Onderzoeksproject ST/01 (Onderzoeksactie ST)
THEMA.
De gevoeligheid van verschillende biomerkers voor blootstelling en hun causale relatie voor twee types industriële potentiele mutagenen/carcinogenen : de epoxide vormende carcinogenen en cobalt bevattend stof.
Thema van de bijbehorende studie :
Relevantie van de SCGE voor de evaluatie van genotoxiciteit in biomonitoringstudies.
DOELSTELLINGEN.
Doelstellingen van het netwerk :
Het project beoogt de biomonitoring van beroepsblootstellingen aan epoxide vormende carcinogenen en cobalt met een geïntegreerd netwerk van laboratoria die voldoende expertise hebben ontwikkeld om samen de meeste eindpunten te controleren die nodig zijn om de meest gevoelige biomerkers voor blootstelling te identificeren.
Werknemers blootgesteld aan ethyleen en/of propyleen in een studie en aan cobalt (alleen of zijn legeringen) in een andere studie zullen gevolgd worden voor de verschillende relevante eindpunten. Vergelijking van deze eindpunten zal het opstellen van betere richtlijnen voor blootstellingslimieten toelaten.
Het hoofddoel is primaire preventie van beroepskankers.
ST/01/001:
Identificatie en validatie van hemoglobine- en DNA-adducten als parameters in de biomonitoring van arbeiders blootgesteld aan epoxide vormende carcinogenen.
Doelstellingen van het persoonlijk onderzoek :
- Verdere ontwikkeling en validering van de methodeterbepaling van hemoglobine en DNA adducten. De ontwikkelde technieken worden toegepast in het kader van de veldstudie.
- Een vergelijkend onderzoek naar de kinetiek van de adductvorming aan hemoglobine en DNA van verschillende epoxides. Daarnaast zal de link tussen de adductvorming en het optreden van cytogenetische effecten bestudeerd worden.
- Een onderzoek naar interindividuele variaties in enzyme-activiteit bij het metabolisme van epoxides.
- Een onderzoek naar parallellismen in het metabolisme van de verschillende epoxides.
ST/01/002:
Experimenteel en klinisch-epidemiologisch onderzoek naar de eventuele carcinogeniciteit van cobalt houdende verbindingen.
Doelstellingen van het persoonlijk onderzoek :
- In vitro experimenteel onderzoek : De effecten van cobalt en cobalt-houdende verbindingen op dierlijke en humane alveolaire
epitheelcellen zullen worden onderzocht met betrekking tot (1) celdysfunctie en celbeschadiging door oxydatieve mechanismen; (2)
genotoxiciteit. Beide eindpunten zijn relevant m.b.t. longkanker.
- Klinisch-epidemiologisch onderzoek : Nagaan of er bij patiënten met longaantasting (fibrose) door beroepsmatige blootstelling aan cobalt
evidentie is voor cytogenetische letsels. De bevindingen zullen vergeleken worden met die verkregen bij vergelijkbare patiënten met longfibrose die niet aan cobaltblootstelling te wijten is (om de eventuele specifieke carcinogeniciteit van cobalt te demonstreren) en
bij gezonde al dan niet aan cobalt blootgestelde werknemers.
ST/03/008:
Identificatie van (cyto-)genetische veranderingen bij beroepsblootstellingen aan epoxide-inducerende carcinogenen of aan cobalt : experimenteel en klinisch epidemiologisch onderzoek.
Doelstellingen van het persoonlijk onderzoek :
(a) Epoxide-inducerende carcinogenen.
Om de relatieve genotoxiciteit van epoxide-inducerende carcinogenen te evalueren, moeten verschillende eind-points bestudeerd worden. Onze bijdrage richt zich naar het opsporen van DNA-brekend vermogen in vergelijking met SCE (ULg) en adducten (ULg en KUL).
(b) Harde metalen met cobalt en zijn legeringen.
