Onderzoeksproject TA/00/24 (Onderzoeksactie TA)
De hoofddoelstellingen van dit onderzoek zijn dubbel: enerzijds het analyseren en het conceptualiseren, op basis van een methodologie waarbij vergelijkingen worden gemaakt tussen casestudy’s, van verschillende werkingsvormen en –wijzen van gemeenschappen die vrije software (« open source») ontwikkelen, en anderzijds het beter gebruiken van de interactiewijzen tussen de overheden en deze gemeenschapswerkingen.
De organisatievormen aan de basis van de ontwikkeling van deze vrije software worden gekenmerkt door hun diversiteit. De mogelijkheid om een stevig en coherent product te realiseren uitgaande van vrijwillige, potentieel vluchtige en onstabiele engagementen (of het nu gaat om individuen of om economische actoren), wordt door sociologen en economisten gezien als een raadsel. Een raadsel waarvan de endogene literatuur over het “bazaar” model geen overtuigende demonstratie geeft: de eenvoudige inhoudelijke vergelijking van tienduizenden vrije software projecten brengt inderdaad een enorme verscheidenheid aan het licht in de organisatiewijzen, in de drijfveren van de acties, evenals in de implicatiecontexten van de bijdragers (Crowston en Howison, 2005). Zo heeft de wetenschappelijke literatuur het gebrek aan voldoende gediversifieerde casestudy’s aangetoond. Het onderzoek wil dan ook helpen om inzicht te krijgen in deze actuele wetenschappelijke raadsels.
Vrije software wordt meer en meer op grote schaal verspreid en ook de beleidsaanbevelingen, zowel op Belgische als op Europese vlak, staan almaar meer gunstig tegenover het gebruik ervan. Daarom is het zo dat de beslissingnemers in de besturen en in ondernemingen steeds vaker worden (en zullen worden) geconfronteerd met de noodzaak keuzes te maken waarbij ze in staat moeten zijn om de potentiële mogelijkheden van heel veel bestaande vrije software te waarderen. De selectie is des te delicater omdat het op middellange termijn dwingende karakter van de weerhouden oplossing impliceert dat men moet kunnen oordelen over de geloofwaardigheid, de duurzaamheid, de toekomstige kwaliteiten van een software die onvermijdelijk evolueert, evenals over de latere beschikbaarheid van de daaraan verbonden diensten. En gezien het originele karakter van de productiewijze van de vrije software, stemmen deze evaluatiecriteria niet overeen met de traditionele specifieke kenmerken van een commerciële uitgever (solvabiliteit, klantenbestand, samenstelling van de teams, commerciële dienst, enz.).
De analyse van de werking van de vrije software gemeenschappen zal de empirische basis vormen waaruit wij de vraag over het gebruik ervan door overheden zullen stellen, en meerbepaald de overstap naar nieuwe productieve en commerciële relaties tussen de producenten van software en de verschillende interveniënten (meerbepaald de consultants) die aan het economische model deelnemen. Er zullen ook nieuwe specifieke kwesties worden onderzocht: is de samenwerking tussen de bestuurswereld en de gemeenschappen die software ontwikkelen, wel mogelijk, noodzakelijk, wenselijk? En in functie van welke deelnamemethodes? Welke bijzondere problemen kunnen er uit de samenwerking met “gemeenschappen” opduiken?
De twee voornaamste onderzoeksvragen zullen worden bestudeerd, uitgaande van bestaande bronnen (kwantitatieve enquêtes op grote schaal, biografische gesprekken die momenteel nog niet zijn geanalyseerd), en van gegevens die tijdens de enquête zullen worden verzameld (longitudinale opvolging van casestudy’s die verschillende vormen van interacties aantonen tussen de gemeenschappen van vrije software en de overheden).
Het onderzoek zal worden gevoerd in het kader van een internationaal partnerschap dat Nederlandse en Franse onderzoekers samenbrengt. Deze onderzoekers staan bekend als experts in meerdere aspecten van de sociaaleconomische werking van de gemeenschappen, evenals in het gebruik van bepaalde methodologieën (economisten en sociologen, quantitativisten en qualitativisten). Hoewel het oorspronkelijke empirische onderzoek voornamelijk in België zal worden gevoerd, zal dit internationale partnerschap ook de internationale vergelijking van gevallen bevorderen, evenals de aanbreng van ervaring en van kennis die in verschillende nationale contexten is uitgewerkt.
Bijgevolg zal dit project meerdere toegevoegde waarden hebben: het verkennen van nieuwe problematieken voor de velden van de sociologie van de arbeid en van de organisaties, voor de economie van de informatie; en aan de overheden fijne analyses en formuleringen van de waargenomen praktijken geven; evenals een benadering gebaseerd op een interdisciplinair en “multi-methodologisch” partnerschap.
Logiciels libres et pouvoirs publics: synthèse
Desmarez, P. - Vanheerswynghels, A. - Zune, M. Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2012 (SP2461)
[Om te downloaden]
Vrije software en overheidsdiensten: synthese
Desmarez, P. - Vanheerswynghels, A. - Zune, M. Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2012 (SP2462)
[Om te downloaden]
Open Source Software and Public Authorities: summary
Desmarez, P. - Vanheerswynghels, A. - Zune, M. Brussels : Federal Science Policy, 2012 (SP2463)
[Om te downloaden]