Natacha Massar is licentiate in kunstgeschiedenis en archeologie van de Université Libre de Bruxelles. Ze behaalde haar doctoraat in de geschiedenis in 2001, eveneens aan de ULB. Vandaag is ze conservator ‘Griekse en Cypriotische Oudheid’ in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG).
Ik ben verantwoordelijk voor het beheer en de studie van ongeveer 6.000 werken, voornamelijk keramische vazen, maar ook stenen, glazen en metalen objecten, afkomstig uit de Griekse oudheid en daterend vanaf het vierde millennium tot aan het begin van onze tijdsrekening.
Dit werk geeft me de ongelooflijke kans om regelmatig in contact te komen met alledaagse voorwerpen die vierduizend jaar geleden door mannen en vrouwen werden gemaakt en gebruikt. Het is een voorrecht en een buitengewone ervaring om het verleden op deze manier letterlijk te kunnen aanraken. Het is mijn verantwoordelijkheid om alle verwondering die deze artefacten oproepen aan het publiek door te geven. Om dit te doen, kijk ik naar de geschiedenis van deze vazen, lampen en beeldjes: wie heeft ze gemaakt? Waar en wanneer? Wie gebruikte ze en waarvoor? Veel vazen zijn versierd met afbeeldingen die door het dagelijks leven en de mythen van de Grieken uit die tijd geïnspireerd zijn. Al deze elementen helpen ons om ons de geschiedenis en het leven van de oude Griekse samenlevingen voor te stellen.
Ik ben ook geïnteresseerd in de 'biografie' van objecten vanaf hun herontdekking, meestal in de 19de eeuw, tot hun aankomst in het museum. De populariteit van het verzamelen van antiquiteiten, de netwerken van geleerden en handelaars en grote openbare verkopen hebben allemaal een belangrijke rol gespeeld bij het opbouwen van de nationale collecties in Europa en daarbuiten. Deze geschiedenis is des te belangrijker omdat het plunderen van antieke sites, de verkoop en handel van illegaal verkregen objecten helaas schering en inslag zijn. Het documenteren van de herkomst van objecten is daarom uiterst belangrijk. Daardoor begrijpen we beter hoe deze voorwerpen circuleerden, hoe ze werden bestudeerd en tentoongesteld, en kunnen we ook hun bewonderaars en de kunstenaars die ze inspireerden identificeren. In 1860 bijvoorbeeld schilderde de beroemde neoklassieke schilder Dominique Ingres een scène uit de oudheid, waarbij een detail van een van de vazen in het museum werd gereproduceerd dat Herakles voorstelt in een strijdwagen, bestuurd door de godin Athena.
Inderdaad! Sinds enkele jaren houd ik me ook bezig met de geschiedenis van het museum zelf, en meer specifiek met die van de afdeling Griekse en Romeinse oudheden. Eén figuur fascineert me in het bijzonder: Violette Verhoogen (1898-2001), de eerste vrouwelijke conservator van de afdeling en ook de eerste vrouw die aan het hoofd van de instelling werd aangesteld; ze leidde ons museum van 1960 tot 1963. Ze speelde een belangrijke rol bij het veiligstellen van de collecties tijdens de oorlog en bij de wederopbouw van de Oudheidvleugel nadat deze in 1946 was afgebrand; ze publiceerde ook bijna twee derde van de Griekse vazen in de collectie. Ze was tevens een belangrijk lid van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog: zo zat ze in de stuurgroep van het inlichtingennetwerk Clarence, samen met haar collega Rose Houyoux, conservator van de collecties van het Verre Oosten.
Al dit onderzoek, waarbij ik in dialoog ga met collega's van universiteiten en musea over de hele wereld, komt de presentatie van de collecties ten goede. De opstelling is zo georganiseerd dat ze de geschiedenis en de kunst van de Griekse oudheid door de eeuwen heen oproept. Het doel is ook om bezoekers te laten zien hoe de mannen en vrouwen uit het verleden leefden: hoe banketten, bruiloften en begrafenissen werden georganiseerd; waarmee/hoe kinderen speelden of hoe de goden werden gevierd.