Experimentele en epidemiologische waarnemingen over longkanker suggereren dat de toelaatbare blootstellingslimieten voor cobalt zouden afhankelijk zijn van de blootstellingsomstandigheden (met of zonder carbiden). Om deze limieten te definiëren zullen stapsgewijs volgende vragen beantwoord worden :
- hebben Co en zijn legeringen genotoxische effecten in lymfocyten als reporter cellen voor biomonitoring en in longcellijnen als targetcellen
voor longtumoren?
- zijn deze genotoxische effecten rechtstreekse effecten op het DNA of via interferentie met herstelsystemen?
- welke combinaties zijn de meest genotoxische?
- worden de genotoxische effecten opgespoord bij in vivo blootstellingen bij de mens?
Doelstellingen van de bijbehorende studie :
Een beter inzicht verkrijgen in de relatie tussen DNA-breuken en chromosoom-veranderingen geïnduceerd door een welgekend carcinogen, ethyleen oxide en een minder vastbestaand mutagen, cobalt. Dit zal onderzocht worden door middel van de "Single Cell Gel Electroforese" techniek (SCGE) welke in parallel zal getest worden op zijn gevoeligheid en toepassing in biomonitoring studies.
ST/10/014:
Experimentele en epidemiologische studie van de genotoxiciteit van ingeademde cobaltstof bevattende deeltjes.
Doelstellingen van het persoonlijk onderzoek :
Het genotoxisch potentieel van kobalt bevattend stof en harde metalen zal vanuit twee aanvullende invalshoeken vergeleken worden :
- experimenteel via de studie van DNA-letsels ten gevolge van dit stof;
- in een klinisch-epidemiologische studie via de evaluatie van de graad van blootstelling aan kobalt bij twee groepen van eraan blootgestelde
werknemers.
ST/12/010:
Evaluatie van de lesies aan het menselijk genetisch materiaal, geïnduceeerd door verschillende epoxides, door gebruik van cytogenetische en moleculaire bio-indicatoren.
Doelstellingen van het persoonlijk onderzoek :
Ter beschikking stellen van het netwerk van de ontwikkelde en gevalideerde moleculaire en cytogenetische technologische expertise om de geïnduceerde effecten van een beroepsblootstelling aan epoxides te ramen en/of kwantificeren. Deze expertise omvat:
- Studie van de frequentievariaties van uitwisselingen tussen dochterchromatides (SCEs) en van de kinetica van het voorkomen (of
verdwijnen) van high frequency cells van SCEs (HFCs).
- Studie van stabiele chromosomale anomalieën met behulp van een recente technologie: whole chromosome painting.
- De celproliferatie-index (PRI) wordt onderzocht. Recente persoonlijke bevindingen wijzen in de richting van een kloonselectie in celculturen van professioneel aan genotoxische agentia blootgestelde subjecten.
- Studie van DNA-adducten: De verschillende adducten worden onderzocht in G.C./M.S. na derivatisering en isotopenmarkering (C13 en C14 om alle gevormde adducts degelijk te identificeren en geen adduct over het hoofd te zien die, bijvoorbeeld, sterk op de chromatografiekolom wordt vastgehouden).
Identificatie en validatie van gevoelige merkers voor de biomonitoring van werknemers blootgesteld aan potentiële mutagenen/carcinogenen. Toepassing voor arbeiders blootgesteld aan epoxide-vormende carcinogenen en kobalt-bevattende stof: eindverslag 1994-1998
Kirsch-Volders, M. - Laurent, Ch. - Lison, D. ... et al Brussel: DWTC, 1999 (SP0939)
[Om te downloaden]
Identification and validation of sensitive markers for the biomonitoring of workers occupationally exposed to potential mutagens/carcinogens. Application to workers exposed to epoxide-producing carcinogens and cobalt-containing dust: executive summary
Brussels: OSTC, 1999 (SP0941)
[Om te downloaden]