Onderzoeksproject TA/00/41 (Onderzoeksactie TA)
PROJECTBESCHRIJVING
De “Small Business Act for Europe”, goedgekeurd in 2008, weerspiegelt de politieke wil van Europa om de centrale rol van dynamische Europese kmo’s te erkennen. Eén van de belangrijkste doelstellingen is om de groei van kmo’s te bevorderen door hen in staat te stellen kansen te grijpen die voortkomen uit globalisering en versnelde technologische veranderingen. De Europese Unie erkent dat “Kmo-ondernemingen hebben nog steeds te lijden van marktfalen, met als gevolg dat de condities waaronder zij moeten werken en met anderen moeten concurreren ongunstiger zijn; dit geldt voor aspecten als financiering (vooral durfkapitaal), onderzoek, innovatie en milieu.” (Small Business Act for Europe, 2008, p. 3). Zo gaven bijvoorbeeld 21% van de kmo’s voor de financiële crisis aan dat ze problemen hadden met het verkrijgen van toegang tot de juiste financieringsmiddelen (2007 Observatory of EU SMEs); dit stond dan ook op de tweede plaats in hun lijst van zorgen. Vandaar dat een verbeterde toegang van kmo’s tot financiering (en in het bijzonder tot risicokapitaal en mezzanine financiering) als een belangrijk interessegebied voor zowel startende en groeiende bedrijven, als voor de overdracht van bedrijven, werd gedefinieerd. Dit laatste is belangrijk aangezien de komende tien jaar in Europa naar schatting 6 miljoen kmo eigenaars met pensioen zullen gaan. Een succesvolle overdracht van deze bedrijven, zou tot een behoud van jobs kunnen leiden die groter is dan deze gecreëerd door nieuwe, startende bedrijven (Small Business Act for Europe, 2008). Hoewel er reeds vooruitgang is geboekt om de toegang tot financiering voor de Europese kmo’s te verbeteren, bestaan er nog steeds belangrijke marktfalingen. (Report on the implementation of the SBA, 2009).
Ondanks de stijgende academische en politieke belangstelling voor de financiering van kmo’s, laat de huidige stand van het onderzoek niet toe om eenduidige conclusies te trekken over welke de meest effectieve maatregelen zijn om de toegang te verbeteren. Bij het uitwerken van beleidsmaatregelen, worden de Belgische overheid en de sociale partners met een breed scala van internationale, nationale en regionale gegevens geconfronteerd. Deze gegevens zijn echter vaak geïsoleerd en gericht op de ene of de andere vorm van financiering. Bijgevolg ontbreekt een geïntegreerd perspectief en wordt er geen rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de Belgische institutionele context. Verder wordt ook de relatie van zowel de bron als het type financiering met de daaropvolgende ontwikkeling van de kmo onvoldoende begrepen.
DOELSTELLINGEN
Het belangrijkste doel van dit onderzoek is om aan de Belgische beleidsmakers waardevolle inzichten te verschaffen om zo de toegang van kmo’s tot de optimale vorm van financiering te verbeteren. Het project legt zich toe op twee centrale processen: de financiering van jonge, innovatieve, groeigeoriënteerde bedrijven en de financiering van bedrijfsoverdrachten. De doelstellingen in het bijzonder zijn tweeledig. We streven ernaar om het inzicht te vergroten in (1) hoe bedrijven in de initiële groeifase en bij overdracht worden gefinancierd, en (2) hoe deze financieringsstrategieën hun verdere ontwikkeling beïnvloeden.
Terwijl onderzoek naar de financiering van kmo’s zich meestal beperkt tot één of twee specifieke vormen van financiering zoals bankleningen of durfkapitaal, gebruiken de meeste kmo’s verscheidene alternatieve financieringstypes. Verder, kunnen sommige vormen van financiering de toegang tot andere vormen verbeteren of juist uitsluiten. Onze eerste doelstelling is dus om te begrijpen hoe Belgische bedrijven hun ontwikkeling of overdracht financieren, met inbegrip van een breed scala aan financieringsmogelijkheden, en om dit vervolgens te vergelijken met de financiering van vergelijkbare bedrijven in andere Europese landen. Hierbij zal niet alleen de beschikbaarheid van financiering worden onderzocht, maar ook de kostprijs. Ten tweede, is er reeds weinig onderzoek gedaan naar de manier waarop de toegang tot financiering gevolgen heeft voor de ontwikkeling van kmo’s. Het ophalen van kapitaal wordt vaak gezien als een doel op zich, eerder dan een cruciaal hulpmiddel dat een belangrijke invloed heeft op de ontwikkeling van kmo’s. Zowel voor beleidsmakers en ondernemers als voor academici is het belangrijk om goed te begrijpen welke financieringsstrategieën, afhankelijk van institutionele en bedrijfsverschillen, optimale uitkomsten produceren. Ons tweede doel is derhalve te begrijpen hoe financieringsstrategieën de toekomstige ontwikkeling van de onderneming met inbegrip van bijvoorbeeld de stijging in het aantal werknemers, activa of toegevoegde waarde beïnvloeden. Daarnaast hebben bepaalde investeerders, zoals durfkapitaal investeerders, het expliciete doel om op middellange termijn uit hun investeringen te stappen. We zullen daarom onderzoeken hoe het type investeerder de ontwikkeling van de onderneming, alsook de stopzetting van de activiteiten beïnvloedt.
