Onderzoeksproject T4/DD/42 (Onderzoeksactie T4)
Dit project is gericht op de interpretatie van informatie van verschillende sensoren binnen monitorings en waarschuwingssystemen. De diverse aardobservatie sensoren leveren elk een uniek beeld van een bepaald verschijnsel, zowel voor wat betreft de grondresolutie als het spectrale spectrum van het beeld. Eén sensor alleen is onvoldoende voor een complete interpretatie van de waargenomen scène. Met gegevens van complementaire sensoren is een meer accurate en gedetailleerde analyse mogelijk.
Eén van de voornaamste factoren die het grootschalige gebruik van multisensoranalyse sensoren remt is de ruimtelijke registratie van beelden van verschillende sensoren binnen een gemeenschappelijk geometrisch kader. De huidige technieken zijn nog steeds gebaseerd op manuele identificatie van grondcontrolepunten (GCP's) en bijgevolg zeer arbeidsintensief. Vooral bij toepassingen zoals monitoring zijn de verwerkingstijd en de hoeveelheid gegevens kritiek, en automatisering van het registratieproces is zeker belangrijk. Automatiseren is echter niet evident bij gebruik van gegevens van verschillende sensoren. GCP's kunnen sterk verschillen op beelden met verschillende grondresolutie. Conventionele controlepunten (bv. kruispunten) die gebruikt worden in hoge-resolutiebeelden zijn niet altijd zichtbaar op lage resolutiebeelden. Anderzijds kunnen mogelijke controlepunten aan de grond (bv. een kaap) bij een lagere resolutie er anders uitzien dan bij hoge resolutie.
Het thema is de automatisering van het registratieproces, door de uitbreiding van de controlepunten aan de grond naar het begrip "controlevoorwerp aan de grond". Dit begrip omvat punten (bv. oriëntatiepunten), krommen (bv. kustlijn, rivieren) en gebieden (bv. stedelijke gebieden). Deze uitbreiding dient om het registratieproces te vergemakkelijken door gebruik te maken van de ruimtelijke informatie gekoppeld aan een voorwerp, namelijk de coördinaten van een punt, samen met de kenmerken van vorm en structuur van het voorwerp. Zo kan bijvoorbeeld niet alleen een kaap maar ook de karakteristieke vorm van de volledige kustlijn gebruikt worden om het registratieproces te leiden. Hierdoor wordt het mogelijk te compenseren voor :
- de grondresolutie van de sensor, door karakterisering van het schaaleffect, zodat men een model kan uitwerken van de evolutie van een structuur over verschillende grondresoluties, en
- de spectrale eigenschappen, door gebruik van structurele kenmerken in plaats van kenmerken gebaseerd op intensiteit (en dus sensorspecifiek).
De opvolging van droogtestress in het Middellandse Zeegebied en semi-aride gebieden is een dringend probleem, samen met de opvolging van ongecontroleerde branden. Elk jaar wordt er een oppervlakte van ongeveer 5000 km2 vernietigd door brand in het Middellandse Zeegebied (Kailidis, 1992).
De bedoeling is een operationeel brandbestrijdingsplan op te zetten met behulp van gegevens van verschillende sensoren, om:
1. de droogtestress van planten op "globale" schaal (nationaal) te monitoren,
2. de branden te lokaliseren op "globale" schaal (nationaal),
3. de verspreiding van de brand op nationaal en regionaal niveau te monitoren,
4. het type brandstof in kaart te brengen op regionaal tot lokaal niveau.
Met dit operationele brandbestrijdingsplan moet het mogelijk zijn meer kennis te vergaren over het probleem van controle van de wilde branden, aangezien het te maken heeft met brandpreventie en de mogelijkheden van uitbreiding van brandhaarden.
Kailidis D.S. (1992b). Forest Fire in Greece. In: Seminar for forest fire prevention, land use and people. Ministry of Agriculture, Secretariat general forests and natural environment, Athens, (Greece). pp. 27-41