op de factoren die bepalen hoe er een strategie gekozen wordt om deze sociaal negatieve identiteit het hoofd te bieden. Drie factoren lijken de keuze van een bepaalde benadering te bepalen. Heb ik mijn toestand verdiend (legitimiteit)? Kan mijn toestand verbeteren (stabiliteit)? Wat zijn mijn kansen om mij hier zelf uit te werken (permeabiliteit)? Door dit project zou men moeten kunnen nagaan of deze factoren wel degelijk de strategie van de dakloze voorspellen, en de invloed van de activiteiten van verenigingen op deze factoren observeren.
Studies over de invloed van minderheden geven aan dat de vastbesloten en consistente actie van een kleine groep personen kan leiden tot sociale veranderingen in de richting die deze groep wenst. Anderzijds heeft onderzoek naar positieve discriminatie of affirmative action, d.w.z. maatregelen die achtergestelde groepen of minderheden begunstigen, aangetoond dat deze acties averechts kunnen werken door de negatieve reactie ten aanzien van de veronderstelde begunstigden te versterken. Waarschijnlijk hangt het effect af van bepaalde kenmerken van de actie. Met dit project zou bepaald kunnen worden welke kenmerken van initiatieven en van sociale oplossingen door of met daklozen een positieve of negatieve reactie opwekken.
Enquêtes in de Verenigde Staten geven aan dat de mensen dakloosheid heel sterk associëren met een mentale stoornis, maar de gegevens beschikbaar in Europa zijn nog te onvolledig om te weten of dat hier ook geldt. De kwestie van mentale gezondheid is niettemin cruciaal voor het daklozenonderzoek, zowel voor de positieve effecten die men kan verwachten van de activiteit van daklozenverenigingen als voor de zorgverlening aan deze zeer mobiele en weinig volgzame personen.
De specifieke taken van het PROJECT worden als volgt verdeeld:
A Fase 1
Het gaat erom het verloop van het aantal daklozen en de waarneming van de daklozenproblematiek te onderzoeken en een inventaris op te stellen van de verschillende soorten acties en de reacties hierop.
A.1
A.1.1. Inzameling van beschikbare cijfers over het gebruik van uitrustingen voor overnachtingen in verschillende Belgische steden via verenigingen voor hulp aan daklozen.
A.1.2. Bepaling van het aantal minimumloontrekkers, de koopkracht en het inkomensverschil tussen de eerste en de tiende deciel (indicatoren van het niveau van verpaupering en dualisering).
A.2
A.2.1. Om de evolutie te schetsen van het beeld dat de bevolking heeft van de daklozenproblematiek, zullen we de manier analyseren waarop Frans- en Nederlandstalige kranten en regionale bladen met grote oplagen de laatste jaren verslag uitbrengen over de acties en de problematiek in verband met daklozen. We zullen tevens optekenen hoeveel artikels er per type krant verschenen zijn.
A.2.2. Op basis van deze inhoudsanalyse, maar ook van de gegevens van de Eurobarometers en de enquêtes over de waarden van de Europeanen (Inglehart), zullen we de inventaris opstellen van de acties en hun resultaten.
B Fase 2
Het gaat hier om een opiniepeiling bij de algemene bevolking enerzijds en bij de sociale hulpverleners anderzijds. Om een maximale representativiteit te verzekeren zal de ontworpen vragenlijst gedeeltelijk per post en gedeeltelijk per telefoon voorgelegd worden.
Bovendien zal tijdens deze fase de mening van daklozen gevraagd worden over hun definitie van hun huidige toestand, maar ook hun levensplannen en dit in functie van hun eigen herinneringen.
B.1 Literatuuroverzicht over ten eerste de componenten en bepalende factoren van de houding en de voorstelling van de bevolking en sociale hulpverleners over daklozen, ten tweede de houding van de daklozen jegens de maatschappij en tenslotte de manier waarop de daklozen hun huidige toestand definiëren in termen van identiteit, welzijn en mentale gezondheid.
B.2
B.2.1 Uitwerking van de Franstalige versie van de vragenlijsten om de componenten en bepalende factoren op te sporen van de houding van de bevolking jegens de daklozen.
B.2.2 Uitvoering van pretests met de uitgewerkte vragenlijst.
B.2.3 Aanpassing van de vragenlijst voor sociale hulpverleners (psychologen, sociaal assistenten, opvoeders of vrijwilligers die in een v.z.w. of instelling werken met als hoofdoel hulpverlening aan daklozen).
