NL FR EN
www.belgium.be

e-Science Connection Britt Claes

Britt Claes is licentiate in de archeologie (Universiteit Gent, 2002), beheert momenteel de middeleeuwse archeologische collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en doet onderzoek naar de vroegmiddeleeuwse materiële cultuur.

e-S.C. In welk vakgebied werk jij?

Al bijna twee decennia ben ik werkzaam als wetenschappelijk medewerkster bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, met een specialisatie in middeleeuwse archeologie. Mijn professionele loopbaan omvat een breed scala aan projecten, gaande van archeologische opgravingen tot het organiseren van tijdelijke tentoonstellingen en het beheren van museumcollecties. Door deze ervaringen heb ik een diepgaand inzicht verworven in het interne functioneren van het museum en zijn collecties, waarbij zowel de sterke punten als mogelijke tekortkomingen aan het licht zijn gekomen.

e-S.C. Wat trekt je hierin aan?

Werken in het museum heeft een langgekoesterde ambitie vervuld en ik ben trots om bij te dragen aan het behoud en de promotie van een van de grootste federale collecties van België, zowel op nationaal als internationaal niveau.

e-S.C. Archeologie is teamwork. Welke samenwerkingen heb je hiervoor?

Als beheerder van de middeleeuwse archeologische collecties heb ik het NACIP-project (National Archaeology Collections Inventory Project) geleid, dat de collecties van de eerste 'Rijksdienst voor Opgravingen', die van 1903 tot 1958 in het museum was gevestigd, volledig heeft gerevitaliseerd. Samen met een team van 5 onderzoekers en talloze studenten en stagiaires hebben we een uitgebreide inventarisatie van de collectie Nationale Archeologie uitgevoerd. Dit omvatte het behoud, de verpakking en de verplaatsing van meer dan 100.000 artefacten, evenals digitale inspanningen om de complete collectie te digitaliseren. Deze verantwoordelijkheid vergt dagelijkse en voortdurende monitoring.

In het algemeen heb ik altijd nauw samengewerkt met tal van belanghebbenden in het veld van de Belgische archeologie (Agence wallone du Patrimoine, Agentschap Onroerend Erfgoed, Urban.Brussels). Mijn betrokkenheid bij het CEMEC-project (Connecting Early Medieval European Collections) heeft mijn netwerk in het bijzonder verrijkt. Dit Europees initiatief bracht meerdere musea en technische partners uit heel Europa samen rond het thema van de vroege middeleeuwen. Deze ervaring heeft mij geholpen mijn bestaande samenwerkingsverbanden met beheerders van collecties van vele andere Europese musea van vergelijkbare aard te versterken en uit te breiden.

e-S.C. Waarover gaat je onderzoek momenteel?

Momenteel bestudeer ik de materiële cultuur van de vroege middeleeuwen en ben ik betrokken bij het Mero-jewel project, dat zich richt op de analyse van Merovingische juwelen. In eerste instantie voeren we een gedetailleerde inventarisatie uit van de stukken in de Belgische archeologische collecties, waarbij we elk fabricage- en decoratiedetail nauwkeurig beschrijven en analyseren om een beter begrip te krijgen van de technieken en de onderlinge relaties tussen de stukken (dezelfde ateliers, modellen voor fabricage, …). Vervolgens zullen we, in samenwerking met het KIK en de Universiteit van Luik, juwelen selecteren voor diepgaande analyses met behulp van niet-invasieve methoden zoals PIXE-PIGE, EDXFR, SEM-EDX en radiografie, om zo de materialen en technische aspecten van de artefacten te karakteriseren. Sommige objecten zullen ook worden onderworpen aan 3D-scanning.

e-S.C. Zijn er veel vrouwelijke onderzoekers in dit vakgebied?

Ons onderzoeksteam voor Mero-jewel bestaat in totaal uit vijf onderzoeksters. Hoewel de studie van gendergerelateerde thema's niet het hoofddoel van ons project is, is het wel een relevante invalshoek gezien de aard van ons onderzoek en de vragen die worden opgeroepen door de Merovingische archeologie.

Een opmerkelijk aspect binnen de archeologie is de grote aanwezigheid van vrouwen, zowel bij de studies als op het terrein tijdens opgravingen, in musea en bij het beheer van archeologische collecties. Desondanks blijft er op universitair niveau een genderkloof bestaan, met name in België waar de meerderheid van de hoogleraren in de nationale archeologie mannen zijn.

e-S.C. Wat zou je veranderen indien je een toverstokje had?

Mijn toewijding aan archeologie komt voort uit een diepe passie voor het begrijpen van de menselijke geschiedenis door de studie van artefacten en oude culturen. Ik geloof sterk in het belang van investeren in archeologisch onderzoek om ons begrip van het verleden en het heden te verrijken. Als ik over een toverstaf beschikte, zou ik de middelen, zowel menselijk als financieel, verhogen voor archeologie in het algemeen, en meer specifiek voor het federale wetenschapsbeleid en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.


1. Expo ‘Back to Bruegel’, 2020 (Anna Van Waeg © KMKG-MRAH)
2. Fibula van Marilles ©KMKG-MRAH
3. Archeologische missie te Mleiha, Sharjah (VAE), 2024 (Bruno Overlaet © KMKG-MRAH)
5. Archeologische missie te Mleiha, Sharjah (VAE), 2024 (Bruno Overlaet © KMKG-MRAH)

Onderschriften
1. Expo ‘Back to Bruegel’, 2020 (Anna Van Waeg © KMKG-MRAH)
2. Fibula van Marilles ©KMKG-MRAH
3-4. Archeologische missie te Mleiha, Sharjah (VAE), 2024 (Bruno Overlaet © KMKG-MRAH)