NL FR EN
www.belgium.be

e-Science Connection Bieke Nouws

Bieke Nouws studeerde geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en behaalde een doctoraat aan de KU Leuven, waar ze eveneens een interesse opvatte voor digital humanities. Sinds 2020 is ze aan de slag bij het Rijksarchief, momenteel als e-archivaris voor de dienst Toezicht en Advies.

e-S.C. In welk domein werk je ? Wat is het belang van dit domein? Zijn er veel vrouwelijke onderzoekers?

Mijn dienst staat in voor het toezicht op de archieven van de federale overheid. Wij stellen selectielijsten op, waarin we noteren hoe lang informatie bewaard moet worden en wat historische waarde heeft, en doen aanbevelingen voor de bewaring van analoog en digitaal archief, zodat het niet voortijdig verloren geraakt, onleesbaar of vernietigd wordt, of zijn authenticiteit verliest. Dat is belangrijk voor de archiefvormers, die administratief en juridisch van hun archief afhankelijk zijn, en voor de bevolking, die afhankelijk is van de overheid en de overheid ter verantwoording moet kunnen roepen.

Vroeger gingen de richtlijnen van het Rijksarchief over zaken als ordening, inventarisering, de klimatisering van archieflokalen... Deze thema’s blijven pertinent, maar de digitalisering heeft een waaier aan nieuwe vragen geopend: Hoe de integriteit van gegevens te beschermen tegen (on)opzettelijke, menselijke en technische perikelen? Hoe selectie toe te passen op gegevens in databanken? Hoe digitale data, in al zijn vormen en formaten, beschikbaar stellen voor onderzoek? Hoe collecties zo veel mogelijk openstellen en verbinden met respect voor de privacy? Etc. Rond deze uitdagingen is vanaf het midden van de jaren 90 een levendige, internationale gemeenschap ontstaan.

De digital preservation community heeft van in het begin een paar sterke vrouwelijke pioniers gehad: Luciana Duranti (CA), Nancy McGovern (UK), Margaret Hedstrom (US), Inge Schoups in eigen land... Op de agenda van de International Conference on Digital Preservation (iPRES), de hoogmis van de digital preservation, stonden de eerste 10 jaar (2004-2014) wel vooral mannelijke keynotespeakers (82%). Sindsdien is het aantal vrouwelijke keynotes toegenomen: 50% gemiddeld over het afgelopen decennium, met de afgelopen twee jaar een meerderheid van 2 vrouwen op 3 sprekers. Of deze cijfers symptomatisch zijn voor een breder fenomeen kan ik moeilijk beoordelen. Daarvoor ben ik nog niet lang genoeg werkzaam in het domein.

e-S.C. Op welke onderzoeksthema’s / onderzoeksvragen werk je? Is gender belangrijk voor de inhoud van je onderzoek, voor je onderzoeksvragen?

E-mailarchivering blijft een grote uitdaging, naast nieuwere vraagstukkenzoals het archiveren van chatberichten (sms’en, WhatsApp-berichten, Teams-chats...): een onderwerp waarin ik mij het afgelopen jaar verdiept heb. Artificiële intelligentie is uiteraard ook een hot topic in de archiefwetenschap. Een groot thema dat zich opdringt vanuit de praktijk is archivering in M365, aangezien de meeste federale overheidsinstellingen naar deze diensten migreren of gemigreerd zijn.

Al deze onderwerpen belangen in principe zowel mannen als vrouwen aan. Het is wel zo dat er een stuk informatica bij komt kijken en dat in die specialisatie vrouwen nog altijd zwaar ondervertegenwoordigd zijn. In België werken bijna vier keer zo veel mannen in ICT dan vrouwen (bron: https://www.bedigitaltogether.be ). Ik ben benieuwd of dat de genderverhoudingen in de archiefwereld zal beïnvloeden naarmate het accent meer op digitale bronnen zal komen te liggen. Op dit moment is er ongeveer een 50/50 balans in het personeel van het Rijksarchief.

Ook de verwerking van AI in onze taakuitvoering is natuurlijk een potentiële bron voor bias om aandachtig voor zijn.

Onderzoeksprojecten in dit huis met een expliciete gendercomponent zijn Resolutie-Metissen  en het project WOMENEXILE , over vrouwelijke politieke vluchtelingen. Maar ook in projecten als ACCESS to court files and justice  en OUTLAW – Outsiders and the Law , wordt bijzondere aandacht besteed aan vrouwelijke actoren, hoewel die thema’s hen niet noodzakelijk positief in beeld brengen. :-)

Speelt gender een rol bij de minder onderzoeksgerelateerde opdrachten van het Rijksarchief, zoals selectie en verwerving? Misschien te weinig. We zouden vrouwelijke sleutelfiguren meer kunnen aanmoedigen om hun privaat archief bij ons te deponeren. Momenteel kampen we echter met plaatsgebrek, waardoor we ons grotendeels beperken tot het privéarchief dat ons wordt aangeboden... en dat is vaak van mannelijke oorsprong.

Ook bij het opstellen van selectielijsten zouden we bewuster kunnen omspringen met het genderaspect, al merken we niet onmiddellijk een verschil tussen hoe vrouwelijke archivarissen de historische waarde van archiefreeksen inschatten tegenover hoe hun mannelijke collega’s dat doen. We streven ook zo veel mogelijk naar uniformiteit in de selectiebeslissingen, door selectielijsten van verschillende instellingen met elkaar te vergelijken. Dat neemt een groot deel van de subjectiviteit weg.

