Source DB | nl |
---|
Institution | KU Leuven |
---|
Code | 51f4d70e-2cc8-426e-a129-3184602beacf |
---|
Unit | 3420d399-29f4-4edf-9f9d-252e7b1d400d
|
---|
Begin | 3/1/2020 |
---|
End | 3/1/2024 |
---|
title fr |
|
---|
title nl | Herdenken van het paradigma van de nevelstad door het verkennen van strategische knooppunten van zijn ruimtelijke netwerken. Ontwerpstrategieën op de intermediaire schaal voor de volgende stedelijke constellatie.
|
---|
title en | Rethinking the dispersed city paradigm by exploring the strategic nodes of its spatial networks. Design strategies at the intermediate scale for the next urban constellation.
|
---|
Description fr |
|
---|
Description nl | Verspreide verstedelijking wordt doorgaans beschouwd als een ongewenst resultaat van het verstedelijkingsproces. Verspreiding heeft ongetwijfeld een negatief effect. In de binaire tegenstelling tussen land en stad toont dispersie tegelijkertijd een gebrek aan stedelijke kwaliteiten en een verlies aan agrarische, landschappelijke en ecologische waarden. In het huidige discours, zowel in de praktijk als in de academische wereld, heerst het idee van de tegenstelling tussen de goede stad versus de slechte sprawl/verspreiding. Het is echter een territoriale conditie (met positieve en negatieve elementen) dat men niet kan negeren noch uitwissen.Het is pas recent dat een aantal auteurs op het gebied van architectuur en stedenbouw ‘verspreide verstedelijking’ zijn gaan interpreteren als een derde conditie, een structuur die verder gaat dan de tweedeling tussen stad en platteland, een territorium als "(...) een soort hybride megalopolitische ruimtelijke organisatie die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van bepaalde stedelijke kenmerken bij afwezigheid van andere". (Viganò, 2012, p. 664) Een kritiek punt is echter bereikt (Dehaene, 2018). Het landelijk substraat (land) is niet langer in staat om de voortgaande verstedelijking (stad) op een duurzame manier te ondersteunen, wat leidt tot tal van ongewenste effecten zoals verkeersopstoppingen, ecologische achteruitgang, overstromingen, droogte, ... Deze verstoringen hebben een aanzienlijke impact op onze gebouwde omgeving. Het biedt bijzondere architecturale uitdagingen die tot handelen noodzaken. Daarom bouwt dit onderzoek voort op de hypothese van Bernardo Secchi- die stelt dat er een nood is aan het heruitvinden van de dialoog tussen mens en natuur in verspreide verstedelijking. Zowel de condities van sprawl als ecologische achteruitgang worden voornamelijk vanuit een stedenbouwkundig perspectief bestudeerd. In dit onderzoek ligt de focus op de uitdagingen die deze condities met zich meebrengen voor architectuur- of, hoe het aanpakken van de kleine en intermediaire schaal nieuwe perspectieven kan bieden voor een passende verstedelijking.Het onderzoek richt zich op een relevante regionale case: de regio van de Eurometropool, een transnationaal gebied dat Lille, Doornik en Kortrijk omvat. Gebieden van verspreide verstedelijking worden gekenmerkt door natuurlijke en menselijke netwerken (mobiliteit, ecologie, water, sociale netwerken …) en door de interactie ervan. Specifiek de knooppunten van interactie tussen deze netwerken toont niet alleen de uitdagingen, maar ook de mogelijkheden door hun wederkerigheid. Ze zijn strategische punten om de nieuwe huidige sociaal-economische, ecologische en ruimtelijke uitdagingen aan te pakken en om nieuwe stedelijke vragen te verkennen door middel van ontwerpend onderzoek. De ontwerpstrategieën worden getoond op de intermediaire schaal als architecturale interventies die de mogelijkheden bieden om de aansluiting tussen stad en land te construeren door te fungeren als een schakel op strategische knooppunten.
|
---|
Description en | In the binary opposition of city and land, dispersed territories are often considered the unwanted ‘spillover’ effect of urbanisation. However, the dispersed spatial condition of Flanders, and by larger extent the area stretching from Lille (France) to Rotterdam (The Netherlands) cannot be categorised as a peri-urban condition and was therefore coined All City/All Land (AC/AL). On the contrary, it is a condition of urbanity beyond the dichotomy of city and land enabled by an underlying support system of physical (whether or not visible) networks such as waterways, roads, public transportation and energy distribution. Although enabling interesting relational configurations, this type of land use and corresponding urbanisation principles are reaching a tipping point. The carrying capacity of the underlying networks is exceeded, resulting in numerous unwanted effects (e.g. flooding, traffic congestions, impending electricity shortage). In the light of contemporary socio-economic and ecological challenges, the demand for alternatives to the current approach of symptomatic problem solving in AC/AL is pressing. The formulation of alternative futures requires rethinking the reciprocal relations between man and land in order to address a number of distorted spatial synergies. Only recently, a number of authors in the fields of architecture and urban design have started to valorise the inherent potential of territories of dispersion. However, to date, little is known about the design potential of the underlying supportive structures i.e. the finely meshed physical networks and their nodes, which are of vital importance when addressing an urban transformation in AC/AL. The general objective of this research by design is to build further upon this recent tradition to generate insights on the design potential of networks and nodes in reshaping the reciprocal relations and the next urban constellation of AC/AL.In this doctoral research, the Eurometropolis region (which covers Flemish, Walloon and French territory) is outlined as a research area, within which a number of relevant cases are selected. This is done through the analysis of networks of water, mobility and energy: networks with a direct spatial impact, relative inertia and a protagonists’ role in addressing the future of AC/AL. The cases include the investigation of nodes on the intermediate scale, because serving as a link, these nodes address both the regional scale of the network and the local reality. Throughout the research a multi-method approach is applied, relying upon methodological triangulation, in order to tackle the complexity of the presented issues. The expected outcome is a series of design strategies on the intermediate scale for the next urban constellation of AC/AL.keywords: dispersed territories, networks, urban transformation, intermediate scale, All City/All Land, Flanders
|
---|
Qualifiers | - dispersion - intermediate scale - urbanism - |
---|
Personal | Gheysen Maarten, Van Daele Erik, Leemans Sophie |
---|
Collaborations | |
---|