Onderzoeksproject T4/DD/29 (Onderzoeksactie T4)
Goed landbouwbeheer is alleen mogelijk voor zover de beschikbaarheid en kwaliteit van grondstoffen bekend zijn. Bij de veefokkerij zijn deze grondstoffen hoofdzakelijk veevoeder. Daarom is de schatting van voedervoorraden en de kwaliteit ervan uiterst belangrijk voor veeteelt.
Met dit doel werden dynamische modellen opgesteld die het verband beschrijven tussen gewasgroei (opbrengst), gewaskwaliteit en milieurisicofactoren (zonnestraling, temperatuur, beschikbaarheid van voedingsstoffen) (Ogre 1994; Gustavsson et al. 1995). Deze modellen blijken het echter te laten afweten als de groeiomstandigheden niet optimaal zijn (Clevers 1997). Eén oplossing is het model te kalibreren met informatie over de werkelijke toestand van het gewas tijdens het seizoen, zoals de bladoppervlakteïndex (LAI), die geleverd kan worden door teledetectie (Clevers 1997). Een andere oplossing is een empirische correlatie te bepalen tussen een meting van de variabelen tijdens het groeiseizoen in een vaste fenologische periode, door teledetectie, en de opbrengst van het gewas aan het einde van het seizoen. Clevers (1997) stelt het gebruik voor van de fractie van de fotosynthetisch actieve straling die geabsorbeerd (FAPAR) wordt als mogelijke parameter.
Het doel van het huidige project is deze dubbele aanpak te gebruiken om voederopbrengst en -kwaliteit in het veld te voorspellen. Als dit eenmaal gekalibreerd is, zal dit instrument ontwikkeld worden om rechtstreeks ter beschikking gesteld te worden van de boeren.