Een archief weerspiegelt natuurlijk de genderverhoudingen in een instelling. Als één groep oververtegenwoordigd is in de belangrijke organen (directiecomités, adviesraden...) en functies (voorzitters, directeurs...) van een instelling, komt die automatisch sterker naar voor in de permanent te bewaren stukken. We bewaren echter ook zo veel mogelijk interessante egodocumenten of sporen van minder zichtbare groepen, om ook bottom-upgeschiedschrijving mogelijk te maken, zoals de eerdergenoemde projecten.

e-S.C. Welke concrete activiteiten voer je uit?

Onze dagen zijn vooral gevuld met de voorbereiding van selectielijsten – hiervoor gaan we om te beginnen langs bij de archiefvormer om over zijn taken en informatiebeheer te praten – en met het beantwoorden van vragen, persoonlijk of via e-mail. Ik neem vooral vragen specifiek over elektronisch archief voor mijn rekening, al komen mijn collega’s binnen de dienst Toezicht en Advies hier evengoed dagelijks mee in aanraking. Verder doen we het nodige om op de hoogte te blijven van belangrijke ontwikkelingen in de archiefwetenschap en in de praktijk (op de werkvloer) en om deze dichter bij elkaar te brengen, bijvoorbeeld door middel van richtlijnen. Afgelopen jaar deden we ook een grote enquête naar het digitaal archiefbeheer binnen de federale overheid, waaraan ook Belspo en de FWI deelnamen trouwens.

e-S.C. Wat is je motivatie, wat trekt je aan hierin?

Ik vind de combinatie van mens- en computerwetenschappen heel tof en interessant. ‘Archivistiek’ roept meestal het beeld op van donkere kelders en mannen/mensen in stofjassen, niet van flitsende technologie. Er zit echter heel wat menselijk en technisch vernuft, en niet te vergeten: standaarden, achter bijvoorbeeld een video-opname van vijftig jaar geleden die vandaag op een website kan worden afgespeeld. Ook dát is archiefbeheer, hoewel het er minder mee geassocieerd wordt en deze zaken gemakkelijk for granted genomen worden door het grote publiek. Digitale archivarissen met een heldenstatus, zoals de oprichters van het Internet Archive (Amerikaanse, non-profit onlinebibliotheek voor boeken, films, sofware, websites...) zijn zeldzaam. Onze missie, om overheidsdocumenten en -data veilig te stellen voor de toekomst, zal ons die ook niet snel opleveren... ;-) Maar we weten waarvoor we het doen: het afwenden van een Digital Dark Age!

e-S.C. Welke samenwerkingen heb je hiervoor, binnen en buiten je FWI?

We werken om te beginnen nauw samen met onze dienst Digitale Archivering, die zich ontfermt over het digital born archief overgebracht naar het Rijksarchief en van het Rijksarchief zelf. Data bewaren voor de eeuwigheid, zoals het Rijksarchief doet, of voor 30 à 75 jaar, zoals archiefvormers moeten doen, is immers niet zo verschillend. De archiefvormers zijn dan ook een belangrijke tweede partner. Veel instellingen hebben uitstekende informatiebeheerders in dienst, die ons nuttige praktijkvoorbeelden geven en waar wij veel van leren. Andere instanties waarmee wij regelmatig samenwerken zijn de FOD Beleid en Ondersteuning (bevoegd voor digitale transformatie), de FOD Economie (architect van het wettelijk kader voor elektronische archivering) en Het Facilitair Bedrijf (uitbater van Digitaal Archief Vlaanderen).

Daarnaast zijn er verschillende internationale samenwerkingsverbanden. In de European Archives Group (EAG) en European Board of National Archivists (EBNA) plegen de nationale archieven van de EU-lidstaten twee keer per jaar overleg over pertinente archiefthema’s. Als voorzitter van de Raad van de Europese Unie, is België dit jaar aan de beurt als gastland. Ook de vergadering van het DLM (Document Lifecycle Management) Forum gaat dit jaar door in het Rijksarchief. Informeler is (voorlopig) onze samenwerking met de andere Benelux-landen. De Nederlandse en Luxemburgse collega’s waren eind vorig jaar nog op bezoek.

e-S.C. Wat vind je leuk aan je werk?

We komen vaak op interessante plaatsen, leren veel bij over het werk van bepaalde organisaties en diensten en omdat digitaal archiefbeheer zo’n breed en veranderlijk domein is, valt er altijd wel een nieuw thema te ontdekken. Dat is tegelijk de grootste uitdaging...

e-S.C. Wat zou je veranderen aan je werk, als je een toverstokje had?

Onderzoekers van de Bibliothèque nationale de France schreven in 2022 een paper met de titel It takes a whole village to define a preservation strategy. Daarin beschrijven ze wie betrokken was bij vijf concrete informatieoverdrachten, om te beslissen of en hoe ze het materiaal (kaarten, foto’s, photoshopbestanden, posters en videobewerkingsbestanden) zouden verwerven voor de collectie. Voor deze vijf beslissingen werd een beroep gedaan op 6 collection managers, een process manager, 3 preservation experts, een digital production coordinator, een product owner, 2 image signal specialists, een audiovisual expert en een functioneel analist. Misschien kon het met minder (niet volgens de auteurs), maar het zegt iets over de specialisaties die sommige datatypes vereisen. Ik zou ons graag wat extra tijd of medewerkers toveren, zodat we onszelf meer kunnen specialiseren. We zouden dan ook meer toekomen aan het publiceren van onze bevindingen.