Onderzoeksproject TA/00/04 (Onderzoeksactie TA)
Onderzoeksproblematiek en -vraag
Dit onderzoek beoogt een criminologische analyse van de evoluties (veranderingen) in delinquent en problematisch gedrag van jongeren in de afgelopen 25 jaar. Het mag duidelijk wezen dat overlast, antisociaal gedrag en geweld door jongeren zijn uitgegroeid tot belangrijke aandachtspunten in de laat-moderne (Belgische) criminele politiek.
Internationaal en Europees onderzoek legt enkele dominante trends bloot in de veranderende "morfologie" van Europees jeugddelinquent gedrag voor deze periode (zoals de proportionele toename van geweldsmisdrijven door jongeren). Er heerst een levendige discussie tussen wetenschappers, praktijkwerkers, beleidsmakers en politici over hoe dit complex fenomeen van de veranderende jeugdcriminaliteit begrepen moet worden. Daarbij wordt gewezen op het belang van een langtermijn perspectief én de noodzaak om te komen tot een meer criminologisch contextualisering van (de veranderingen in) jeugddelinquent gedrag. Voorbij de klassieke individu-gerichte sociologische of ontwikkelingspsychologische verklaringen, moeten deze veranderingen in het problematisch gedrag van jongeren echter ook geplaatst worden in het historisch-maatschappelijk perspectief van de sociale mutaties die zich in de loop van de 20ste eeuw en in het bijzonder gedurende de laatste 25 jaar hebben voorgedaan. In tegenstelling tot de ons omringende landen, werd er in België tot nog toe geen onderzoek verricht dat vanuit een langtermijn perspectief deze evoluties zowel kwantitatief als kwalitatief diepgaand analyseert en contextualiseert en plaatst in dit Europees perspectief.
Het is op deze onderzoeksproblematiek dat dit onderzoeksvoorstel zich richt. Centraal in dit onderzoek staat de vraag: Hoe veranderde delinquent en problematisch gedrag van Belgische jongeren in de afgelopen 25 jaar en hoe kunnen deze veranderingen criminologisch en sociaal gecontextualiseerd en begrepen worden als deel van onderliggende sociale mutaties? Het onderzoek beoogt een criminologische analyse van de langtermijn evoluties (1980-2005) in het als delinquent of problematisch bestempeld gedrag van minderjarigen in België. Ze heeft tot doel inzicht te verwerven in de veranderingen in het jeugddelinquent gedrag met het oog op het bloot leggen van fundamentele sociale mutaties die mede hieraan de basis liggen.
Opzet en methodologie
Het eerste onderzoeksluik is omvat vooreerst een exhaustieve literatuurstudie. In dit kader zal een seminarie State of the Art on evolutions in juvenile delinquency in Europe (met de participatie van buitenlandse experts uit Nederland, Spanje, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) georganiseerd worden. Daarnaast zal ook studie van beschikbare kwantitatieve (nationale en lokale) bronnen betreffende jeugdcriminaliteit geschieden. Een consultatie van de actoren, actief in het domein van de jeugdbescherming, is daarbij noodzakelijk als de producenten van deze bronnen. In dit kader zal een seminarie “Belgische (kwantitatieve) evoluties in problematisch en jeugddelinquent gedrag (betrekken van Belgische specialisten cf. Vanneste NICC) georganiseerd worden.
Het tweede onderzoeksluik omvat een kwalitatieve analyse van aangebracht en vervolgd problematisch of delinquent gedrag van minderjarigen én hun socio-psycho-pedagogische situatie overheen de periode 1980-2005. Concreet spitst het onderzoek zich toe op parketdossiers en meer specifiek op een kwalitatieve analyse van: (1) het “aangebracht” problematisch of delinquent gedrag van minderjarigen bij parket van het al dan niet vervolgd gedrag van minderjarigen door het parket (PV's en beslissingen van het parket); (2) de sociale en psycho-pedagogische situatie van de minderjarige aan de hand van de sociale en/of maatschappelijke enquête aanwezig in het parketdossier. Dit onderzoeksluik zal methodologisch afgebakend worden tot: (1) het problematisch en delinquent gedrag van minderjarigen (tot 18 jaar); (2) het vrijwaren van het langetermijn perspectief d.m.v. 4 steekproefjaren tussen 1980 en 2005; (3) een geografische spreiding d.m.v. het betrekken van 5 gerechtelijke arrondissementen in het onderzoek; (4) het selecteren van een steekproef van de parketdossiers in de arrondissementen betrokken in het onderzoek: ongeveer 100 dossiers per jaar per arrondissement
Het derde onderzoeksluik beoogt een interactie met sleutelactoren uit het brede veld van (1) de sector van de jeugdbescherming, (2) van de jeugdpolitie, (3) van de jeugdwerking en (4) van scholing en opvoeding. Methodologisch steunt deze interactie op het organiseren van inter-sectoriële rondetafelgesprekken. De bedoeling van deze rondetafeltechniek is: (1) de professionele in-sight visie (betreffende de evoluties in jeugddelinquent gedrag) toetsen aan de onderzoeksgegevens; (2) het voorleggen en toetsen van een sociaal-criminologische (kwalitatieve) verfijning van de juridische categorisering van jeugddelinquent gedrag aan de professionele insight kennis met het oog op het aanrijken van een mogelijk analyseschema.
Doelstellingen en relevantie
De bedoeling en relevantie van dit onderzoek is meervoudig. Het onderzoek richt zich op een manifest Belgisch tekort inzake de wetenschappelijke kennis en inzichten in de langtermijn evoluties in het delinquent gedrag van minderjarigen. Dit onderzoek zal ook resulteren in wetenschappelijke kennis en inzichten die tegemoet komen aan de behoeften van vele terreinwerkers. Via rondetafels met de sleutelactoren zal dit onderzoek resulteren in een (getoetste) sociaal-criminologische (kwalitatieve) verfijning van de juridische categorisering van jeugddelinquent gedrag met het oog op het aanrijken van elementen voor een mogelijk analyse-instrument. Dit onderzoek zal vooral de complexiteit van het vraagstuk van maatschappelijke fenomeen van jeudgddelinquent gedrag in (historisch-sociologisch) perspectief plaatsen. In deze zin kan dit onderzoek een bijdrage leveren tot het brede publieke en politieke (gemediatiseerde) debat over jeugdcriminaliteit, dat veelal vastloopt in stereotiepe beeldvorming. Ook de beleidscommunicatie inzake het maatschappelijk vraagstuk van problematisch gedrag van jongeren kan putten uit dit langtermijn perspectief. Het onderzoek heeft tevens een belangrijke internationale implicatie. De internationale Europese dimensie van het onderzoek is immers het toetsingskader dat toelaat na te gaan in hoeverre de evolutie in België vergelijkbaar is met de bevindingen in de rest van Europa. Ten opzichte van de ons omringende landen zal het mogelijk zijn een “Belgisch” beeld te vormen van delinquent gedrag bij minderjarigen in de afgelopen 25 jaar.
Samenwerking netwerk
Dit onderzoeksproject berust op een geïntegreerde en transversale samenwerking van de drie partners en hun onderzoekers: Prof. J. Christiaens & S. Van der Burght (Ugent), Prof. D.Defraene, C. Nagels & S. Van Praet (ULB) en Prof Ch. Eliaerts (VUB).
Jeugdcriminaliteit ontcijferd = La délinquance des mineurs déchiffrée
Cheval, Bruno - De Man,Caroline - Vander Steene, Ann ... et al Gent : AcademiaPress, 2013 (PB6288)
[Om te downloaden]