Onderzoeksproject TA/00/40 (Onderzoeksactie TA)
Waarom doen sommige KMO’s het beter dan andere? En wat met de zelfstandigen? Dat is de vraag die onderzoekers van de Antwerpse en Naamse universiteit trachten te beantwoorden, in samenwerking met de Universiteit van Sussex (VK) en de Universiteit van Tilburg (Nederland).
KMO’s en kleine zelfstandigen spelen een belangrijke rol in de Belgische economie, in termen van werkgelegenheid en de creatie van toegevoegde waarde. Het meest recente rapport van de OECD (2010) meldt dat Belgische KMO’s ongeveer 600.000 mensen tewerkstellen in productiebedrijven en 1.1 miljoen mensen in dienstenorganisaties. Dit komt neer op 64.7 % van de totale werkgelegenheid in producten en 67.2 % in diensten. Bovendien zijn ook de zelfstandigen niet onbelangrijk, aangezien de ongeveer 720.000 zelfstandigen bijna 16 % van de totale werkgelegenheid betekenen (Nationale Bank van België, 2010). Toch kan ook in het algemeen worden vastgesteld dat KMO’s minder innovatief zijn dan grote ondernemingen (slechts 20 % van de KMO’s realiseerden innovatieve producten of diensten in de periode 2004 tot 2006, terwijl ongeveer 60 % van alle grote ondernemingen dit deden in dezelfde periode). Hoewel innovatie niet noodzakelijk is voor elke zelfstandige of KMO, staat het in onze geglobaliseerde economie wel garant voor bloeiende en succesvolle economische vooruitzichten.
Binnen dit driejarig onderzoeksproject zullen onderzoekers de rol van KMO’s en zelfstandigen bestuderen. Daarbij richten zij zich op twee criteria: innovatie en groei (in termen van werkgelegenheid en toegevoegde waarde). De onderzoekers hanteren hierbij een systeem-benadering: de onderzoekers zullen niet enkel aandacht besteden aan de determinanten van innovatie en groei, maar ook aan de interacties tussen verschillende factoren.
Meer concreet zullen de onderzoekers zowel bestaande als nieuwe databastanden gebruiken. Nieuwe databastanden zullen samengesteld worden op basis van een op maat gemaakt vragenlijstenonderzoek (“survey”). Elke “survey” zal tweemaal uitgevoerd worden, zodat gegevens op verschillende momenten in de tijd verzameld worden, en zodat veelvuldige opportuniteiten bestaan om de effecten van verandering in de omgeving of binnen een organisatie te bestuderen. Zo zal de relatie bestudeerd worden tussen kenmerken van het individu (leeftijd, geslacht, educatie e.d.), kenmerken van de organisatie (omvang, structuur, toegang tot financiële middelen, et cetera) en de omgeving (competitie, regelgeving, regionale economische activiteit, enzovoort) om een dieper inzicht te verkrijgen omtrent de determinanten van innovatie en groei bij KMO’s en zelfstandigen.
De conclusies van dit onderzoek zullen verspreid worden bij het doelpubliek, zoals beleidsmakers, KMO-leidinggevenden en zelfstandigen. Het doelpubliek zal beter inzicht verkrijgen omtrent de factoren die de prestaties van KMO’s en zelfstandigen kunnen aanmoedigen en verbeteren.
Ajuster les complexités entrepreneuriales pour de meilleures performances.
Résultats d’études sur données belges : rapport final
van Witteloostuijn, Arjen - Dejardin, Marcus - Hermans, Julie ... et al Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2015 (SP2601)
[Om te downloaden]
Ajuster les complexités entrepreneuriales pour de meilleures performances.
Résultats d’études sur données belges : résumé
van Witteloostuijn, Arjen - Dejardin, Marcus - Hermans, Julie ... et al Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2015 (SP2602)
[Om te downloaden]
Fitting entrepreneurial complexities for better performance : collected evidence from Belgium : summary
van Witteloostuijn, Arjen - Dejardin, Marcus - Hermans, Julie ... et al Brussels : Belgian Science Policy, 2015 (SP2603)
[Om te downloaden]
Fitting entrepreneurial complexities for better performance : collected evidence from Belgium : samenvatting
van Witteloostuijn, Arjen - Dejardin, Marcus - Hermans, Julie ... et al Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2014 (SP2604)
[Om te downloaden]