Werkgroep "Ruimtevaart"

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon (2009) is aan de Europese Unie bevoegdheden toegekend op het gebied van de ruimtevaart, met als doel Europa te voorzien van strategische ruimtevaartsystemen die tegemoet komen aan de noden van de burgers. Dat gebeurt via een Europees ruimtevaartbeleid met het Europees ruimtevaartprogramma als operationele tak. Verscheidene bepalingen, waaronder Artikel 189 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie, stellen een systeem van parallelle bevoegdheden in tussen de Europese Unie en haar lidstaten.

De Verordening van de Europese Unie tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie werd eind 2020 afgerond, waarin de rol van de Europese Commissie wordt vastgelegd en ook voorzien is in de oprichting van een nieuw ruimtevaartagentschap van de Europese Unie (EUSPA) en een partnerschap met het Europees ruimtevaartagentschap (ESA) voor de uitvoering van dat programma, waarin verschillende programma's zijn opgenomen, te weten de Europese GNSS (navigatie), Copernicus (aardobservatie), het programma Omgevingsbewustzijn in de ruimte (SSA) en het programma op het gebied van telecommunicatie voor defensiedoeleinden (GovSatCom).

De Europese Commissie is belast met de beleidsuitvoering van het Europees ruimtevaartprogramma. Binnen de Europese Unie zijn verschillende organen bevoegd om te discussiëren over ruimtevaartkwesties, te beginnen bij de Raad Concurrentievermogen die gezamenlijke informele vergaderingen kan houden met de ESA-Raad onder de naam "Raad Ruimtevaart".

In de EU-Raad neemt België deel aan de Werkgroep 'Ruimtevaart' (WG Ruimtevaart) die in een eerste stadium alle ruimtevaartdossiers vanuit politiek oogpunt bestudeert, onder de verschillende roterende voorzitterschappen van de EU.

Vergadering van de Werkgroep 'Ruimtevaart' op 22/10/2019 in Brussel onder het voorzitterschap van Finland.