B.2.4 Uitvoering van pretests met de vragenlijst voor sociale hulpverleners.
B.2.5 Vertaling in het Nederlands van de vragenlijsten voor de bevolking en de sociale hulpverleners.
B.2.6 Uitvoering van pretests voor de Nederlandstalige versie van de vragenlijsten voor de bevolking en sociale hulpverleners.
B.3
B.3.1 Voorleggen van de vragenlijsten aan een willekeurige steekproef gebruik makend van het begrip "administratief district" in de stad en op het platteland (in Vlaanderen, het Waals Gewest en Brussel).
B.3.2 Inzameling van de gegevens uit de vragenlijsten wat betreft voorstelling, identiteit en mentale gezondheid. Invoeren van de resultaten.
B.3.3 Multivariabele statistische analyses van de antwoorden om de variabelen op te sporen die de sterkste invloed hebben op de houdingen jegens de daklozen.
B.4 Uitwerking van een methodologie om de mening in te winnen van de daklozen over de definitie van hun huidige toestand, maar ook de manier waarop ze hun levensplannen uittekenen en dit in functie van hun eigen herinneringen.
B.4.1 Uitwerking van een semi-gestructureerde interviewprocedure met daklozen om kwantificeerbare gegevens te verzamelen.
B.4.2 Oprichting van een controlegroep bestaande uit sociaal zwakke personen (werklozen, minimumloontrekkers, ...) die wel een vaste woonplaats hebben.
B.4.3 Uitvoering van de interviews met daklozen en sociaal zwakke personen.
B.4.4 Invoeren en analyse van de resultaten over de definitie van de daklozen over hun huidige toestand in termen van identiteit, welzijn en mentale gezondheid. Vergelijking met de resultaten van de controlegroep om de weerslag van een vaste woonplaats op de verkregen antwoorden te bepalen.
C Fase 3
Evaluatie bij de algemene bevolking van de weerslag van verschillende initiatieven ten gunste van daklozen op de houding van de bevolking en de toestand van de daklozen.
Laboratoriumonderzoek.
C.1 Uitwerking van de methodologie voor de evaluatie van de weerslag van verschillende initiatieven voor daklozen op de houding van de bevolking enerzijds, en op de toestand van de daklozen anderzijds, en dit volgens de mate waarin ze bij deze initiatieven betrokken zijn.
C.2 Experimenteren met de economische toestand en de acties om hun effect te analyseren op de belangrijkste componenten van de houding jegens daklozen die in fase 2 aan het licht gebracht werden.
C.2.1 Opstellen van scenario’s
C.2.2 Uitvoering van pretests.
C.2.3 Voorleggen van de scenario’s.
C.2.4 Analyse van de gegevens.
C.3 Meting van de weerslag van de initiatieven in termen van voorstelling, identiteit en verwachtingen van de daklozen.
Vergelijking van de evolutie van de daklozen die deelnemen aan de acties met de evolutie van een controlegroep van daklozen die er niet aan deelnemen. Vergelijking tussen de personen die deelnemen aan verschillende acties of die zich verschillend inzetten.
C.4 Parallel hiermee: een balans over de financiële en juridische toestand en van de fysieke en mentale gezondheid van een aantal daklozen. Deze balans zal opgesteld worden voor en na hun deelname aan collectieve acties, met de hulp van sociale hulpverleners.
C.5 Eindverslag.
Les personnes sans-abri en Belgique : regards croisés des habitants de la rue, de l'opinion publique et des travailleurs sociaux
Philippot, Pierre - Galand, Benoît, Bodeux, François ... et al Gent : Academia Press, 2003 (PB6008)
Insertion sociale des sans-abri : attitudes, préjudices et actions collectives : résumé
Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2003 (SP1264)
[Om te downloaden]
Sociale herintrede van de daklozen : houdingen, vooroordelen, identiteit en collectieve acties : samenvatting
Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2003 (SP1265)
[Om te downloaden]
Social Integration of the Homeless: Attitudes, Prejudices, and Collective Action : summary
Brussels : Federal scientific Policy, 2003 (SP1266)
[Om te downloaden]
Bibliografische referenties :
Les personnes sans-abri en Belgique: regards croisés des habitants de la rue, de l’opinion publique et des travailleurs sociaux.
PHILIPPOT P., e.a. Gent, Academia Press, 2003