Onderzoeksproject TA/00/31B (Onderzoeksactie TA)
De algemene doelstelling van het onderzoek is zo nauwkeurig mogelijk het effect van het veranderen van de structuur van het personeelsbestand– met name de vergrijzingstrend op de productiviteit en winstgevendheid van bedrijven proberen te kwantificeren. Het is ook het evalueren van de intensiteit van de kloof tussen productiviteit en loonkosten van oudere werknemers, die de vraag van bedrijven naar deze aarbeiders sterk kan beinvloeden, en dus ook hun werkgelegenheid.
De tweede fase van het project zou een kans moeten zijn om meer in het bijzonder twee punten te onderzoeken:
Ten eerrste, de plausibiliteit van een verschil tussen i) mannen en vrouwen en ii) werkgevers en werknemers met betrekking tot hun leeftijd/productiviteitprofielen verkennen. Het uitgevoerde onderzoek tot dusver was gericht op de kenmerken van bedrijven (omvang, activiteitsector...). Voor de toekomst is het wenselijk om beter rekening te houden met de kenmerken van de arbeiders met uitzondering van hun leeftijd waarvoor we betrouwbare informatie beschikken. In het bijzonder kan de vergelijking werkgevers- werknemers compenseren voor het gebrek aan informatie over de opleidingsniveau van de werknemers (een grote tekortkoming in onze database).
Ten tweede, de rol van bedrijfsopleiding grondig analyseren. Tot nu toe hebben we vastgesteld dat de vergrijzende beroepsbevolking lagere productiviteit veroorzaakt voor bedrijven, en die wordt niet gecompenseerd door lagere loonkosten. Dergelijke situation kan leiden to een lagere vraag naar oudde arbeiders.Dus een beleid gericht op het behouden of verhogen van de arbeidsparticipatie van oudere personen kan leiden tot i) een gronding hervorming van de Belgische loonvorming mechanisme, met name anciënniteit loonregels ii) of de invoering van loonkostensubsidies gericht op oudere arbeiders.
Echter, een toename van de bedrijfsopleiding zou mischien bij de bron het probleem van leeftijdsgebonden dalende productiviteit kunnen compenseren. Onze empirische strategie om deze vraag te onderzoeken is het gebruik van informatie die in het Sociaal Rapport (Belfirst) beschikbaar is. In de eerste plaats moeten we het bestaan, in Belgïe, van een causaal verband tussen bedrijfsopleiding en arbeidsproductiviteit bevestigen, zoals bevestigd door Daerden, Reed en Van Reenen (2005) voor het Verenigd Koninkrijk, of Zwick(2002) voor Duitsland. Het tweede probleem is de interactie tussen bedrijfsopleiding en de leeftijdstructuur van ondernemingen. Dit moet ons in staat stellen om te bepalen of de (potentiële) positieve effecten van opleiding op de productiviteit zich ook voordoen binnen bedrijven met meer oudere werknemers.
Age des travailleurs et productivité des firmes en Belgique : synthèse
Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2011 (SP2413)
[Om te downloaden]
Vergrijzende werknemers en productiviteit van ondernemingen in België: synthese
Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2011 (SP2414)
[Om te downloaden]
Ageing workforce and productivity of firms in Belgium : summary
Brussels : Federal Science Policy, 2011 (SP2415)
[Om te downloaden]