Mijn onderzoek, naast publicaties over objecten in de collecties, richt zich op twee thema's. Ik ben geïnteresseerd in de ambachtslieden uit de oudheid, van artsen en waarzeggers tot pottenbakkers en beeldhouwers. Hoe waren hun werkomstandigheden? Hadden ze medewerkers? Hoe gaven ze hun kennis en vaardigheden door? Hoe verdienden ze geld? Wat was hun sociale status? Werden hun vaardigheden gewaardeerd en erkend? Circuleerden ze binnen de Griekse wereld of zelfs daarbuiten? Zo ja, onder welke omstandigheden en welke invloed hadden deze volksverhuizingen op gebruiken en modes? Bijvoorbeeld, ambachtslieden speelden een essentiële en grotendeels onbekende rol in de voorbereiding van de oorlog: metaal- en lederbewerkers maakten wapens en harnassen; scheepsarchitecten, timmerlieden, touw- en doekmakers en bronssmeden (voor de scheepsrammen) werkten allemaal samen om de honderden oorlogsschepen te bouwen die de trots waren van een stad als Athene. Wie werkten er in deze beroepen? Hoe werden ze gerekruteerd? Hoe werd de productie georganiseerd? Wie betaalde hen? Dat zijn maar enkele van de vragen die me bezighouden. De familiale (of niet-familiale) structuur van werkplaatsen en de rol van vrouwen in de productie zijn daarbij ook fundamentele vragen.
Ik doe verder ook onderzoek naar keramiek, vooral naar deze geproduceerd tijdens de Hellenistische periode, de periode van de Griekse koninkrijken die ontstonden uit de opdeling van de veroveringen van Alexander de Grote. De keuze voor dit thema is gedeeltelijk het gevolg van de opgravingen waaraan ik heb deelgenomen op Kreta, op de site van Itanos (onder leiding van Didier Viviers) en in Italië, op de site van Alba Fucens (onder leiding van Cécile Evers). Ik ben vooral geïnteresseerd in vragen over productie, de organisatie van werkplaatsen, het gebruik van vazen in het dagelijks leven en de commerciële netwerken die aan het licht komen door hun verspreiding over het oostelijke Middellandse Zeegebied. Mijn nieuwste onderzoek gaat over de rol die metalen, glazen en keramische vazen speelden in banketdiensten, en de rol en waarde van elk van deze materialen, en hoe hun vormen en decoraties elkaar hebben beïnvloed.
Het beheer van de collecties, waaronder het tentoonstellen in de zalen maar ook het reorganiseren van de depots, het beheren van de restauratie van objecten, het uitlenen van objecten voor tentoonstellingen die door andere instellingen worden georganiseerd en het ontvangen van onderzoekers die geïnteresseerd zijn in de collecties, leiden tot samenwerking met heel wat afdelingen binnen het museum, zoals de diensten restauratie en fotografie, alsook de technische diensten. Maar ook met mensen van buitenaf wordt er veel uitgewisseld, o.a. stagiairs en collega's van andere Federale Wetenschappelijke Instellingen en andere musea in België en in het buitenland. Het is een zeer afwisselende baan die alleen maar tot een goed einde kan worden gebracht door met heel veel andere mensen samen te werken, iets wat ik heel leuk vind.
Ik heb het ongelooflijke geluk dit fascinerende werk te mogen uitvoeren, in direct contact met kunstwerken uit de oudheid, en de mogelijkheid te hebben met veel mensen met zeer verschillende achtergronden te kunnen uitwisselen. De aanwezigheid van vrouwen in de archeologie van de antieke oudheid en in musea is erg sterk. Vandaag worden bijvoorbeeld bijna alle buitenlandse archeologische instituten in Griekenland geleid door vrouwen, waaronder de Belgische School van Athene, de Franse School van Athene, de American School of Classical Studies at Athens, de British School at Athens, enz. In België wordt het vandaag echter door gebrek aan personeel en budget steeds moeilijker om de functie van conservator uit te oefenen. De structurele herfinanciering van de Federale Wetenschappelijke Instellingen en de vervanging van mensen die de instelling verlaten is noodzakelijk willen we de collecties blijven conserveren, presenteren aan het publiek van vandaag en doorgeven aan het publiek van morgen.
Onderschriften
1. Herakles in Athena's wagen, detail gebruikt door Ingres in een van zijn schilderijen, ca. 400-390 BC, Apulische krater © Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
2. Jonge vrouw speelt met een tol, ca. 460 v. Chr. Attische kom met witte achtergrond © Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
3. Wijnhandelaar (met witte huid) ontvangt geld van een klant, ca. 530 v.Chr. Attische zwartfigurige amfoor © Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
4. Natacha Massar © N. Massar