Onderzoeksproject DR/55 (Onderzoeksactie DR)
ACHTERGROND
Zowel in Europa als in de Verenigde Staten wordt vastgesteld dat polydruggebruik eerder regel is geworden dan uitzondering. In een samenleving waar een verscheidenheid aan psycho-actieve middelen voor handen is, is het voor gebruikers gemakkelijker om naar andere middelen te grijpen die hun voorkeursdrug vervangen of om te gaan experimenteren met diverse combinaties. Verschillende onderzoekers hebben door de jaren heen een stijging vastgesteld van het polydruggebruik. Deze evolutie laat zich tevens opmerken bij personen die een vraag stellen naar behandeling in de alcohol- en drughulpverlening. Over hoe dit “polydruggebruik” precies dient te worden gedefinieerd, is men het echter (nog steeds) niet helemaal eens. Sinds de jaren zeventig werden reeds verschillende definities geformuleerd; soms wordt een onderscheid gemaakt tussen het ‘gelijktijdig’ (simultaan) of ‘opeenvolgend’ (concurrent) gebruiken van middelen. Het is dan ook belangrijk om steeds aan te geven welke werkdefinitie wordt gehanteerd. Polydruggebruik, en het gelijktijdig gebruiken van middelen in het bijzonder, kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de gezondheidsschade die met het gebruik gepaard gaat (zowel fysiek als psychisch). Polydruggebruikers blijken een hoger risico te lopen voor het ontwikkelen van bijkomende psychiatrische stoornissen dan personen die slechts één middel misbruiken. Wetenschappelijke studies wijzen ook uit dat polydruggebruik belangrijke gevolgen heeft voor retentie in en effectiviteit van behandeling. Polydruggebruik bemoeilijkt de behandeling en praktijkwerkers worden geconfronteerd met een aantal bijkomende problemen (bv. Impulsiviteit en agressiviteit). Gezien het relatieve gebrek aan informatie over de prevalentie van polydruggebruik en de unieke karakteristieken van polydruggebruikers enerzijds en gezien het onduidelijk verband tussen polydruggebruik en psychopathologie anderzijds, zal deze studie focussen op de prevalentie van polydruggebruik en op de kenmerken van polydruggebruikers, dit in vergelijking met personen die slechts één middel gebruiken.
DOELSTELLINGEN
De onderzoeksdoelstellingen van deze studie zijn drieledig:
- Vooreerst willen we de prevalentie van polydruggebruik en de kenmerken van polydruggebruikers in kaart brengen, dit binnen de ambulante en residentiële verslavingszorg in België;
- Vervolgens willen we nagaan in welke mate personen in behandeling voor middelengerelateerde problemen ook kampen met bijkomende psychiatrische stoornissen en willen we de prevalentie en het type van DSM ‘As I’- en ‘As II’-stoornissen in deze populatie bepalen;
- Tot slot willen we de kenmerken en het psychiatrisch profiel van polydruggebruikers vergelijken met die van personen die slechts één middel misbruiken.
METHODOLOGIE
De studie zal bestaan uit 3 delen: 1) literatuurstudie; 2) kwantitatieve analyse van beschikbare databestanden; 3) voorstelling en bespreking van de onderzoeksresultaten en formuleren van aanbevelingen
Bij aanvang van de literatuurstudie zal een overzicht worden opgesteld met betrekking tot de manier waarop polydruggebruik in de internationale literatuur wordt geconceptualiseerd. Vervolgens zal de literatuurstudie focussen op de geschiedenis en het ontstaan van het fenomeen: is er een stijging van polydruggebruik of kan deze “stijging” eerder beschouwd worden als een meer accurate inschatting van hoe het altijd is geweest? Verder zullen we nagaan wat de prevalentie van polydruggebruik is bij personen met alcohol- en drugproblemen en wat factoren en variabelen zijn die hiermee geassocieerd zijn. Het tweede deel van de literatuurstudie zal focussen op psychiatrische comorbiditeit of dubbele diagnose. De nadruk zal hierbij gelegd worden op de link tussen polydruggebruik (‘misbruik’ of ‘afhankelijkheid’) en psychopathologie.
In functie van de kwantitatieve analyse, zullen in eerste instantie de intakegegevens geanalyseerd worden van alle personen die in 2007-2008 een behandeling startten in één van de centra van De Sleutel (Vlaanderen) of in één van de centra die deelnemen aan de Sentinelle-dataverzameling in Charleroi. Via deze analyses zal worden nagegaan hoeveel polydruggebruikers werden geregistreerd en wat hun profiel is. Verder zullen ook factoren in kaart gebracht worden die samenhangen met polydruggebruik. Op basis van de gegevens van De Sleutel zullen ook de prevalentie en ernst van psychische problemen bij deze doelgroep worden bepaald. De gegevens van Sentinelle zullen dan weer geanalyseerd worden met het oog op bepalen van evoluties inzake polydruggebruik tussen 1997-2007.