Om deze inzichten te verschaffen, doen we beroep op meerdere wetenschappelijke disciplines (inclusief financieel beheer, ondernemerschap en innovatie), wat zich ook uit in het multidisciplinaire karakter van het onderzoeksteam. Aangezien dit een beleidsgericht onderzoeksproject is, zijn we van mening dat een belangrijke bijdrage ligt in een meer onderbouwde conceptuele integratie van de factoren die financieringskeuzes beïnvloeden en in het combineren van verschillende onderzoek domeinen, in tegenstelling tot de traditionele beperktere focus tot één discipline. Beleidsmakers kunnen gebruik maken van een strikte en wetenschappelijk verantwoorde studie van factoren die in de verschillende disciplines aan bod komen. Deze conceptuele integratie uit zich in een onderzoeksopzet dat van twee longitudinale internationale databanks gebruik maakt.
METHODOLOGIE
Ons onderzoek bestaat uit twee fases.
Fase A: Jonge, innovatieve ondernemingen
We zullen gebruik maken van de recent ontwikkelde VICO databank, die dankzij de gezamenlijke inspanning van 9 Europese universiteiten en de steun van de het 7e European Framework Program (Grand agreement no.: 217485) werd opgebouwd. De longitudinale dataset bestaat uit 8.391 jonge en innovatieve ondernemingen die actief zijn in 7 Europese landen (België, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk), waarvan 761 met durfkapitaal werden (worden) gefinancierd. Alle bedrijven die in de steekproef werden opgenomen, werden na 1984 opgericht, waren bij stichting onafhankelijk en zijn actief in een hightech sector. Dit samengesteld panel bevat zowel gegevens van het ondernemend bedrijf over een periode van 8 jaar als van de investeerders in het bedrijf. Belangrijke troeven van VICO zijn het longitudinale en multilevel karakter van de gegevens. Hoewel VICO reeds een uitgebreide contextuele databank bevat, zijn niet alle relevante variabelen beschikbaar. Daarom zullen we de gegevens met additionele variabelen verrijken welke door het onderzoeksteam via databanken zoals EVCA, Zephyr, VentureXpert en/of Factiva zullen worden verzameld.
Fase B: Overdracht van ondernemingen
De Vlerick Leuven Gent Management School en de Universiteit van Nottingham (Center for Management Buy-Out Research - CMBOR) hebben een databank met informatie over overnames ontwikkeld. Vaak worden deze bedrijven (of business units) door het bestaande management team overgenomen met de financiële hulp van externe investeerders. Deze longitudinale databank combineert bedrijfsinformatie over buy-outs van het Center for Management BuyOut Research, informatie over leningen van Reuters’ LPC Deal Scan, kenmerken van banken uit Bankscope, kenmerken van de private equity markt uit EVCA en Prequin, en de boekhoudkundige informatie over een periode van gemiddeld vijf jaar na de overname uit Amadeus. Het omvat 2486 transacties uit 43 landen wereldwijd, waaronder België.
Analysemethoden
Eerst worden de gegevens in beide databanken in detail beschreven met bijzondere aandacht voor de vergelijking van de Belgische bedrijven met bedrijven in andere landen. Daarna zullen de gegevens onderzocht worden met geschikte multivariate statistische technieken, welke aangepast zijn aan de specifieke onderzoeksvragen. Meer in het bijzonder, willen we gebruik maken van (i) multinomiale regressieanalyses om de financiering van strategieën in kaart te brengen, (ii) de Generalized Estimating Equation (GEE) benadering om de groei en ontwikkeling in kaart te brengen, en (iii) de overlevingsanalyse om de waarschijnlijkheid en het type van uittrede in kaart te brengen. De resultaten zullen met deskundigen uit het bedrijfsleven en met publieke beleidsmakers worden besproken.
In het licht van het beleidsgerichte karakter van het onderzoek, geeft dit project een brede kijk op het onderwerp van de financieringsbeperkingen van kmo’s. De bijdrage ligt in de integratie van de verschillende vormen van financiering en het effect van de financieringstype en de investeerders op de ontwikkeling van de kmo’s.
Event "Wie zoekt die vindt. Op zoek naar investeerders voor start-ups en buy-outs in het nieuwe financieringsklimaat":
Access to finance of SMEs: young growth oriented companies and company transfers : final report (SMEPEFI)
Manigart, Sophie - Clarysse, Bart - Hübner, Georges ... et al Brussels : Belgian Scientific Policy, 2015 (SP2625)
[Om te downloaden]