Hoewel het mogelijk is om aan de hand van deze data het fenomeen polydruggebruik tot op een zekere hoogte te analyseren, moeten we vaststellen dat de informatie m.b.t. psychologische problemen eerder beperkt is. Daarom plannen we een secundaire analyse van de data die werden verzameld in het kader van 2 PhD-studies. Beide studies gebruikten de EuropASI om de ernst van alcohol- en druggebruik en ermee gerelateerde problemen te meten, maar gebruikten daarnaast ook een valied instrument voor het meten van psychiatrische stoornissen (met name de MINI en de ADP-IV). Op basis van deze analyses kunnen we op een betrouwbare manier de relatie tussen polydruggebruik en psychopathologie nagaan binnen representatieve steekproeven in verslavingsunits binnen psychiatrische ziekenhuizen.
Anderzijds moeten we vaststellen dat de meerderheid van de proefpersonen in deze steekproeven personen zijn met een primair alcoholprobleem. Aangezien er in België een uitgebreid netwerk van gespecialiseerde behandelingscentra bestaat voor druggebruikers, plannen we dan ook een uitbreiding van bovenstaande twee studies. Met behulp van dezelfde instrumenten zullen we 180 mensen bevragen binnen de gespecialiseerde drughulpverlening (met name binnen methadonbehandeling, ontwenningscentra en langdurige behandelingscentra). Binnen elk van deze drie types behandelingscentra zullen telkens 30 personen worden bevraagd, dit zowel in Vlaanderen als in Wallonië.
Tenslotte willen we exploreren of polydruggebruik inderdaad gestegen is of dit eerder een constante observatie is. Hiervoor zullen we de EuropASI gegevens van 2 therapeutische gemeenschappen in Vlaanderen analyseren, dit over 3 tijdsperiodes heen (1995-1997; 2000-2002; 2007-2009). Tevens zal de FOD Volksgezondheid een secundaire analyse van de Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG) uitvoeren, met de bedoeling – cross-sectioneel en longitudinaal – afhankelijkheid van verscheidene middelen en psychische klachten en stoornissen te analyseren bij patiënten opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen. Omwille van privacy redenen, zullen door de FOD Volksgezondheid enkel geaggregeerde gegevens aangeleverd worden die de onderzoeksvragen beantwoorden.
TE VERWACHTEN RESULTATEN EN PRODUCTEN
Voorliggend onderzoeksvoorstel moet een antwoord geven op de vraag naar de prevalentie van polydruggebruik bij personen die vragen naar behandeling en naar de specifieke karakteristieken van deze populatie in termen van socio-economische status, financiële situatie, tewerkstelling, sociale steun, gebruiksgeschiedenis en zorggebruik, justitiële contacten, … Hiertoe zal gebruik gemaakt worden van de gegevens afkomstig van De Sleutel, het Sentinelle-netwerk in Charleroi en de MPG-gegevens.
Een tweede belangrijke vraag die we zullen kunnen beantwoorden op basis van de EuropASI-gegevens van De Sleutel en de gegevens uit de doctoraatsonderzoeken van Kathy Colpaert (Vakgroep Orthopedagogiek, Universiteit Gent) en Bieke De Wilde (CAPRI, Universiteit Antwerpen) is welke de prevalentie is van 'dubbele diagnostiek' bij (poly)druggebruikers die vragen om behandeling. Gezien het gebruik van valiede en betrouwbare diagnostische instrumenten voor DSM IV As I (MINI) en AS II-stoornissen (ADP-IV) zal ook goed ingeschat kunnen worden over welke acute stoornissen dit gaat. Bovendien kunnen ook de specifieke karakteristieken van deze personen met psychische stoornissen vergeleken worden met deze van druggebruikers die geen dergelijke problemen hebben.
Tenslotte zullen we op basis van de EuropASI gegevens en de gegevens uit ons eigen onderzoek uitspraken kunnen doen over de mate van voorkomen van psychische problemen bij polydruggebruikers en of er een verband bestaat tussen beide en welke hierin de rol is van de factor 'geslacht'. Gezien de combinatie van verschillende gegevensbestanden zullen de onderzoeksvragen op een genuanceerde manier beantwoord kunnen worden. Op basis hiervan kunnen specifieke aanbevelingen geformuleerd worden zodat beter kan tegemoet gekomen worden aan de noden van polydruggebruikers in behandeling. Ook zullen aanbevelingen voor verder onderzoek worden geformuleerd.
Onze bevindingen en aanbevelingen zullen geformuleerd worden onder de vorm van een onderzoeksrapport en publicatie(s) in nationale en internationale tijdschriften. Tevens zullen de resultaten gepresenteerd worden aan potentiële gebruikersgroepen via lezingen en studiedagen in binnen- en buitenland.
Poly substance use and mental health among individuals presenting for substance abuse treatment (Polymeh): final report
Vanderplasschen, Wouter - De Maeyer, Jessica - Colpaert, Kathy ... et al Brussels : Federal Science Policy, 2013 (SP2563)
[Om te downloaden]
Poly substance use and mental health among individuals presenting for substance abuse treatment (Polymeh): Discussion and conclusions
Vanderplasschen, Wouter - De Maeyer, Jessica - Colpaert, Kathy ... et al Brussels : Federal Science Policy, 2013 (SP2564)
[Om te downloaden]